| |
| |
| |
Kunstactualiteiten
In memoriam pater Jozef Boon
Het afsterven van Pater Jozef Boon is een verlies vooral voor de opvoeringen van het H. Bloedspel te Brugge, die precies dit jaar in augustus zullen plaatsgrijpen, maar ook voor het religieus toneel in ons land en zelfs in West-Europa. Pater Boon was inderdaad tot ver buiten onze grenzen bekend als auteur van een hele reeks religieuze toneelwerken en als bezieler van talrijke toneelopvoeringen en toneelcongressen. 46 van zijn werken werden in zes talen vertaald.
Pater Jozef Boon werd in 1900 geboren te Halle. Na handelsstudies werd hij sekretaris bij de inspectie van het lager onderwijs. In 1921 trad hij in het noviciaat der Paters Redemptoristen en in 1927 werd hij priester gewijd. In 1932 promoveerde hij tot licenciaat in de Germaanse letteren te Leuven en tot 1944 was hij leraar aan het college te Essen.
In 1938 werd hij aangesteld als algemeen leider van de opvoeringen van het door hem ontworpen en geschreven Heilig Bloedspel te Brugge, en in 1947 stichtte hij het blijvend Gezelschap van het H. Bloedspel en het toneeltijdschrift De Graal, waarvan voor enkele weken een speciaal nummer verscheen gewijd aan het leven en het werk van Pater Boon.
De naam van deze dynamische figuur blijve onafscheidbaar verbonden aan de vele vernieuwingspogingen die hij in Vlaanderen ondernam ten bate van het religieus toneel, en bepaald aan het Heilig Bloedspel te Brugge, dat nu al wereldbekend is.
| |
Antoon Nauwelaerts
Op 23 mei overleed te Brugge de heer Antoon Nauwelaerts, ere-stadsbeiaardier. De h. Nauwelaerts werd in 1886 geboren te Lier; zijn vader was eveneens beiaardier. De h. A. Nauwelaerts voelde zich van jongsaf aangetrokken tot het beiaardspel. In 1911 greep te Brugge een grote internationale wedstrijd voor beiaardspel plaats. De jury, onder voorzitterschap van Karel Mestdagh, kende de eerste prijs toe aan Antoon Nauwelaerts, die in 1913 de heer Karel Dupan opvolgde als Brugs stadsbeiaardier. In 1938 werd hij naar aanleiding van zijn zilveren ambtsjubileum gehuldigd. In 1949 ging hij met rust, en werd op de Brugse Halletoren opgevolgd door de h. Eugeen Uten, de tegenwoordige stadsbeiaardier.
| |
Middeleeuwse wagenspelen te Oedelem
Wanneer het toneel uit de kerk werd geweerd, hadden de vertoningen eerst plaats op het kerkhof, daarna op markten, openbare plaatsen, drie- of vierwegscheden.
Voor vertoningen van kleinen omvang en bepaald voor kluchten, boerten of sotternieën, esbattementen, factiën, faertsen, cluyten zoals men voorheen zei, werd er weldra afgezien van het optimmeren van stellingen verhogen of schavotten; men nam zijn toevlucht tot wagens waarop een planken vloer werd gelegd, die wagens werden langs drie zijden behangen en versierd. De stukken daarop vertoond noemde men wagenspelen. Men reed met de wagen van de ene plaats of straat naar de andere, zodat het stuk op één dag meermalen werd vertoond, zonder dat de spelers hun wijk mochten verlaten. De gemeentebesturen gaven zelfs toelagen aan de spelers: om de goede lieden van de stede te vermaken.
De oorspronkelijke kluchten (boerten) uit de xive eeuw, kenschetsen zich door gebrek aan intrige en karakterschildering. Er wordt slechts één dwaasheid, één feit, één ondeugd in afgeschilderd; de dialoog is vloeiend, vol leven, en de stukken tintelen van frisheid, geschreven in de schilderachtige en kernachtige taal van de tijd en passend aan de aard van 't onderwerp.
