West-Vlaanderen. Jaargang 7
(1958)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
Civitas Dei
| |
[pagina 218]
| |
[pagina 219]
| |
Duitsland
Cliché: Les Beaux-Arts Na een drietal wandelingen in versneld tempo over het expo-terrein is het alleen mogelijk enkele doorsnee-indrukken ten beste te geven over de tentoonstellingsarchitectuur, onder voorbehoud dan nog dat nieuwe ontdekkingen achteraf het gegeven totaalbeeld komen wijzigen. In deze vluchtige balans mag een eerste meldenswaardig positief feit naar voor worden gebracht: het publiek, vroeger blijkbaar onwennig tegenover moderne architectuur, aanvaardt in de expositie deze architectuur als een natuurlijke zaak. Dit aanvaarden gebeurt nog wel niet met voldoende zin voor kwaliteit, niet allen begrijpen dat er een wereld ligt tussen de banaliteit van het Congolees paviljoen en de verfijnde klassiek van het Duitse, niettemin is het reeds de moeite waard wanneer het publiek moderne architectuur niet meer ‘raar’ vindt, het betekent reeds heel wat voor architecten en ontwerpers wanneer bepaalde ingewortelde vooroordelen verdwijnen die tot nu onoverkomelijke hindernissen bleken te zijn. Een tweede positief feit ligt hierin dat, waar men aan de moderne architectuur verweet een eentonige en koud-nuchtere formule te zijn, iedereen onder de indruk moet komen van de rijke verscheidenheid en de grote verfijning waartoe deze architectuur in staat is. Het duidelijkst blijkt zulks bij een wandeling door de buitenlandse afdelingen waar enkele paviljoenen een meer dan gewone kwaliteit bezitten. Het beste dat we er te zien krijgen haalt het, niet door gezochte decoratieve vormen noch door camouflage-gevels, maar door een authentiek gebruik van materialen en constructiemiddelen in een klare en geraffineerde structuur.
Japan
Cliché: La Maison | |
[pagina 220]
| |
Nederland
Foto Cies de Boer - Cliché La Maison
Joego-Slavië
Cliché: Les Beaux Arts
Duitsland
Cliché: La Maison | |
[pagina 221]
| |
Wellicht zijn de meest voorname uitingen hiervan: het Duitse en Joegoslavische paviljoen, verder ook de paviljoenen van Noorwegen en Japan en zeker niet minder boeiend dat van Spanje. In deze rij en in dezelfde geest komen ook te staan de paviljoenen van Nederland, Turkije, Zwitserland. Het paviljoen van de Verenigde Staten, dat buiten een enigszins blufferig geval is geworden, vertoont echter binnen een buitengewoon aantrekkelijke ruimtelijke oplossing. Een zelfde discordantie tussen buiten en binnen treft ons in het Finse paviljoen, buiten eerder stroef binnen een verfijnde ruimtelijke inrichting. Het enthoesiasme voor het Franse paviljoen kan ik slechts gedeeltelijk delen, een buitengewoon stout stukje techniek is het ongetwijfeld, de zware geledingen van de lange gevel, die het dak niet ondersteunt of dit althans niet zou mogen doen, geven echter willens nillens de indruk een dragende rol te vervullen, zodat veel van de structurele indruk verloren gaat. Na het bezoek aan de buitenlandse sectie bieden de Belgische paviljoenen, er zijn gelukkig enkele uitzonderingen, een ontgoochelende indruk, te veel decor en te veel droge structuren. Ook het atomium, dat ongetwijfeld een technische prouesse is, mist structurele gaafheid en echt architecturale kwaliteiten. Een ander negatief aspect wordt ons geboden door de algemene aanleg van de tentoonstelling, of beter gezegd door de afwezigheid van aanleg. Waar een poging werd gedaan is het op een tamelijk vervelend monumentalisme uitgelopen. Waar een poging tot originaliteit werd gedaan heeft men ons het onogelijk gevaarte van de loopbrug opgedist. Alles samen dus veel goeds en veel zwakke dingen, enkele schitterende buitenlandse prestaties tegenover een minder briljante Belgische bijdrage. p.f.
Frankrijk
Cliché: Les Beaux-Arts
Verenigde Staten van Amerika
Cliché: La Maison |
|