Van doop tot uitvaart
Magda Cafmeyer, Van Doop tot Uitvaart, een kijk op het volksleven in het Noordoosten van West-Vlaanderen - 176 bladzijden, 36 illustraties buiten de tekst - 200 F. Te bestellen bij de Bond van de Westvlaamse Folkloristen, Robrecht van Vlaanderenlaan 53 te Sint-Andries (p.c. nr. 451263).
Prof. Eg. I Strubbe, die dit merkwaardige boek inleidt, vertelt ons dat Magda Cafmeyer, reeds jaren allerlei zegswijzen van de mensen had opgetekend, toen zij vernam dat er ook een wetenschap bestond, die zich op de studie van het volksleven toelegde. Toen zij dat hoorde heeft zij gewoon voortgewerkt, niet wetenschappelijker dan vroeger, want die wetenschap lag in haar, zoals er vele mensen zijn die de naam niet weten van de begaafdheden die zij een leven lang met zich dragen. Zij is vooral niet wetenschappelijk gaan doen; zij heeft alleen alwat ze reeds had gezant, verzameld en geschikt volgens een orde, die van ieder leven: van doop tot uitvaart. Zwangerschap, geboorte, doop, school, eerste kommunie, opschotelingen, zondag- en avondschool, loting, eerste liefde, vrijage, verkeren, trouw, werken, ongemak en ziekte, berechting, dood, uitvaart. Dit zijn maar enkele van de hoofdstukjes, waarin zij alle mogelijke zeggingen en uitlatingen van de mensen verzamelt. Het is een bont beeld geworden van de mensen van bij ons.
In sommige kringen wordt alwat met folklore te doen heeft op onze dagen als uit de tijd bestempeld, aftands en verjaard. Hoezeer men ook met de eigen tijd wil meeleven, steeds komt men weer in aanraking met gedragingen of uitlatingen, die met de generaties meegaan, en die zodanig van de mens zelf zijn, dat ze niet zo maar zonder meer kunnen voorbijgezien worden. Men mag de modernste Amerikaanse literatuur doornemen, voortdurend botst men op folklore; de mens is ten slotte in wezen traditioneel; het is nutteloos dit niet te willen erkennen. Iedereen draagt met zich, door het leven heen, de beelden van zijn jeugd, de straat waar hij woonde, de eerste begrafenis die hij meemaakte, de kermissen, het uitzicht van zijn dorp, de woorden van typische mensen. Dit alles verzamelt zich tot een geaardheid, die van ons is, en die verschilt van mensen uit andere streken. Dit te cultiveren, te bewaren en aan het vergeetboek te ontrukken, is het werk geweest van Magda Cafmeyer voor wat de streek betreft van het noorden van onze provincie. Haar werk heeft daarmede de waarde gekregen van een document, iets dat ons leert en waarschuwt. Om maar één facet van haar rijk gedocumenteerd werk te belichten: de rijmpjes, versjes, aftelrijmen enz... De poëzie, met haar alliteraties en herhalingen, zit diep in ons volk. Honderden ideëen worden onder berijmde vorm aan de nageslachten overgeleverd; het zijn zovele getuigenissen en bewijzen dat ons volk veel dieper denkt, veel meer welbespraakt is, dan wij op het eerste gezicht zouden denken en dan wij er de naam van hebben. Een ander rijke documentaire waarde heeft dit boek gekregen door de vele illustraties, die gebeurtenissen, kledij enz. voor de toekomst hebben vastgelegd; tinnen schotels, hinkelen met de ka, kind in de loopbank, melkezel in de stad, spellewerkschool, afvuren van feestkanontjes, beste kamer, alkove, rossekot, bollen, vogelvanger, over eerde liggen, strooien kruis enz.
Van Doop tot Uitvaart is een boek dat men vaak terug opnemen zal, op ogenblikken namelijk dat men het eenvoudig leven terugvinden wil, zonder de complicaties van theorieën, want dat al ingewikkeld genoeg is. De ‘Bond der Westvlaamse folkloristen’ die deze uitgave onder zijn hoede nam, heeft hiermede uitstekend werk gedaan. De publicatie zelf is een staaltje van edele en onberispelijke drukkunst.
fb