belangrijkste de Westvlaming Gustave Van Geluwe, sinds jaren te Brussel gevestigd. Men mag gerast zeggen dat de kern van de collectie Van Geluwe een paar honderd schilderijen, tekeningen en boetseerwerk van Permeke is. Een warme vriendschap verbond beiden en die vriendschap was er zelfs oorzaak van dat de verzamelaar slechts in veel langzamer tempo dan men van zijn spontaan en impulsief karakter verwachten zou werk van de andere Vlaamse expressionisten heeft gekocht. Permeke beweerde onomwonden dat alle hoedanigheden die zijn vriend in het werk van Gust de Smet en andere generatiegenoten beweerde te bewonderen toch ook in zijn werk aanwezig waren, zodat eigenlijk niets een aankoop van andere kunstenaars wettigde! Maar het langzamer tempo bij de aankoop heeft voor gelukkig gevolg gehad dat Van Geluwe met bezonkener inzicht, met voorzichtiger overleg van de overige namen heeft gekocht en het resultaat is dan ook geweest een unieke verzameling waarvan slechts een zeventigtal nummers thans in het Groeningemuseum aan het Brugse publiek worden getoond.
De heer Van Geluwe is zakenman, stelt de omgang met mensen en artisten hoog op prijs en het is treffend dat hij slechts bij hoge uitzondering iets van overleden kunstenaars heeft gekocht. Hij houdt er aan met de artist, als mens, in contact te komen en met alle hier tentoongestelde namen, - behalve met de gedurende de eerste wereldoorlog in Holland jong gestorven Rik Wouters -, heeft hij persoonlijk vrienschappelijke omgang gehad. In dat verband is het te hopen dat de kostbare verzameling van aan hem gerichte brieven van Permeke en anderen eens in het voortreffelijk ingerichte Museum voor het Vlaamse Cultuurleven zullen terecht komen, opdat het nageslacht er een zeldzaam en levend getuigenis uit een unieke periode van ons kunstleven zou kunnen terugvinden.
Toen Edgard Tijtgat, die het sappigste Brugs uit zijn prilste jeugdjaren niet vergeten was, een paar maanden geleden overleed, kon men merken dat de dood van de laatste uit de kring van zijn generatiegenoten Van Geluwe naar het hart greep: sinds jaren waren ze wekelijks in gemoedelijk gekout over alles en nog wat samen en niemand kon zich trouwens de Tijtgat der laatste jaren voorstellen zonder spontaan te denken aan de tailleur du roi die met een brede lach en warm hart zijn vriend in die pittig-tintelende legendarisch geworden costumes wist te tooien, die alleen maar door een Tijtgat konden gedragen worden!
Wie de huidige tentoonstelling zal bezoeken zal licht de verkeerde indruk opdoen dat Van Geluwe slechts Vlaamse Kunst, - en dan nog heel speciaal werk van onze expressionisten -, verzamelt. De voorgestelde keus is zeker gelukkig te noemen en toont inderdaad aan uit welke soliede deeg het hart van de verzamelaar is gekneed. Maar daarnaast moet volledigheidshalve even gezinspeeld worden op het opvallend eclectisch karakter van het overige: van wat hij aan Franse meesters, tijdgenoten van onze expressionisten, bezit; van wat hij, ten bewijze van zijn verrassend frisse levenslust en werkelijkheidszin, evengoed om de raad van zijn vele vrienden niet te ontgoochelen als om zijn eigen vrijheid van beweging en ruimdenkenheid te betuigen, aan abstracte schilderkunst bezit, zowel van de jongeren hier te lande als uit den vreemde. Maar hoeveel belangrijks de randzone van zijn verzameling ook moge bevatten, hij is toch vóór alles verzamelaar van werk van eigen bodem en dat zal ook zijn grootste verdienste blijven. Is zijn Ensorverzameling voor 't ogenblik, naar de kwaliteit, verreweg de belangrijkste die nog in privé-bezit is, en is dat op zichzelf reeds een getuigenis van meer dan gewoon doorzicht en besef van de uitzonderlijke waarde van de Oostendse meester, dan bewijst de prachtige verzameling van Vlaams expressionistisch werk ten overvloede dat hij in de eerste plaats een man van zijn generatie en van zijn tijd was die het uitzonderlijk geluk had tot een generatie te behoren die een reeks belangrijke namen heeft voortgebracht, en dat hij rijkelijk uit die hoorn van overvloed heeft geput, daar waar de meesten in dat opzicht hebben gefaald.
Het Brugse publiek krijgt dus de kans een keus uit de verzameling Van Geluwe te zien. Eigenlijk zou men er ik weet niet welke nieuwe tentoonstellingsformule moeten kunnen op vinden, - door toevoeging van een stel photo's? -, opdat het publiek meteen een kijk zou kunnen krijgen op de omgeving en de levenssfeer van de collectionneur. Hij is immers in alle opzichten een uitzonderingsfiguur: zijn handelszaak is een zaak van eerste rang, waar ministers en hoogwaardigheidsbekleders er op gesteld zijn door hem gekleed te worden. Maar tot in zijn handelshuis zijn de Permeke's koning en op de eerste verdieping, waar hij doorgaans verblijft, is al even verrassend als het tentoongestelde werk het gul onthaal van de gastheer. Men vraagt zich af hoe hij er toe komt, behalve voor het beheer van zijn zaak, nog zoveel tijd over te hebben voor het zetelen in commissies, voor het bijwonen van alle belangrijke concerten, van toneelopvoeringen en van zoveel vernissages van tentoonstellingen. Maar het week-end brengt hij trouw door in zijn landhuis te Bosvoorde waar hij, met Permekiaanse robuustheid een man van den buiten wordt, oog heeft voor bloemen en planten en zijn prachtige tuin wist om te toveren tot het eerste, privé openluchtmuseum voor beeldhouwkunst in ons land.
Voorwaar: de man is uit fors en goed hout gesneden en we mogen er fier op gaan dat hij van West-Vlaamsen huize is!
DR. WALTER VANBESELAERE
Hoofdconservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.