L'Oeil
Het oktobernummer van het bekende tijdschrift L'Oeil bevat een lezenswaardig, ook biografisch vrij interessant artikel over Henri Rousseau, de vader van het naïvisme. Het wordt geïllustreerd met een goede keuze uit dit vreemde werk. Over Jean Prouvé, een vooruitstrevende Franse architect, in wie Le Corbusier al zijn hoop stelt, wordt eveneens een belangrijke bijdrage afgedrukt met talrijke foto's o.a. van de Cité Universitaire van Nancy, een overdekte markt van Clichy, het ‘huis’ van de abbé Pierre en verschillende hoogbouwconstructies.
Tenslotte is een reportage gewijd aan het huis van de Engelse romancier Somerset Maugham, die een belangrijke verzamelaar is van hedendaagse kunst.
Het novembernummer van ditzelfde tijdschrift bevat een merkwaardige studie over de vraag of artisten en architecten van de 20ste eeuw kunnen samenwerken? De vraag wordt gesteld naar aanleiding van de inhuldiging van het Unescogebouw te Parijs. Dit gebouw dat in 1955 werd opgezet, is op 3 november j.l. ingehuldigd. Het is een werk van de architecten Breuer, Nervi en Zehrfuss, dat meteen de hedendaagse architectuur binnenbrengt in volle Parijs (place de Fontenoy). In de jongste geschiedenis merken we dat steeds grote artisten werden aangesproken om bepaalde gebouwen te decoreren: Vuillard en Bonnard (Théâtre du Palais de Chaillot), Munch (universiteit Oslo); Maurice Denis (Théâtre des Champs-Elysées); Delacroix (St.-Sulpice). Dichter bij ons staan een serie moderne kerken, en een onderneming zoals de WT te Brussel. Voor het Unescogebouw te Parijs werden een hele serie grote kunstenaars aangesproken: Henry Moore, Pablo Picasso, Rufino Tamayo, Joan Miro, Karel Appel, Afro, Calder enz... Pierre Montal, de auteur van dit artikel is natuurlijk opgetogen over het principe, maar heeft niet veel goede woorden voor de muurschilderijen van Picasso en co. Deze schilderijen zijn gekenmerkt, aldus de auteur, door armoede, goedkope lelijkheid en onzin. Als dit waar is over de ganse lijn (voor sommige o.a. de 80 m2 grote wand van Picasso zijn we er vast van overtuigd), dan is