Niet zelden plaatste men rechts en links van en in de achtergrond van de wagen, banken waarop de notabelen van de wijk of van het gebuurte, gedurende het spel plaats namen, zonder in enige wijze de spelers in hun bewegingen te belemmeren.
Op zondag 28 april greep te Oedelem een festival plaats van middeleeuwse wagenspelen.
De ‘Koninklijke Vlaamse Strijdbroeders’ - ‘Rederijkerskamer van Sint Elooi’, uit Knesselare (winnaar van de provinciale schaal van Oost-Vlaanderen in 1950 en 1953) speelde een fragment van Reinaert de Vos van Pol de Mont, naar het oude dierenverhaal.
De Aloude Rhetorycken Camere van het Heylich Cruys, uit Sint-Michiels (gesticht in 1621) voerde op De duivel te sterk, een cluyte naar het oud verhaal door Jef de Vroye.
De Vrije Camere vander Rethorycken der Weerde Drie Santinnen, uit Brugge (gesticht in 1474) vertoonde Die genouchlike Cluyte van Dulle Mie.
| |
Ieperse hulde aan Westvlaamse kunstenaars
De Ieperse Kunstkring Richten bracht zondag 14 april in de stadsschouwburg, hulde aan enkele Westvlaamse komponisten en schrijvers.
Onder leiding van Guido Van Overbeke voerde de koorafdeling werken uit van Remi Ghesquiere, Baron Jozef Ryelandt, Hans Reinke, Maurits Deroo, Prosper Van Eeckhaute, Jean Decadt, Jules Bouquet, Lionel Blomme, André Moerman, Herman Roelstraete, Hilmer Verdin en Willy Ostijn. Men hield zich kwasi uitsluitend aan het klassieke genre. Van hedendaagse experimentele muziek was praktisch geen sprake. Dat ieder werkje een eigen cachet droeg pleit voor onze kunstenaars. De interpretatie door het koor was verzorgd tot in de geringste details.
Kunstdeklamator Gerard Vermeersch, eerste prijs Koninklijk Konservatorium Gent en lid van het dramatisch gezelschap N.I.R. droeg uitstekend voor uit het werk van Andries Poppe, André Demedts, Nand Vercnocke, Karel Jonckheere en Marcel Matthijs.
Onze Voorzitter, Bestendig Afgevaardigde Jozef Storme hield een hartelijke toespraak. Burgemeester Albert Dehem zette de ouderdomsdeken der Westvlaamse komponisten in de bloempjes en schonk hem het eremetaal van de stad Ieper.
De heer Ghesquiere dankte iedereen op de hem eigen humoristische wijze.
Naast Remi Ghesquiere haden de kunstenaars Maurits Deroo, Lionel Blomme, Jean Decadt, Hans Reinke, Herman Roelstraete, André Moerman, Hilmer Verdin en Willy Ostijn eraan gehouden deze
| |
| |
huldezitting met hun tegenwoordigheid te vereren.
- Door dit initiatief bewees de Ieperse Kunstkring Rïchten het werk van onze eigen kunstenaars naar waarde te schatten. Mocht het voorbeeld navolging vinden.
H.D.
| |
Vormen van heden
Van 8 juni tot 1 juli wordt in het Casino te Knokke een expositie georganiseerd onder de titel Vormen van Heden. De inrichters zijn Luc Peire en K.N. Elno. Er zal werk tentoongesteld zijn o.a. van Luc Peire, Mara, Michel Martens, Anton Pevsner, Gilioli, Bertoia, Florence Knoll, Ferdinand Vonck, enz...
| |
Nederlands toneel te Oostende
De plaatselijke afdeling van de Vlaamse Toeristenbond heeft het initiatief genomen tot het oprichten van een kring ‘De vrienden van het Nederlands toneel’. Daartoe werd een oproep gericht tot alle Vlaamse culturele verenigingen van de stad, zodat de kring definitief gesticht werd in samenwerking met de plaatselijke toneelbonden.
