nieuwd worden en een achttal klokken hergoten. Men voegde er nog een zwaardere basisklok bij zodat de beiaard nu een tessituur van 34 tonen telde.
Tot aan wereldoorlog 1914 bleef dit ongewijzigd. Na deze vier jaar verwoesting waren klokken verdwenen, andere gebarsten of stuk geschoten. Eerst in 1931 kon opdracht gegeven worden tot het hergieten en herstellen van het klokkenspel. Michiels sr. kreeg het werk toegezegd, en Meester Jef Denijn - de virtuose pionier van onze Vlaamse beiaardkunst - kwam in 1932 een volledig nieuwe beiaard van 35 klokken inhuldigen. Het gezamenlijk gewicht aan brons bedroeg toen ongeveer 1900 kg.
De geschiedenis, die zichzelf steeds herhaalt in verwoesten en heropbouwen, liet de beiaardier de zilverklanken van zijn licht instrument slechts uitstrooien tot aan wereldoorlog nummer twee. Op 23 mei 1940 vonden de terugtrekkende geallieerde legers onze trotse St. Salvatorstoren een al te militair doelwit, dynamitteerden het monument en legden hiermee de beiaard voor twintig jaar het zwijgen op. Veel klokken waren geschonden zodat een volledig hergieten zich opdrong; ook de wekkering met trommel en pinnen was onbruikbaar verwoest.
Het Stadsbestuur, dat zijn instrument terug wenste, had heel wat administratieve klippen te omzeilen, maar kon in 1959 de inrichting van de huidige beiaard toevertrouwen aan de bevoegde leiding van Meester Staf Nees, Directeur van de Kon. Beiaardschool. Op aandringen van deze ervaren adviseur werd dan de beiaard opnieuw
De beiaardtoren van Harelbeke
Ghislain Pouseele
uitgebreid zodat hij nu een gamma van 50 klokken bevat. Deze worden door de beiaardier met vuist en voet bespeeld van op een goed uitgerust klavier dat ruim vier oktaven omvat. De basisklok RE heeft een gewicht van ± 1800 kg afdalend tot het kleinste klokje van 10 kg. Dit geeft een gezamenlijke massa van circa 7200 kg.
Dhr M. Michiels jr. klokgieter uit Doornik leverde de bronzen stemmen waarvan er tevens vijf als luidklokken dienstig zijn. De beiaardkamer is opgesteld vlakbij en onder de klokken in de ruime klokkenkamer wat een lichte aanslag en goede beheersing van z'n spel voor de beiaardier verwezenlijkt.
De muzikale verwittiging voor uur- en half uurslag, die vroeger mechanisch gebeurde bij middel van een trommel met pinnen, (waarvan bijvoorbeeld onze muziekdoosjes onder de Lourdes Lieve Vrouwkes een goed idee geven) werd nu opgevat volgens een meer moderne methode: een doorprikte kartonband geeft elektrische kontakten door naar hamers die opgesteld staan aan de buitenmantel der klokken. Deze nieuwe manier van werken heeft het onmiskenbaar voordeel dat de muziek qua voordracht veel meer mogelijkheden geboden wordt, wat uiteraard het karakter van het gebodene voordelig ten goede komt. Dhr. G. Castelain uit Kuurne zorgde voor een zeer goede en akuraat werkende uitvoering van dit plan.
Op 17 september 1960 werd ons prachtig toreninstrument ingespeeld door Meester Staf Nees, Piet Van den Brouck, hulpbeiaardier te Mechelen, en Ghislain Pouseele, de stadsbeiaardier van Harelbeke. Sindsdien neemt onze Harelbeekse beiaard onder ruime en groeiende belangstelling opnieuw zijn aloude fiere plaats in, niet alleen in het gemeenschapsleven van onze geliefde Peter Benoitstede, maar ook in de Vlaamse klankenwereld ons volk ten bate.