Kunstaktualiteiten
Brugge
* De letterkundige Prijs van de Provincie West-Vlaanderen werd in 1957 uitgeloofd voor het essay.
De Jury was samengesteld uit de heren J. Storme, lid van de Bestendige Deputatie, voorzitter; Dr. J. Goossenaerts, Dr. M. Grypdonck, Dr. V. Leemans, Dr. R.F. Lissens, Z.E.H. Kan. Dr. R. Stock, leden; G. Gyselen, hoofd van de Dienst voor Culturele Aangelegenheden, secretaris-verslaggever. De h. J. Rotsaert en Dr. A. Smeets namen deel aan de deliberatie als leden der Provinciale Commissie.
Van de 14 inzendingen werden uiteindelijk de volgende vier weerhouden:
Frans-Jozef Blieck onder schuilnaam Otto, Aspekten van Dirk Coster onder schuilnaam 't Kan Verkeren, Mens en Historische rede onder schuilnaam J. Marinus, en Positief en Negatief onder schuilnaam Jonathan.
Hier volgen de belangrijkste fragmenten uit het verslag van de jury, dd. 14 november 1957.
De Jury is algemeen van oordeel dat de inzending, getiteld: ‘Mens en Historische rede - een essay over de algemene filosofie van José Ortega y Gasset’, ingediend onder schuilnaam J. Marinus, zo transcendent is dat daartegenover de andere werken niet meer in aanmerking kunnen komen.
Enerzijds prijst de Jury de geleidelijke uitbouw van de opvattingen zoals zij gegroeid zijn in de filosofie van de auteur en in het kultuurhistorisch milieu waarin die heeft geleefd. De gehele achtergrond van het denken van Ortega wordt in forse en bovendien heldere trekken ontleed en gesitueerd.
Anderzijds erkent zij de essayistische kwaliteiten, vooral in het laatste syntetisch opgevat gedeelte. De letterkundige vorm is sierlijk en verantwoord en laat ruimte over voor de scheppende verbeelding bij de lezer. Enkele herhalingen hadden achterwege kunnen gebleven zijn. De bronverwijzing is vrij uitvoerig doch het nut ervan wordt graag erkend.
De Jury is, met eenparigheid van stemmen, van oordeel dat de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen aan deze inzending de Prijs mag toekennen.
Nopens de andere drie inzendingen welke werden weerhouden, gaf de Jury haar mening te kennen als volgt:
Positief en Negatief door Jonathan, is een leesbare wetenschappelijke uiteenzetting, geschreven in een origineel ritme, helder hoewel tamelijk egaal van betoog. In zijn genre steekt dit werk gunstig af bij andere verhandelingen over gelijkaardige ‘dorre’ onderwerpen.
Aspekten van Dirk Coster door 't Kan Verkeren, is een begaafd werkstuk. Het geeft blijk van een goede kennis én van Coster zelf én van zijn werk; het is bovendien goed geschreven, echter nogal ongelijk in het stellen, het benaderen en het belichten van het probleem. Coster wordt inderdaad te eenzijdig verdedigd tegen al de anderen op grond van een aanvechtbare verabsolutering van de vormkracht en van een al te vage humaniteit. Het bewijsmateriaal, o.a. de fragmenten uit brieven van de behandelde figuur, wordt onvoldoende verantwoord, vermits citaten welke als bewijsmateriaal zouden moeten fungeren, ontbreken. Deze studie verdient nochtans een aanmoediging.
Frans-Jozef Blieck door Otto, is naar de indruk van de Jury geen essay. Nochtans wordt de vlijt van de auteur naar waarde geschat. De studie zou, mits herwerking, zeker dienst kunnen bewijzen. Otto heeft zijn beperkt terrein helemaal afgegraasd. Hij had nochtans duidelijker moeten aantonen dat de behandelde figuur in Vlaanderen een type geweest is in de literaire ontvoogdingsstrijd; hij had hem daarom op meer levendige wijze in zijn tijd moeten situeren.
De Jury komt tot het besluit dat de inzendingen van Jonathan, 't Kan Verkeren en Otto, drie waarden vertegenwoordigen die niet met elkaar kunnen vergeleken worden.
Na het betrekkelijke in deze waarden t.o.v. het bekroonde werk te hebben onderstreept, erkent de Jury in voornoemde inzendingen kwaliteiten te hebben ontdekt die een aanmoediging verdienen.
Op haar voorstel heeft de Bestendige Deputatie, in zitting van 22 november 1957, de uitslag van de Provinciale Prijskamp vastgesteld als volgt:
De prijs van 25.000 F aan Pater J.H. Walgrave, voor zijn werk ‘Mens en Historische Rede - een essay over de algemene filosofie van José Ortega y Gasset’.
Drie premies van elk 5.000 F aan:
- de heer Paul De Wispelaere uit Sint-Andries, voor zijn werk ‘Aspekten van Dirk Coster’.
- de heer Roger Fieuw uit Roeselare,