Een der eerste activiteiten van deze groepering, die onder het voorzitterschap staat van Dr. Crauwels, was het inrichten van een opvoering van de K.N.S., die doorging op 10 april in de Koninklijke Schouwburg, met De Regenmaker. Het is een zeer geslaagd experiment geweest; het bewijst dat ook te Oostende belangstelling bestaat voor goed Nederlands toneel, en niet alleen dus voor de Franstalige opvoeringen, die elkaar in Schouwburg en Kursaal opvolgen.
Daarom werd besloten door te zetten. Voor het volgend winterseizoen staan reeds vier K.N.S. voorstellingen op het programma. Verder zijn enkele voorstellingen door beroepsgezelschappen uit Nederland voorzien; dit zouden dan waardige tegenhangers worden van de Franse voorstellingen.
Het belang dezer kultuurprestaties kan niet hoog genoeg geschat worden, gezien de betekenis van Oostende, dat als kultuurcentrum met zijn Kursaal een zeer voorname plaats inneemt in dit land en tevens een belangrijke strijdpositie voor de Vlaamse kultuur is.
| |
Drie merkwaardige orgelconcerten in de Sint-Salvatorskathedraal te Brugge
De grote schaar kunst- en muziekliefhebbers die de drie vorige jaren in de gelegenheid gesteld werd om de recitals bij te wonen in de eeuwenoude kathedraal met zijn prachtig orgel - dat voor zulke gelegenheden steeds op kunstzinnige wijze verlicht wordt - zullen ongetwijfeld met genoegen vernemen dat deze lofwaardige traditie voortgezet wordt.
De reeks wordt op luisterlijke wijze ingezet door Helmut Wacha op zaterdag 20 juli te 19.30 u. De befaamde Bachvertolker en improvisator is algemeen gekend en gewaardeerd door de platenliefhebbers. Voor de ‘Deutsche Grammofongesellschaft’ verzorgt hij de vertolking van gans het orgeloeuvre van Bach. De kwaliteit van deze opnamen wordt in Europa zowel als in Amerika geprezen. Hij zal werken uitvoeren van Buxtehude en Bach om te besluiten met een improvisatie.
Als tweede solist treedt de organist-titularis, Kamiel D'Hooghe op de zaterdag 3 augustus te 19 uur (omwille van het H. Bloedspel dat te 21 uur op de grote markt zal doorgaan).
Na zijn vele internationale onderscheidingen en zijn concerten in Engeland, Nederland en Duitsland zal hij een programma bieden met werken van Händel, Raick, Bach, Franck, Peeters en Andriessen.
Op zaterdag 24 augustus te 19.30 uur wordt de reeks afgesloten door de Nederlander Albert De Klerk. Deze internationaal bekende improvisator zal natuurlijk een improvisatie ten beste geven op een tema dat hem gedurende het concert zal overhandigd worden.
Zijn programma vermeldt verder werken van Sweelinck, Dandrieu, Bach en Kodàly.
Deze orgelconcerten worden ingericht met de welwillende medewerking van het stadsbestuur en zijn gratis toegankelijk.
| |
Provinciaal toneeltornooi 1956-1957
Uitslag.
Behaalden de grootste onderscheiding en promoveren naar de Ere-Afdeling:
1. | St. Rembert, Torhout. 88% |
2. | Kink-Kank-Hoorn, De Panne. 82% |
3. | Pogen, Knokke. 81% |
4. | Op d'Hoogde groeyt d'Olijfboom, Hooglede. - Vreugd in Deugd, Moen. - Vereenigde Vrienden, Rumbeke. 80% |
Behaalden grote onderscheiding (de kringen worden vermeld in de alfabetische orde, zonder punten):
Voor Outer en Heerd, Alveringem; Dageraad, Bredene; Taal en Kunst, Kortrijk; De Kunstminnende Broeders, Menen; Ic Dien, Roeselare; Kunst en Broedermin, Staden; St. Katharinakring, Stene.
