Kleine Meermin (1 m 20)
Pol Spilliaert
Adrienne (2 m 30)
nl.
Adrienne (gips met loden bekleding) en
Kleine Meermin (beton); dit laatste gaf de doorslag voor het toekennen van de prijs. Beide werken werden van 8 tot 21 januari tentoongesteld in het paleis van Schone Kunsten te Brussel, samen met de andere werken, die in 1959 door de staat bekroond of aangekocht werden.
De bekroning van deze tot op heden onbekende jonge beeldhouwer, die voor de eerste maal aan de prijskamp deelnam, verwondert de enkele ingewijden niet, welke Spilliaert in de laatste jaren hebben aan het werk gezien; hij behaalde immers zijn diploma (A1/7) voor beeldhouwkunst aan de Ter-Kameren-school in 1959, met grote onderscheiding, een graad die in de laatste zes jaren niet meer was toegekend geworden. Hij had er gewerkt onder de leiding van de bekende beeldhouwer Charles Leplae, na drie jaar lang de lessen van de St.-Lucasschool te Gent gevolgd te hebben; te voren was hij leerling geweest aan de Vrije Beroepschool te Kortrijk en het College van Veurne. Van groot belang voor zijn kunstontwikkeling was de zomer die hij doorbracht onder de leiding van beeldhouwer Grard, die te Koksijde is gevestigd; hij is het die hem aan Charles Leplae aanbevolen heeft. In 1958 werd voor het eerst een werk van Spilliaert tentoongesteld, nl. Yeux verts, dat in de Expo te zien was.
De beide bekroonde werken zijn figuratief. De bewondering van de jonge beeldhouwer voor Henry Moore is er enigszins merkbaar; hij denkt er trouwens aan met zijn studiebeurs een tijdlang te gaan werken bij de grote Britse meester. Spilliaert heeft evenwel nog geen definitieve kunstrichting gekozen en heeft ook veel non-figuratief werk gecreëerd. Hij zelf spreekt zich als volgt uit over zijn kunststrevingen: In mijn werk zoek ik zo nuchter mogelijk naar verhouding en ritme, om het even of het een abstract of een figuratief beeld geldt. Persoonlijk zie ik een sculptuur als een spel van volumes met de ruimte - waarin ritme en verhouding de waarde van het spel uitmaken. Volgende woorden schuw ik in mijn werk: stijl, vereenvoudigen, symbool, enz. Andere woorden hoor ik liever: schoon, aangenaam, rijk, eenvoudig, monumentaal. Bij vele beeldhouwers komt vereenvoudigen overeen met verarmen. Mijn beeldhouwwerk zie ik als de uitdrukking van mijn innerlijk verlangen, verlangen naar steeds iets nieuws.
Men stelt vast dat Pol Spilliaert uitstekend op de hoogte is zowel van wat heden de dag gedaan wordt als van de theorieën, die errond worden geweven. Wij verhopen dat hij zowel tegenover het ene als tegenover het andere de onontbeerlijke vrijheid en zelfstandigheid zal weten te veroveren. Zijn grote werkkracht is daarvoor een waarborg. Ons blad wenst hem van harte geluk om de uitzonderlijke onderscheiding, die hij komt te veroveren. De naam Spilliaert, die door de Oostendse schilder reeds beroemd was geworden in de kunstwereld, krijgt aldus een nieuwe en jonge schittering.
(Adres: Doornpanne 5, Oostduinkerke)