Enkele nota's over industriële vormgeving in Frankrijk
De lange industriële traditie van een land bemoeilijkt meestal zijn latere expansie. Deze vorm van inertie schijnt op de geschiedenis der mensheid een diepe stempel te drukken: een voorsprong keert op een bepaald moment der evolutie om in een rem voor een verdere ontwikkeling. Waarschijnlijk hierom heeft Frankrijk, het oude industrieland, een zo grote achterstand in te lopen op Scandinavië wat de industriële vormgeving betreft. Het land dat terecht door velen beschouwd wordt als de bakermat van goede smaak en kunstzin, heeft dan ook meer dan welke andere streek af te rekenen met de xixde eeuwse gerichtheid van industrie en groot publiek. In geen ander land hebben de vernieuwers het zo moeilijk, hebben de avant-gardisten een ekonomisch zo goed georganiseerde weerstand te overwinnen. Daarom is het niet uit Frankrijk dat een grote, en vooral sociaal verantwoorde, stootkracht komt voor de vernieuwde vormgeving. Het zou in dit verband een boeiend onderwerp voor een uitgebreide studie zijn te onderzoeken hoe groot de omzet is van de xixde eeuwse of modernistische kitschproducten van enkele grote magazijnen, en de omzet van de enkele ontwerpers van rationele en echt-moderne vormen. Een wandeling doorheen de winkelstraten van Oost-Parijs zou een onvoorbereid bezoeker terecht kunnen doen veronderstellen dat hij zich in de verste uithoek van een achterlijke provincie bevond!
Frankrijks aandeel in de industriële vormgeving van onze dagen is het werk van enkele moedige enkelingen.
Dat was al te zien op het laatste salon der mecanographie, waar alle schrijf- en rekenmachienen vormelijk moesten onderdoen voor de smaakvolle buitenlandse - inzonderheid Italiaanse - modellen. De Franse constructeurs kunnen heel veel leren uit de architectonische opvatting van de halle waarin hun tentoonstelling werd gehouden: het nieuwe expositiepaleis van A. de Mailly. Door een grote koepel, steunend op slechts drie enorme steunpunten, wordt een ruimte overspannen welke groter is dan de hele Place de la Concorde! De drie basissen zijn met elkaar verbonden door onderaardse kabels welke de boog der betonnen constructie aanspannen. Op die manier kan het beton ademen, kan het bewegen zonder in te storten. Zonder dat we de kabels kunnen zien, beseffen we de wonderlijke opvatting van deze onderbouw.
Dat is niet het geval in een vooraanstaande uiting van de industriële vormgeving der Franse industrie. Mag de carosserie van de D.S. en I.D. van Citroën terecht als vooruitstrevend bestempeld worden, zowel wat ruimteschepping, als wat comfort en vormgeving betreft, toch valt iets ongerechtvaardigds op in deze stoutmoedige creatie. Toen op het automobielsalon alleen de motor en het onderstel werden getoond werd dit gebrek duidelijk. Er is inderdaad geen verband tussen de minuscule motor en de stroeve, simplistische wielverbindingen enerzijds, en de weergaloze carosserie anderzijds. Dit lijkt trouwens de ziekte van de meeste carossiers. Het is dus niet in de grootindustrie dat we interessante vormen zullen vinden. Trouwens een decoratie-industrie bestaat niet in Frankrijk. De meubelfabrieken, de ceramiekateliers zijn voor het overgrote deel nog artisanaal. Kunnen we een beter voorbeeld geven dan de tapijtweverijen van Aubusson. Al de creaties in deze sector zijn dan ook sociaal niet verantwoord, vermits peperduur. Wat niet belet dat de meubelen van Charlotte Perriand, Jean Prouvé en de voorwerpen van Vignoud, alle uitgegeven door Simon op de Boulevard St.-Germain, behoren tot de beste meubelen welke momenteel gemaakt worden.
De tafel van hun recentste eetplaats heeft de vorm van een afgeronde, onregelmatige driehoek, met één grote zijde. De nadelen van de rechthoekige tafel, welke de conversatie bemoeilijkt, en van de ronde tafel, welke de bediening zeer ingewikkeld maakt, werden hier vermeden en elegant opgelost. Drie tafelpoten - twee ronde en een grotere in boogvorm - staan vrij ver binnenwaarts, zodat ze niet hinderen, en de tafel een maximum praktisch comfort schenkt. Het hout is niet gekleurd, noch met enig chemisch produkt bewerkt tegen de inwerking van tafelzuren, wat een nadeel is bij het gebruik, doch wat de schoonheid van een prachtige lichte mahoniesoort verhoogt. Eerbied voor de schone vorm en de schone materie schijnen trouwens de voornaamste bekommernissen van de ontwerpers te zijn geweest. Bij dergelijke meubelen past de eenvoudige ceramiek van Joulia of Mohy omdat zij juist de nodige dosis poëzie geven aan deze rationele meubelen. De Franse industriële vormgeving wordt immers gedetermineerd door de nog artisanale productiemiddelen, en door de individualistische geaardheid van dit op poëzie beluste volk.
W. Volkaert