Behaalden onderscheiding:
Gudrun, Brugge; De Lustige Vrienden, Izegem; De Karel van Mander-Ghesellen, Meulebeke; De Vlaamsche Zonen, Rumbeke; Volksveredeling, Tielt.
Behaalden voldoening:
Doeomwel, Ardooie; Met Vlijt en Eendracht, Dadizele; Langhoirs-Victorinen, Poperinge.
Een ere-diploma voor de meest-beschaafde uitspraak wordt verleend aan de toneelkringen St. Rembert, Torhout en De Karel van Mander-Ghesellen, Meulebeke.
Bijzondere meldingen worden verleend aan:
- Mej. Suus Demarest, lid van de toneelkring St. Rembert te Torhout, voor haar vertolking van de rol van Maria Magdalena in De derde dag.
- Mevr. Fensie-Claeys, lid van de toneelkring Pogen te Knokke, voor haar vertolking van de rol van Henriette in Paula van Berckenrode.
De Jury was samengesteld uit:
Noordelijke groep: de heren F. Bourdon, Oct. Defoor, Ir. J. Demeester, M. Sercu en G. Gyselen.
Zuidelijke groep: de heren J. Storme, G. Libbrecht, G. Vandenbroeke, M. Vanden Driessche en H. Deylgat.
| |
Paul Klee
We mogen zonder overdrijving zeggen, dat de tentoonstelling Paul Klee in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel in maart en april, een zeldzame gebeurtenis was. Het kan geen ‘schok’-tentoonstelling genoemd worden, maar dat neemt niet weg dat zij o.i. de schoonste en rijkste gebeurtenis uit het kunstleven in
| |
| |
ons land vormt tijdens de laatste jaren. Al is het een spijtig feit, dat 17 jaar na zijn dood nog maar weinigen Paul Klee kennen, toch verheugde het ons een grote toeloop op de opening vrijdag 29 maart te hebben mogen zien vanwege kunstenaars en kunstminnaars. Dat het grote publiek slechts kan wakker geschud worden door een barnumachtige film of een schandaal of tien blijft een betreurenswaardige vaststelling.
De kunst van Paul Klee richt zich tot degenen, die geen haast hebben en zichzelf de tijd tot bezinning en dromen gunnen. Klee: alleen zijn naam reeds suggereert droom, evasie, poëzie van de meest zuivere en onverwachte soort. De tekenaar boeit evenzeer als de schilder; ze zijn even groot want onvervangbaar in ons tijdsbeeld. Hij neemt noch het publiek noch zichzelf beet en zijn humor is van de verhevenste soort, onbetaalbaar overrijk aan vindingskracht en onuitputtelijkheid.
De plastische rijkdom en verscheidenheid zijn in Klee's levenswerk onoverzienbaar. Wonderbaarlijk genoeg kan men bezwaarlijk vijf schilderijen en tekeningen tezamen aanduiden, die men best uit de tentoonstelling zou weglaten, omwille van hun nietszeggendheid. Klee is enig als mens en als kunstenaar en deze eerlijkheid komt in ieder werk van deze Zwitser tot uiting.
Klee ziet wel door de bril van het innerlijke, maar men merkt overal heel duidelijk het uitgangspunt dat bij hem stelselmatig maar op een meeslepende wijze vervormd en omgetoverd wordt. Zijn onderschriften zelf zijn dichterlijke, schijnbaar ver-gezochte titels, maar ze brengen u in de door hem gewilde onaardse sfeer, die al zijn scheppingen omsluieren. Een groot schepper vraagt aandacht voor zijn innigste dromen: wie zich de moeite getroost en ook de tijd, wordt binnengelaten in de kuise tempel van de eenvoudigste tot de meest ingewikkelde dingen en uitvindingen van Klee. Klee kan niet beter vergeleken worden, dan met een pikturaal en formeel uitvinder. Nooit stikt hij in zijn leerstellingen, die in zijn veelvuldige geschriften opgestapeld liggen als een kostbaar erfgoed voor de huidige en zelfs komende geslachten. Pas nu begint men overal in de wereld, waar opmerkelijk nieuw kunstonderricht gegeven wordt, de leergangen van Klee uit het Bauhaus te verspreiden en toe te passen aan de eisen van ons vernieuwd wereldbeeld.
