sen in de St. Niklaastoren. Als basisklok werd het bomtje aangeduid. Deze klok, de trots der Veurnaars, werd met een bijzondere zorg omringd en zowel schriftelijk als materieel beveiligd, opdat haar geen schade zou toegebracht worden. Volgens het contract dat op 6-7-1735, tussen voornoemd magistraat en Ignatius de Cock, klokgieter te Heestert, gesloten werd, moesten meerdere personen ...borghe verkennen, dat door het drillen ofte sigilleren van de clocke vulgariter genaemt het boomken, waerop bekent staen dese volghende verssen in het latyn:
arma voco signis, per me clamatur et ignis,
et percussa foris, distinguo tempus in horis
gheene schaede ofte vererghenisse daeraen en sal ghedaen worden, terwijl alle andere klokken zonder bepaalde voorwaarden mochten hergoten worden.
Eigenaardig is wel het feit dat Ignatius de Cock dit contract slechts aanvaardde onder voorwaarde dat de magistraat zelf voor het metaal zou zorgen. De uitvoering van het werk geschiedde in de aanhorigheden van het St. Jansgasthuis te Veurne.
Welke klankwaarde had deze beiaard? We mogen aannemen dat dit klokkenspel wel niet zal uitgemunt hebben door klankschoonheid; voor zover mij bekend, is de beiaard van Veurne de enige die Ignatius de Cock ooit gegoten heeft. Het gieten en stemmen zelf nam bij de vijf jaar in beslag en was niet vrij van velerlei betwistingen omtrent de klankjuistheid.
Deze beiaard kende een, voor beiaarden althans, zeer kort bestaan. Amper 60 jaar oud werden de klokken weggevoerd door de Fransen, in naam van de Revolutie. Wellicht gebeurde het transport in de richting van St. Winoksbergen, wat dan ook de aanleiding zou geweest zijn tot de bewering dat de beiaard aldaar heringericht werd. Deze overlevering, door velen nog met klem verdedigd, houdt geen steek vermits in die tijd een speelklare beiaard opgesteld was in het Belfort van St. Winoksbergen. Deze laatste beiaard bleef gespaard, enkel werd hem, onder de Constituante door toedoen van Député Bouchette, het zwijgen opgelegd. De Veurnse klokken werden waarschijnlijk naar de smeltovens gevoerd om het metaal ervan te laten dienen bij de fabricatie van geschut.
Het Magistraat van Veurne heeft evenmin veel voorspoed gekend bij het vervaardigen van het mekanisch gedeelte van de beiaard, door Jan de Hondt uit Antwerpen. Waarheidsgetrouw dient hier vermeld dat het werk degelijk uitgevoerd werd, dit blijkt uit verscheidene verslagen die daaromtrent opgemaakt werden (o.a. door Carel Peeters clockspeelder tot Loven op 17-12-1740). Jan schijnt echter zeer traag gewerkt te hebben; in zijn verzoeken tot avanceeren met gelt lag het tempo merkelijk hoger.
Dit bracht de Magistraat van Veurne er toe een aanhoudingsbevel tegen Jan de Hondt op 11-2-1739 uit te vaardigen, met de hoop dat hij, eens in de nor, tot de overtuiging zou komen dat grotere spoed onontbeerlijk was. Na verscheidene vruchteloze achtervolgingen werd hij uiteindelijk gearresteerd in de Gouden Arend, Steenstraat te Brugge op 22 mei 1739 te 16 uur. Naar blijkt uit de schuldvordering dd. 9-6-1739 van Jan Baptiste Neyrinckx, cipier te Brugge, heeft de Hondt gedurende achttien dagen gebromd, en was het, terloops gezegd, in de gevangenis nog zo slecht niet. De magistraat van Brugge richtte op 6-6-1739 een schrijven aen desen van Veurne waarin de grote tevredenheid, over het werk door Jan de Hondt te Brugge uitgevoerd, aangehaald, en voor hem ten beste gesproken werd. Zo werd onze vriend Jan terug vrije man en kon hij de hem opgedragen taak naar behoren vervullen.
Van deze wekkering zijn enkele stukken bewaard gebleven die nu, al is het in stilte, getuigen van het meesterschap van Jan de Hondt.
Het heeft ongeveer anderhalve eeuw geduurd vooraleer de stoere St. Niklaastoren opnieuw een zingende toren werd. Aan Marcel Michiels Jr., klokgieter te Doornik, werd de opdracht gegeven een nieuw spel van 47 klokken te gieten gebaseerd op het (in 1954 door hem) hergoten bomtje en met een totaal gewicht aan brons van iets meer dan 9 ton. Aan mij werd de keuring ervan toevertrouwd. Vijf beiaardklokken doen dienst als luidklok. Van de oude beiaardstoel, vervaardigd in 1735 uit stukken die reeds voor een andere klokstoel gediend hadden (wellicht voor de eerste beiaard van Veurne?), kon niets meer dienen. De nieuwe klokken werden echter op nagenoeg dezelfde plaats in de toren opgesteld aan de marktzijde. Het klavier werd ondergebracht in de klavierkamer die omstreeks 1735, volgens plan, een verdieping lager gebouwd werd.
De klokken zijn gestemd volgens de gelijkzwevende stemming met een volle en warme klank die archaïsch aandoet en dus passend bij de architectuur van toren en omgeving. De D-klok (bomtje) werd gekoppeld aan de C-toets van het klavier zodat een vieroktaafs beiaard tot stand kwam (min Cis in het laagste oktaaf).
Voor de wekkering werd afgezien van de gewone mekanische trommel ten voordele van een elektro-magnetische wekkering uigedacht en verwezenlijkt door de Firma Frère uit Lo. Deze wekkering is uitgegroeid tot een prachtstuk omwille van de correcte uitvoering en werking, en, niet in het minst, om het behoud van de werkelijke klank der klokken.
Ik houd er ten stelligste aan U te wijzen op het onderscheid tussen wekkering en klavierspel voor wat betreft de toepassing van de elektro-magnetische transmissie. Is deze transmissie doelmatiger voor de wekkering dan de mekanische, dan is ze verwerpelijk ter vervanging van de mekanische in het klavierspel. Een wekkering is alleen bedoeld als tijdsaankondiging en het ontbreken van gevoelsnuancering is een gemeenschappelijk gebrek van het elektro-magnetisch als van het mekanisch sys-