Vorm en functie in de natuur
Andreas Feininger, fotograaf van het Amerikaanse tijdschrift Life, en zoon van de bekende kubistische schilder Lyonel Feininger (1871-1944), heeft een boek gepubliceerd met 170 van zijn foto's, onder de titel Vorm en functie in de natuur. Oorspronkelijk werd het uitgegeven in het Engels (The anatomy of Nature), maar op slag werd het wereldberoemd toen het vlug na elkaar in het Frans en het Duits verscheen en nu ook reeds in het Nederlands voorligt.
Wie zich ook maar van ver met kunst
Het drieluik van Maria. De aanbidding der Wijzen, Jozef. Melchior en Balthazar. Madrid, Prado. (Cliché Elsevier, Brussel)
en kultuur inlaat, een intellectueel heet te zijn, moet dit boek lezen en inkijken. Het is gewoon verbazend wat die Feininger, die ook ingenieur en architect is, in de natuur heeft gezien, en met zijn camera weet te bereiken. Zowel het kleinste als het grootste, het meest verwarde en het puurste hebben zijn volle aandacht. Het doel van dit boek is dan ook een documentatie te leveren voor de eenheid der dingen in de natuur, voor hun onderlinge afhankelijkheid en hun gelijkenis; de schoonheid van de levende functionele vorm te laten zien en misschien vooruit te lopen op wat de wetenschap uiteindelijk nog zal ontdekken: het bestaan van een eenvoudig, algemeen plan. Tevens zit nog als doel voor de lezer en kijker het gevoel te geven dat hij verwant is met de stenen, de planten en de dieren.
Feininger begint heel ver in het heelal, uitgaande van Genesis 1. 3 ‘er zij licht, en er was licht’. Zijn foto's zijn inderdaad als beelden van de scheppingsdag; chaos en duisternis maken er plaats voor orde, vorm en licht. Een serie voortreffelijke foto's van galactische stelsels en spiraalnevels opent het boek... tot het licht, de zon door de bladeren van een bos breekt. Haar stralen waren acht minuten geleden nog 150 miljoen kilometer van ons verwijderd, noteert de schrijver, die in het gehele boek met zijn commentaar zeer beknopt, zeer nuchter maar zeer verklarend blijft. En daar trekt als een galerij voorbij van kunstfoto's: boomschorsen en dennennaalden, de wondere kracht van boomwortels, het tastende gebaar van de takken bij druiven en passiebloemen. Ook blijkt spoedig dat de natuur een beeld biedt van een eeuwig gevecht: planten stellen zich te weer door middel van doornen en stekels, bij sommige zelfs door bepaalde olielagen die de bladeren bedekken. De meest abstracte sculpturen en de meest surrealistische schilderijen schijnen zo maar uit de natuur weggelopen, voor wie als Feininger kijken en redeneren kan. Soms haalt hij een detail uit een beeld, dat dan bijvoorbeeld twintig maal vergroot een bijzondere aantrekkelijke vorm en constructie vertoont. Wij vernoemen nog een interessante vergelijkende studie tussen dingen die op het eerste gezicht geen enkele verwantschap bezitten en toch soms opvallende gelijkenissen tonen; zo bijv. de beelden van de jaarringen op een boom en de verschillende aardlagen van een sedimentgesteente, en de auteur noteert weer heel typisch dat in beide beelden het verslag is neergeschreven dat de natuur van de geschiedenis heeft gemaakt. Zo gaat de schrijver door en vergelijkt de lagen van een stukje houtskool met de spiraalvormige gradaties van de Venusschelpen en de verschillende rotslagen van een gebergte. Sporen van dieren op zand of sneeuw zijn altijd boeiend. Op de foto's van Feininger vormen ze een
buitengewone en onverwachte grafiek. En zo zoekt de lens van de fotograaf verder naar spinnewebben, naar het onuitputtelijke water van de zee, het meer, de gracht, naar ijsbloemen, pluimen en boomvertakkingen. Plots staat daar een