Klee heeft nu eens alles toegepast, waarover hij geschreven heeft. Hij zegt: zie, zo moet het; hij bewijst wat het geeft door praktische kleurenkombinaties en vormeksperimenten. De uitzonderlijke waarde van Klee ligt er juist in, dat zijn droomneerslagen nooit bleven zitten in de stof van het eksperiment zelf, maar dat hij er integendeel steeds opnieuw volwaardige kunstwerken wist mee op te bouwen, tot stichting en vreugde van de latere generaties.
Het grote geheim van Klee berust erin, dat hij aan een kinderlijke visie een heel scherpe geest wist te paren.
Reeds in 1948 had hetzelfde Paleis een grote tentoonstelling van de Zwitserse meester gehouden, die 365 werken omvatte. Deze show is de bekroning. Elk schilderij, elke gouache, elke waterverf of tekening neemt ons mee op een avontuurlijke tocht doorheen een ‘botanischer Garten’ of een gekke historie, die ons doet glimlachen, maar op dit ogenblik reeds aandachtig toekijken om te ontdekken, hoe hij dit kon weergeven zoals nog nooit iemand vóór hem (en het zijn er tenslotte niet weinig en groten) het gedaan of opgemerkt had. Elk werk is een avontuur! Soms doorheen een wereld of een wildernis van lijnen en onbepaalbare kleuren, maar als einduitslag levert het steeds een kunstwerk op.
Emiel Bergen
| |
| |
| |
Wassily Kandinsky
Nu in het paleis voor Schone Kunsten te Brussel tot 30 juni 1957 een belangrijke overzichtelijke tentoonstelling van Wassily Kandinsky's werk gehouden wordt, nl. 45 werken stammend uit de trustees van het Guggenheim Museum te New York (bestuurder Sweeney is auteur van Abstract and surrealist art in America), dient gewezen op het uitzonderlijk belang van de schilder en kunstpedagoog die deze grootmeester der 20e eeuw was.
Met Paul Klee behoort hij tot de toppen van onze eeuw, naast grootheden als Schönberg, Strawinsky en enkele anderen.
Wie zijn schilderijen ziet of zijn boeken en essay's leest, meent te doen te hebben met scheppingen, die pas gisteren ontstonden. Hun boodschap en les behoren nog tot de onvoltooide en onontgonnen gebieden en slechts weinigen voelen hem aan en begrijpen tenvolle zijn boodschap.
Essays über Kunst un Künstler (heruitgegeven en besproken door Max Bill, stichter van de Hogeschool voor Vormgeving te Ulm) (Hatje, Stuttgart, 1955; 242 blz. + tekeningen), bevat zeer merkwaardige opstellen over nog zeer levende onderwerpen en veel waarheden gelden nu nog ten dage, misschien zelfs meer dan ooit! Regards sur le passé (1913 in oorspronkelijke duitse tekst), Über das geistige in der Kunst (1911 en nu 1952) en Punkt und Linie zu Fläche (1926 en 1955: beide laatste boeken eveneens door Max Bill opnieuw ingeleid en uitgegeven) voltrekken het portret dat men zich van deze uiterste begaafde en verfijnde mens en kunstenaar reeds lang voor ogen had, dank zij zijn bekendste schilderijen. (Uitgaven Bentli, Zwitserland; in engelse tekst in het Museum of non-objective art, New York).
