Raymond Leroy
In de groep Westvlamingen, die verleden jaar te Antwerpen een gezamenlijke tentoonstelling van schilderwerken hielden, is de Blankenbergse schilder R. Leroy op bijzonder gunstige wijze opgevallen. ‘Zijn werken zitten vol rhythme en verbeelding. Zij behoren wellicht tot het zuiverste van het salon’, oordeelde De Gazet van Antwerpen. En naar aanleiding van het meubelsalon te Gent schreef K. Elno dat zijn murale composities in plaatijzer de aandacht verdienden.
Als het ooit mogelijk was een kunstenaar te beschouwen als een niet-romantieker, dan zou bij een eerste beschouwing van zijn werk Leroy inderdaad mogen aanzien worden als behorend tot die groep, welke met romantiek niets te maken heeft. Maar elke kunstenaar is, of hij het beseft of niet, ten slotte toch een op romantiek ingesteld wezen; bij de enen valt het dadelijk op, bij de anderen is het moeilijk naspeurbaar. Bij Leroy overweegt het rationele element; zijn verbeelding staat in dienst van de praktijk, zoals deze moderne tijden het eisen; zijn ijzersculptuur hoort thuis in een moderne flat, zijn schilderkunst met de zeer
Raymond Leroy: Sculptuur.
gevoelige kleuren en ‘soepele’ kombinaties heeft een decoratieve funktie. Ongetwijfeld heeft hij zijn hart en ziel verpand aan het non-figuratieve, maar wanneer de behoefte zich laat voelen, staat geen enkele eed het figuratieve in de weg. Hier kan dus gevreesd worden, dat een dusdanig modern eklektisme de kunstenaar in de kiem zou doden. ‘Een lijn trekken tussen kunst en doelbewust praktisch werk is moeilijk’ zegt hij zelf. En een ogenblik later nog voegt hij eraan toe: ‘Kleur is zeer belangrijk als aanvullend element van ons grijs klimaat; ze wordt niet genoeg aangewend in onze interieurs en in onze architectuur’.
Als men dan nog weet, dat hij kleurenadvizeur is van een fabriek in het Brusselse, dan rijst vanzelf de vraag welke rechten het niet-renderend element in zijn werk nog bezit. Toch bedriegt ook hier de schijn. Dit werk is leefbaar buiten de grenzen waarin en waarvoor het werd geschapen. Een eenvoudig gebruiksvoorwerp als een bank, die voor een tuin in een kleuterschool werd ontworpen, dringt zich door zijn lijn, door de volheid, waarmee het werd ontworpen, aan de meest steigerende geest op; zijn tot ruimten gekapt ijzerwerk is geen eenzijdige vormschoonheid, het paneel aan de muur, dat geen naam kan dragen, spreekt met zijn licht purpere tinten en omranding van geel en zwart onweerstaanbaar tot het gemoed. Hier werd ten andere met onbetwistbaar meesterschap uitgevoerd wat zeker lange tijd de kunstenaar zelf in beroering heeft gehouden; de gave artiest haalt het op de cerebrale geest. Leroy heeft sinds lange tijd zijn klimaat gevonden; zijn laatste werk vertoont nu ook de rijpheid en de gedegenheid, welke veel modern werk aanvaardbaar en genietbaar maken. Hij moge zijn weg verder in steeds groeiender kunstenaarschap begaan.
fb