Kunstaktualiteiten
De Limburgse week te Brugge
Begin April wordt te Brugge een Limburgse week ingericht in samenwerking door de provinciën Westvlaanderen en Limburg. Het programma zou verscheidene punten voorzien:
- Tentoonstelling van Limburgse naoorlogse Kunst; met o.a. werk van de schilders Pierre Cox, Roger Daniels, Jeanne Davenne, Paul Hermans, Jos Geboers, Paule Nolens, Rik Rappoort, Piet Teraa, August Vanden Meersch (Broeder Vincent) en Armand Van Rompaeye; verder de beeldhouwers Vic Beirens (die te Brugge geboren is maar te Sint Truiden woont) en Raf Mailleux. Deze tentoonstelling gaat door in antwoord op de tentoonstelling van Westvlaamse kunstenaars te Hasselt van 4 tot 18 december 1955.
De openingsplechtigheid te Brugge in het Provinciaal Hof is gesteld op zondag 1 april te 10 u.; 's avonds ervoor zou in de Provincieraadzaal een zitting gehouden worden waar dhr. Best. Afg. Mr. Knapen het woord neemt.
- Optreden van de Mijnwerkersharmonie Limburg-Maas van Eisden op de Grote Markt, zondag 1 april te 11 u.
- Woensdag 4 april te Kortrijk Limburgse Economische Avond, in samenwerking met de Limburgse en de Westvlaamse Economische Raad.
Parallel met deze Limburgse week te
Dhr. Jozef Droogmans, Voorzitter der Limburgse schrijvers, Cabinetschef van Goeverneur Roppe.
Clichés: Belang van Limburg.
Dhr. Van Bockrijk opent een tentoonstelling van de groep Pro Arte te Hasselt.
Brugge zou te Hasselt een Westvlaamse week gehouden worden met o.m. de opvoering van
Albrecht Rodenbach, het stuk van Roger Fieuw dat te Roeselare in première doorging bij gelegenheid van de Interprovinciale Cultuurdagen van verleden jaar.
Ook zou een letterkundige avond worden gehouden te Hasselt met deelname van vooraanstaande Westvlaamse letterkundigen, en een Economische Avond.
De Academische zitting te Hasselt op zondag 7 april, die de tentoonstelling van Westtoerisme zou besluiten, zou opgeluisterd worden door een Westvlaamse kunstgroep.
De Heren Best. Afgevaardigden Knapen en Storme, bijgestaan door de heren A. Dusar en G. Gyselen, moeten gelukgewenst worden voor deze realisaties.
Ook de Bond der Limburgers in West-Vlaanderen wil zijn medewerking verlenen aan de Limburgse week. West-Vlaanderen zal een belangrijk deel van het Maartnummer aan Limburg wijden, in aansluiting met deze belangrijke culturele gebeurtenis.
Deze initiatieven moeten de culturele banden versterken tussen de twee geografisch meest verwijderde maar naar de geest het dichtst bij elkaar liggende gouwen van Vlaanderen. Wat Limburg in het bijzonder betreft, deze provincie voert reeds verscheidene jaren een brede contact-politiek, die voor doel heeft Limburg los te werken uit de provinciale beslotenheid die het zo lang heeft gekenmerkt. Daarom werd er naar gestreefd de banden te verinnigen met de vroegere gebiedsdelen van het oude prinsbisdom Luik: Nederlands Limburg (Maastricht) en het Rijnland (Aken). Terzelfder tijd ontstond ook een wisselwerking tussen de onderscheiden delen van de Kempen; er werden werkcommissies gesticht voor culturele uitwisselingen tussen Limburg en Noord-Brabant (Eindhoven), en tussen de Limburgse en de Antwerpse Kempen. Als men denkt aan de onoverzienlijke economische opbloei die deze gebieden kennen en nog verwachten mogen in de toekomst, dan kan men het belang dezer contacten niet hoog genoeg stellen. Het is dan ook nodig dat West-Vlaanderen hierbij betrokken worde, te meer dat ook West-Vlaanderen aan het euvel der beslotenheid lijdt.
De kunst- en cultuurwerking wordt in Limburg overkoepeld door de Culturele Raad; dit is een vrij organisme voorgezeten door Goeverneur Roppe; het bezit een Beheerraad, bestaande uit veertien leden, voor de helft gekozen door de Bestendige Deputatie, voor de andere helft door de culturele raad zelf; voorzitter is de heer Knaepen, gedelegeerd door de Goeverneur. Het uitvoerend orgaan van de culturele raad is het Secretariaat; het is de Culturele Dienst der provincie, die daartoe ter beschikking gesteld werd van de culturele raad en zijn burelen heeft in het Provinciaal Bestuur. Men ziet hoe in Limburg de officiele en de vrije instellingen in elkaar gestrengeld zijn. Secretaris van de culturele raad en tevens hoofd van de cultu-