De kenner en kommentator Bill schreef ook over Kandinsky een zeer uitstekende studie (Maeght, Parijs).
Men maakt geen kennis met een verdord oud professor, maar met een dynamische verstandelijk-doordringende geest, die ook in zijn beeldend werk uiting geeft aan een fel beweeglijk gevoel; gedragen door een subtiel, doch gespannen lijnenspel en ongewoon-sterk koloriet.
Hoe ver staat Kandinsky niet af van de russische suprematisten Lissitsky en Malevitch of konstruktivisten of de nederlandse groep De Stijl met Mondriaan, Vordemberge-Gildewart en Van Doesburg (die als paralleelrichting in het Bauhaus merkwaardige studiën lieten uitgeven).
Even verfijnd, veelzijdig als de andere Bauhaus-leraars Gropius, Moholy-Nagy, Schlemmer en zijn vriend Klee moet deze Rus geweest zijn. Uit zijn werk en woord straalt adel en hun waarde is tijdeloos want blijft onaangetast vér boven akademische verdorring en traditionele sleur verwijlen als een verkwikkende teug echt hedendaags denken.
Emiel Bergen
| |
Wedstrijd voor toeristische souvenirs
De Gemeentelijke Dienst voor Toerisme der Stad Poperinge richt een wedstrijd in voor toeristische soevenirs, met het doel dergelijke soevenirs, die door hun originaliteit een blijvende waarde bezitten, in de handel te brengen.
De ontwerpen moeten geinspireerd worden, hetzij door de cultuur of de nijverheid der streek, hetzij door de folklore of de geschiedenis der stad (b.v. de hopkultuur, Keikoppengilde, Meester Ghybe, Het Mirakel van O.L. Vrouw van St. Jan, enz.)
De personen die belang stellen in deze wedstrijd of verlangen er aan deel te nemen kunnen een exemplaar van het reglement bekomen bij de Gemeentelijke Dienst voor Toerisme, Stadhuis te Poperinge.
Deze wedstrijd wordt begiftigd met 10.000 F prijzen.
De ontwerpen moeten ingediend worden uiterlijk op 15 juni aanstaande.
Tentoonstelling en uitslag op 6 juli 1957.
| |
Belangrijke kunstgebeurtenissen in het buitenland
Internationale wedstrijd voor muziekuitvoering te Genève (van 21 september tot 5 oktober 1957): klavier, zang, cello,
| |
| |
clarinet en strijkkwartet. Toegankelijk voor deelnemers uit alle landen tussen 15 en 30 jaar. Inschrijving tot 15 juli op adres: Secrétariat du Concours International d'Exécution Musicale, Conservatoire de Musique, Genève (Suisse).
Zesde internationale muziekwedstrijd van de Duitse radio (van 6 tot 17 september 1957): zang, klavier, orgel, hobo, clarinet, cello. Toegankelijk voor deelnemers van alle landen. Inschrijving tot 1 juli. Inlichtingen: Sekretariat Internationaler Musikwettbewerb 1957, Hauptabteilung Musik des Bayerischen Rundfunks, München 2, Rundfunkplatz, 1 (Deutschland).
Graphic 1957. Van 1 tot 16 juni grijpt te Lausanne in Zwitserland een grote internationale expositie van de grafische kunsten plaats. Verschillende afdelingen: een volledige dagbladproductie in volle werking; een overzicht van de geschiedenis van de drukkunst; afdelingen gewijd aan de fotogravure, de fotografie, offset en heliogravure, en boekbinderij. Retrospectie van de affichekunst van 1870 (Toulouse-Lautrec) tot op onze dagen.
Derde Internationaal Congres van de Gewijde Muziek. Te Parijs, van 1 tot 8 juli in het Paleis de Chaillot en in de Salle Pleyel. Dit jaar zal dit congres zich speciaal inlaten met de jongste pauselijke wereldbrief ‘Musicae Sacrae disciplina’. Secretariaat: 23, rue Bachelet, Paris xviii (France).
