West-Vlaanderen. Jaargang 11
(1962)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 163]
| |
Em. Langui
| |
[pagina 164]
| |
Fritz Van den Berghe: De Arbeider te midden van de overvloed.
vooralsnog nagedaan. Het begon met de aangrijpende reeks illustraties bij de roman van Paul Kenis Mast en Danneels, een der gruwelijkste moordgeschiedenissen uit de XVIIIde eeuwGa naar voetnoot1. Daarna leverde hij, week op week, karikaturen van personaliteiten die in het volle licht van de actualiteit stonden en waarbij vriend en tegenstrever het evenzeer moesten ontgelden. Sommige dezer spotprenten zijn vermaard gebleven, o.m. die op Kamiel Huysmans, Permeke, Graaf Lippens, Staatsminister Poulet, Wies Moens, enz., zonder te gewagen van de ontelbare schimptekeningen waarin hij later Hitler, Goering, Röhm en andere nazi-leiders aan de kaak stelde. Wat de louter politieke prent betreft, willen wij alles wat een momenteel karakter draagt, hoe knap het ook is, buiten beschouwing laten. Net zoals een journalist schrijft een karikaturist vaak in het zand. Doch drie hoogtepunten vallen in dit omvangrijk oeuvre aan te stippen: primo, de illustraties bij de Weense WeekGa naar voetnoot2 naar aanleiding van de arbeidersopstand te Wenen tegen Dolfuss (1934); secundo, de talloze getuigenissen en aanklachten tegen de vijanden van de Spaanse Republiek tijdens de burgeroorlog (1936-38) en ten slotte de honderden vlijmscherpe, onverbiddelijke en vaak profetische waarschuwingen tegen het Derde Reich en tegen de nakende oorlog. Deze drie tragische gebeurtenissen hebben bij Frits van den Berghe zo danige momenten van heilige verontwaardiging, van bittere teleurstelling en, spijt alles, van bovenmenselijk vertrouwen gewekt, dat de werken, in die gemoedstoestanden ontstaan, nog lang zullen voortleven nadat de feiten in de nevel van het verleden zullen vervaagd, verdraaid en verdoezeld zijn. Naast de ijselijke fotografische documentatie waarover de moderne geschiedschrijver beschikt, zullen de tekeningen van Frits van den Berghe, nationaal en internationaal, getuigenis blijven afleggen van de zware noden en de hoge verzuchtingen der mensheid van de jaren vóór de eerste Wereldoorlog: dorst naar gerechtigheid, kamp voor vrijheid en streven naar geestelijke ontvoogding. Onze kunstenaar staat, als mens en als graficus, op het zeer verheven peil van Frans Masereel, Käthe Kollwitz en Honoré Daumier. | |
[pagina 165]
| |
Fritz Van den Berghe: Tekening in Oost-Indische inkt. Gedateerd op rug: 1932. 2.2 × 16 cm.
Fritz Van den Berghe: De slapende arbeider. (1924) - Doek 120 × 140 Gent, Verzameling J.-M. Mees.
|