Felix Dalle: Reinaertprijs voor de roman
Maandag 9 december 1957 had te Brussel de uitreiking plaats van de Reinaertprijzen. Twee Westvlamingen werden er bekroond: de Izegemnaar E.H. Felix Dalle voor zijn roman Bieten en de uit Roeselare afkomstige en thans in Kongo werkzame journalist Jos Lamote voor zijn reisverhaal De kermis der profeten. Deze laatste is intussen terug naar Kongo vertrokken, na een verlofperiode in het moederland, gedurende dewelke onze redactie vruchteloos gepoogd heeft hem aan te treffen, tengevolge van de ongedurigheid die alle journalisten kenmerkt, verhoogd in het vierkant omdat Jos Lamote bovendien een koloniaal is; wij hopen de sympathieke hoofdredacteur van de Kongolese Week een intervieuw per brief af te nemen voor ons volgend nummer.
Felix Dalle, die wij in zijn ouderlijke woonst te Izegem zijn gaan opzoeken, was bij het begin althans niet zeer spraakzaam over zijn nieuwe roman Bieten. Hij verwees ons naar de uitspraak van de jury, waarvan o.a. Albert Westerlinck, Hubert Van Herreweghen en Paul Hardy deel uit maakten. Het verslag van deze jury, zoals het door dhr Hardy afgelezen werd, is inderdaad zeer welsprekend: Wat de romanprijsvraag betreft viel de keus geenszins moeilijk. Geen der andere inzendingen kon nl. opwegen tegen het bekroonde werk Bieten van Felix Dalle. De schrijver geeft een geromanceerde kroniek - over een periode van enkele tientallen jaren - uit het bestaan van de Westvlaamse bietenkappers, die met seizoenarbeid in Frankrijk hun brood verdienen. De auteur beschikt over een suggestieve zeggingskracht die mede het eigen aspect van zijn litteraire persoonlijkheid bepaalt. Felix Dalle heeft in de sociale roman Bieten getoond een schrijver te zijn met rijk levensinzicht die tevens het vermogen bezit dat levensinzicht aan anderen mede te delen, in een bewogen breed geborsteld verhaal waarin het tot ware menselijkheid wordt gekristaliseerd.
De schrijver, die zoals men weet niet aan zijn eerste werk toe is, begon zijn priesterloopbaan eigenlijk als leraar wiskunde. Als jeugdvriend stond hij temidden der jongeren, die hem hun vertrouwen schonken. Wegens zijn schrijverstalent werd hij gelast met de redaktie van het zeer verspreid studentenblad De Knape; hij vond het weldra vervelend links en rechts om artikels, verhalen en tekeningen te zagen en begon maar zelf te schrijven en te tekenen: alles vloeide hem zo maar uit de pen, want hij beschikt over een ongebreideld, een fabuleus verbeeldingsvermogen (nu nog voedt hij aldus heel wat bewegings- en jeugdbladen met lectuur). Dat trok de aandacht van de leiding van verscheidene reeksen van jeugdliteratuur (zoals P. Van Laer s.j.), die zijn medewerking vroegen; zo ontstonden verscheidene jeugdromans, waarvan enkele pareltjes zijn van het genre.
Hij zelf beschouwde dit alles slechts als een soort letteroefeningen, want meer en meer dacht hij eraan eigenlijke romans te gaan schrijven, want hij was razend voor alles wat kunst was, hoewel hij van huize uit eerder gericht was op wiskunde en positieve wetenschappen. Maar bovenal gaat zijn belangstelling naar de mensen en hun problematiek, hun strijd met het leven, hun grootheid en zwakheid. Hij schreef een eerste roman, die hij nog opgeborgen en besloten houdt, omdat het ogenblik nog niet gekomen is om hem te publiceren; het verhaal speelt in een midden van intellectuelen.
Maar intussen is de schrijver jaren lang werkzaam geweest voor de zielezorg in een kliniek waar zeer vele seizoenarbeiders opgenomen worden; uit de omgang met die
mensen en de genegenheid, die hij voor hen koesterde, ontstond de behoefte over hen een boek te schrijven. In minder dan twee maanden was het af en het werd geschreven in de weinige vrije uren die een zware dagtaak overliet. Sommige trimards kunnen episch vertellen en zijn zelf zeer schilderachtige figuren, wat hem zeer heeft geholpen om zijn verhaal op gang te krijgen. Het boek van Warden Oom
De trimards heeft hij niet gelezen. De aard zelf van zijn verhaal bracht Felix Dalle ertoe een harde, rauwe, korte stijl aan te wenden, met een zenuwachtig ritme, zoals men het in de moderne literatuur meer aantreft; dit geeft vooral aan sommige grootse tonelen, zoals de beschrijving van de dood van Octaaf, de oude seizoenarbeider, een buitengewone kracht en fascineringsvermogen, aldus oordeelde de jury van de Reinaertprijs.
Bieten wordt dit jaar in de Reinaertreeks uitgegeven.
Felix Dalle heeft aldus met brio de weg ingeslagen der romanliteratuur. Het is des te belangrijker omdat hij als priester op dit gebied een belangrijke taak kan vervullen; maar het stelt daarom juist ernstige problemen, waarvan hij zich volkomen bewust is.
West-Vlaanderen heeft enkele maanden geleden een gedicht van hem gepubliceerd, dat buiten zijn medeweten door een vriend naar de redactie was gezonden. Hij heeft reeds een uitgebreide bundel poëzie klaar, maar ook dat denkt hij voorlopig niet te publiceren. Volgende verzen hebben wij er uit gelicht:
Het monotone droppen van de regen
brengt het braakland van mijn ziel
Langzame wandelaars, vergeten dromen
glijden in de mist voorbij,
Enkele maanden geleden werd hij aangesteld voor de Middenstand in het Kortrijkse en werd tevens in een paar middelbare scholen gelast met godsdienstonderwijs. Wij wensen hem een vruchtbaar apostolaat en verhopen tevens dat hem de tijd zal gegund zijn om ook op letterkundig gebied voort goed werk te verrichten.
Het initiatief van de S.V. Arbeiderspers, om met de medewerking van de BAC-Centrale Depositiekas en de Antwerpse Volksspaarkas, de Reinaertprijzen in te stellen, dient ten zeerste toegejuicht te worden. De christelijke arbeidersbeweging bewijst aldus, naar het woord van de Voorzitter P.W. Seghers, dat zij zich niet alleen inspant voor de materiële welstand der arbeiders, maar ook voor hun geestelijke rijkdom; immers de democratie moet niet noodzakelijk een slechte tijd zijn voor de kunst en de literatuur; zij moet ook een stimulans zijn voor de geestelijke produktiviteit; door deze prijzen blijkt dat de christelijke democratie weet te waarderen wat onze schrijvers voor ons volk presteren.
A.S.