Zevende salon van de Gewijde Kunst. Te Parijs van 15 september tot 25 oktober in het ‘Musée d'Art de la Ville de Paris’.
Holland Festival 1957. Van 15 juni tot 15 juli. Concerten door het Concertgebouworkest, Het Haags Residentieorkest, het Radio-Philharmonisch orkest, de Nederlandse Bachvereniging. Opera-opvoeringen van The Rake's Progress (Strawinsky) e.o. Optreden van The Royal Ballet (vroeger Sadler's Wells Theatre), van het Burgtheater (Wenen), de Compagnie Jacques Mauclair (Parijs) en de Nederlandse Comedie. Filmweek, met projectie van filmpremières. Inlichtingen op het secretariaat: Gevers Deynootplein, 30, Scheveningen (Nederland).
Internationale tentoonstellingen te Milaan. Elfde Triënnale van Milaan, van 27 juli tot 4 november. Internationale tentoonstelling van hedendaagse architectuur, internationale expositie van de woning en van toegepaste kunsten, en internationale expositie van industrial design. Grafische kunsten. Tuinarchitectuur. Secretariaat: Palazzo dell' Arte al Parco, Milano (Italië).
Fotografie. De ‘Centro per la Cultura Nella Fotografia’, die vele wereldbekende fotografen groepeert en alle grote wereldtijdschriften van fotografie zal nu een driemaandelijks bulletin publiceren: ‘Popular Image’. Er wordt tevens een eerste Biënnale van de fotografie voorbereid te Venetië. Secretariaat: Via Mazzini, 10, te Fermo (Italië).
| |
Buitenlandse periodieken
Wikor - Het langverwachte België-nummer van dit Nederlandse tijdschrift kwam in april van de pers. Het is wel bijzonder moeilijk een nummer van een tijdschrift te wijden aan de kunst van één land. En wij geloven dat Wikor het wel nog eens zal overdoen, want de materie is natuurlijk onuitputtelijk. Wij vermelden in dit nummer een overzicht van de beeldende kunst in ons land: schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur, door A. Buffinga. Jan Wisse schrijft over de Belgische muziek terwijl conservator F. Baudouin een zeer goed artikel schreef over het Rubenshuis te Antwerpen. Paul van Morckhoven heeft het over het toneel in ons land en Louis Sourie opent in dit nummer een nieuwe rubriek ‘De Vlaamse literatuur in vogelvlucht’, waarin hij telkens één Vlaamse auteur aan de Nederlandse jongeren voorstelt: ditmaal is het Maurice Roelants. Tenslotte komt Adriaan Vandewalle aan het woord met interessante her-
| |
| |
inneringen aan James Ensor. (Uitg. Pax, Den Haag).
Europa - Het eerste nummer 1957 van dit tijdschrift uitgegeven door de ‘Christelijke Westeuropese werkgemeenschap’ telt 100 bladzijden. Het wordt geopend door Piet Schepens, die een uitvoerige en merkwaardige voorstelling geeft van de Zweedse auteur Pär Lagerkvist. John L. Brown, cultureel attaché bij de ambassade der U.S.A. te Brussel pleit voor kulturele uitwisseling en internationale verstandhouding. Georg Hermanowski stelt de vooruitstrevende toneelgroep Contra-kreis uit Bonn voor, terwijl Freddy de Medicis ons nader bekend maakt met de mens Ewald Mataré en zijn kunst. Luise Rinser, de bekende Duitse schrijfster, stond een objectief en zeer initiërend artikel af over de kunst en de opvoedingsmethodes van haar man, de bekende muziekpedagoog Carl Orff. W.A. Bruggeman noemt de door Jozef Lantsoght ontworpen kerk van Koksijde de meest vooruitstrevende op modern gebied, zelfs bekeken vanuit universele kunstkriteria. Morgen komt te vroeg is een goedgeschreven novelle van Albert Vermeire. Er zijn in dit nummer gedichten opgenomen van Ferdinand Vercnocke, Trudo Hoewaer, Zuster Lutgardis, Hans Melen, Felix Dalle, Jos Deleu, Robert Van Passen, Pol Le Roy, Karel De Decker en Frans Geysen. De kwaliteit van de gedichten loopt van zeer goed naar zeer slecht. Idem voor de illustratie van dit overigens zeer verzorgd uitgegeven nummer. (Stationplein 24 Torhout).
