Magda Vrielynck
Voor welk toneelamateur in Vlaanderen zal de naam Magda Vrielynck een onbekende klank hebben? Mevr. Antoon Carette - haar man is niemand minder dan de Brugse cineast - debuteerde zoals zovele andere woordartiesten bij een liefhebberskring. Als jong lid van de Brugse toneelgroep ‘De Moedertaal’ akteerde ze toen in de regie van Maurits Balfoort. Ze volgde deklamatielessen bij Zeger Andries aan het stedelijk Conservatorium en verwierf een Prijs van Uitmuntendheid met stadsmedaille in 1934.
Tijdens haar Conservatoriumstudies sloot ze aan bij het Katholiek Vlaams Toneelgezelschap ‘De Graal’ waarvan haar toekomstig man de zakelijke leider was, dat onder het voorzitterschap stond van Luc Wildemeersch en waarin Zeger Andries de last van de toneelleiding
Magda Vrielynck
op zich had genomen. Ze verkeerde dus van den beginne af in hoogst voortreffelijk artistiek gezelschap. Deze groep speelde werk van Shakespeare, Gheon, Langendijk e.a. Een der meest beroemd geworden medespelers van toendertijd was de tegenwoordige regisseur van K.N.S.-Antwerpen, Fred Engelen.
Het jaar 1936 was voor de teatercarriere van Magda Vrielynck van uitzonderlijke betekenis. Staf Bruggen deed op haar beroep - als jurylid bij de eindeksamens aan het Brugse Conservatorium had hij haar leren kennen en waarderen - voor zijn Vlaamse Volkstoneel. Zij speelde mee tot bij de ontbinding met de mobilisatie in 1939. Zij beduteerde in dit hoge gezelschap in De Pruimenoorlog van de Hongaarse auteur Hamick. Ze haalde bijzonder veel succes met een jongensrolletje in De Vreemdeling van A. Coolen - niet zelden speelde zij travestierollen - en trad nog o.m. op in bekende affichestukken van die tijd als Nu syt wellecome, De Molen van Sans-Soucie, Christus verworpen, Ik heb een Idee, De Man van Karioth, Compostella en openluchtspelen als Voor Outer en Heerd, en Een Mandeke Fruit. Te beginnen vanaf oktober traden we toen 25 keren per maand op vertelde Magda ons glimlachend... en met een spoorabonnement, voegde haar man er schertsend aan toe.
Toen de oorlog uitbrak zou voor Mevr. Carette een nieuwe periode aanbreken. Deze nl. van het Brugse Jeugdtoneel waarvan Dr. Jan Vercammen het direkteurschap waarnam en waarbij de K.N.S.-lichttechnieker Etienne Huyghebaert regie zou voeren. Met weemoed denkt Magda Vrielynck terug aan de opvoeringen van De Schone Slaapster. Tussenin werd aleens als gaste opgetreden zo o.m. in Starkadd van A. Hegenscheidt.
Na de jongste oorlog richtte haar man onder de naam ‘Ars Virtus’ en later onder deze van Teaterbureau en Toneeltoernee's ‘Orion’ een zeer beperkt toneelgezelschap op dat zich in de eerste plaats tot taak stelde transformatiespelen op te voeren. Dit initiatief van Antoon Carette kende een geweldig succes en van Lourdes van L. Devriendt en We. Putman werden zowat 300 vertoningen gegeven. De zeven rollen werden er steeds door twee personen gespeeld. Bij het begin door Mevr. Carette-Vrielynck en M. Wyffels, later kreeg zij Jan Leenaerts als tegenspeler en uiteindelijk haar eigen man. Met drie spelers voor zes rollen werd vervolgens De boze Hartstocht op het repertoire genomen. Ook hier stond weer Magda Vrielynck op de bres zoals trouwens in een ander stuk van Putman dat Orion ons bracht nl. Rigo Janos, maar dit werd geen transformatiespel.
Als deklamatrice liep Magda Vrielynck wellicht minder in de kijker maar maakte zich terzake toch ook zeer verdienstelijk. Na een auditieproef voor de radio werd aleens beroep gedaan op haar door zender Brussel. In 1952 was het, zo gelooft ze, dat het Provinciaal Bestuur op haar beroep deed voor de Provinciale Kultuurdagen