het college te Kortrijk met de leerlingen van dit instituut en op tal van feesten en plechtigheden, heeft hij zijn beproefd talent getoond.
Wanneer het K.W.B.-spel van deze zomer werkelijk heel wat meer geworden is dan een louter oppervlakkige show, dan is dat ongetwijfeld in grote mate te danken aan het juiste inzicht, de toneelkundige aanleg en tegelijk de organisatorische zin van de heer Verhelst. Wat hij gedaan heeft kan men op zijn minst een waagstuk heten, maar dan een waagstuk dat geslaagd is. Met de nodige maat van evenwicht heeft hij ons de afwisseling gebracht van massascènes waarmede hij de gehele ruimte van zijn podium bespeelde, zoals een organist die met volle registers speelt, en van kleine dramatisch sterk geladen taferelen, waar hij met enkele personages aangrijpende tragiek naar voor bracht, terwijl de enorme ijle ruimte van het podium beheerst bleef. Hij bracht ons ook de afwisseling van tragiek en luim zonder in het melodramatische of in het burleske te vervallen. Hij bracht ons de afwisseling van de diepste ernst en de soms wrange tragiek die achter het leven van onze arbeiders schuilt en de zo frisse, ongekunstelde, gezonde volkse ontspanningen. De kleine vreugden van iedere dag en de gezonde volkse liefhebberijen, die het zware arbeidersleven verlichten. Zo vond ik het een schitterende vondst, die vinkenzetting op het toneel te brengen, met het gezang dier vogeltjes, zogoed langs de mikro weergegeven en het spannend luisteren van de vinkeniers. Het was een stukje verpozing midden het zware sociaal drama en de heldhaftige strijd van elke dag. Wij hebben gelachen om die kinderlijke volkse vreugde doch nog veel meer heeft dit tafereel ons werkelijk diep ontroerd. Het heeft ons ontroerd door zijn eenvoud en zijn natuurlijkheid, door het stijlvolle van de weergave en vooral door de goedheid en de liefde die wij in dit en andere dergelijke tafereeltjes hebben aangevoeld. Om zijn toeschouwers met dergelijke zaken niet alleen te vermaken, doch ook te ontroeren, moet men een kunstenaar zijn. Ik aarzel niet te zeggen dat ik Kamiel Verhelst als een ware kunstenaar van het toneel
begroet en feliciteer met zijn schoon werk. Hij bracht ons, wat wij het meest gewaagd vonden, maar ons toch niet heeft gehinderd, de afwisseling niet alleen van toneelspel en dans, doch zelfs van turnkunst, vlaggezwaaien en... tenslotte gehele groepen geuniformeerde leden van onze Christelijke Arbeidersorganisaties, om te eindigen in een machtige apotheose, die de onmiddellijke voorbereiding moest zijn van de pontifikale H. Mis, die als de bekroning op dit heerlijke arbeidersspel volgde.
Doch niet alleen hebben wij de intense samenwerking aangevoeld van auteur en regisseur. Een derde element van uiterst groot belang in een massaspel is de muziek. De muziek die hier geen zelfstandige rol te vervullen heeft, doch wel een dienende. Zij immers moet de toeschouwer in de gepaste stemming brengen, zij moet, soms maar met een paar akkoorden, de door het spel opgewekte ontroering accentueren, verinnigen, intensiveren. Op andere plaatsen zal zij de geest van het spel nader illustreren en, daar waar het visuele en het woord ontoereikend zijn, rechtstreeks ons gemoed aanspreken. Het is de verdienste geweest van Maurits Schoutteten, dat ook hij zich heeft laten doordringen van de geest en de visie van de auteur en de regisseur. Dat verklaart de wondere eenheid die wij in dit spel hebben kunnen smaken. Nooit heeft de muziek op het spel gewogen, zoals dat soms wel eens gebeurt in een massaspel. Zij heeft haar specifiek eigene rol vervuld, waardoor wij, de muziek genietende, niet van het essentiële werden afgebracht, doch er integendeel nog intenser naar toe gedreven werden.
Deze drie kunstenaars verdienen onze oprechte hulde voor deze meesterlijke samenwerking en eenheid.
Nu wij het toch over die eenheid hebben, weet ik dat ook daar de regisseur achter schuilt. Hij bereikte immers niet alleen eenheid en harmonie tussen tekst en regie, muziek, licht en kostumering, doch ook door de merkwaardige orde, waarmede zijn vele groepen, grote en kleinere manoeuvreerden. Ieder onderdeel, iedere onderafdeling was verzorgd en tuchtvol op zich zelf, doch smolt merkwaardig in elkaar met het geheel, zodat de overgang van de ene scène naar de andere soms schier ongemerkt verliepen. Haast zonder dat wij het opmerkten, werden wij van een massascène overgebracht naar een individueel tafereeltje, om daarna weer ritmisch mede opgeslorpt te worden in een klagende, joelende of juichende menigte.
Wij voelden dat een sterke hand achter het podium de touwtjes goed in handen hield en rustig het geheel kon overschouwen, omdat hij mocht gerust zijn dat zijn vooraf goed gedrilde luitenanten, sergeanten en korporaals goede dienst zouden doen.
Hiermede onderstreepten wij een andere noodzakelijke kwaliteit van een goed regisseur van een massaspel: zijn organisatievermogen en zijn inzicht om het werk goed te verdelen, zodat ook het geringste détail zijn vooraf aangeduide uitvoerder en zijn vooraf goed bepaald verloop kent.
Een biezondere vermelding verdienen hier eveneens de sierlijk bewegende danseressen van de ‘Leiemeeuw’ van Kortrijk, evenals de groep vlaggezwaaiers ‘Ikaros’ uit Eeklo en de turners en turnsters van ‘Hoger Op’ van het Kristen Werkersverbond van Wevelgem.
Tenslotte is er nog een vierde reden waarom deze prestatie niet onopgemerkt noch onvermeld mag voorbijgegaan worden.
Hoger heb ik een woord gebruikt waarover sommige verfijnde kunstgenieters zich wellicht zullen ergeren, namelijk: massakunst. Veel van onze al te individualistisch ingestelde kunstenaars schijnen de massa uit het oog te verliezen. Ik bedoel hier niet zo zeer de gemeenschap - ook deze mag niet uit het oog verloren