L'Oeil - Het aprilnummer van dit toonaangevende maandblad is buitengewoon goed geslaagd, evenwichtig opgesteld zowel wat de inhoud van de artikels betreft, als de illustratie. Will Grohmann, de onstuitbare publicist, vertelt over het Bauhaus van Weimar en Dessau, de artistieke instelling die op onze dagen nog haar invloed laat gelden, o.m. met Max Bill te Ulm. Onder het motto: ‘Tirer tout son art d'un regard d'une vieille rosse de saltimbanque’ schrijft Jean Grenier een zeer goed artikel dat buitengewoon flink geïllustreerd is, over de nu 85-jarige Franse meester Georges Rouault. Michel Seuphor, die zopas de ‘bijbel’ over Mondriaan publiceerde, geeft in ditzelfde nummer een voorstelling van de kunst van Hans Arp, een van de leidende figuren van Dada. Dit nummer besluit met zeven compacte bladzijden recensies over jongst verschenen kunstboeken. Voortaan zal ieder nummer van dit tijdschrift een groter aantal bladzijden tellen (het aprilnummer 66) en het kost iets duurder: per jaar 544 F (L. Lepoutrelaan, 87, Elsene-Brussel).
| |
Bio-bibliografie van Andries Poppe bij het artikel: Andries Poppe, dichter en toneelschrijver. (Zie blz. 172-175 in dit nummer).
Poppe, Andries, werd geboren te Wenduine op 6 juni 1921. Studeerde aan het koninklijk ateneum, het stedelijk muziek-konservatorium te Oostende en het konservatorium te Molenbeek, waar hij een eerste prijs in toneelspeelkunst en diktie behaalde. Is kantoorbediende en woonachtig te Schaarbeek, Clayslaan, 43.
Poëzie: Eerstelingskens, 1936; Duo bij toeval (samen met Johan Berger), 1938; Kleine nachtmuziek, 1941; De klip in zee, 1948; Windstilte, 1957, bekroond met de letterkundige prijs voor poëzie van de provincie West-Vlaanderen.
Toneel: De indringer. Drama in vier bedrijven, 1946; Cascaneuces. Blijspel in drie bedrijven (in samenwerking met Cyriel Verleyen), 1948; Het zwaard van Damocles. Tragedie in drie bedrijven, 1949; Van doden die niet sterven. Spel in vier bedrijven, 1952; De stuwdam. Toneelspel in drie bedrijven, 1953; De geschiedenis van een kassier. Spel in vier bedrijven, 1954; D.P. Eenakter, 1954. (Al deze werken werden uitgegeven bij ‘Perfecta’, Begijnengracht, 9, Gent).
Luisterspelen: SS. Flying Enterprise, 1952; De auteur en zijn personage, 1953 (bekroond in de luisterspelwedstrijd van het N.I.R.); De geschiedenis van een kassier, 1954 (radio-bewerking); Twee levenden en één dode. Naar de roman van Sigurd Christiansen, 1956; Requiem. Luisterspel over de dood van Mozart, 1956.
Vertalingen: De zon gaat onder. Een toneelspel door Michel de Ghelderode. T.V.-bewerkingen: Ik ook, door Luc Branswijk; De kleine zanger, door Antoon Coolen. In het frans: Van doden niet niet sterven; in het duits: De stuwdam.
|
|