gevoel - daarom trouwens zal hij later schilderen - en met een sterk verbaal vermogen - reden waarom hij later romans zal schrijven en opera's zal toondichten.
In 1909, amper 23 jaar oud, behaalde hij de eerste grote prijs van Rome voor compositie, met zijn Legende van Sint-Hubertus.
Herberigs ondergaat in hoofdzaak franse invloeden, maar cultiveert, onder duidelijke invloed van zijn leermeester, het vlaams gemoed: niet zoals Benoit in specifieke uitingsvormen, maar wèl in het bijzonder kenteken van de ontroerbaarheid.
Rondom hem leeft de wereld rustig voort en volgen de composities van Mahler, Schönberg en Richard Strauss; 1910 brengt ons de nieuwe klanken van Bartok en de Vuurvogel van Stravinsky, kort erop gevolgd door Petruchka in 1911.
Herberigs componeert in 1912 een symphonisch gedicht voor hoornsolo en orkest, geïnspireerd op Rostand: namelijk Cyrano de Bergerac. Het zelfde jaar wordt van hem een groots Te Deum uitgevoerd. Herberigs componeert een muzikale comedie in vier bedrijven Le mariage de Rosinne die in 1925 te Gent werd gecreëerd. Daarmee had hij bij de beste kritiek en onverdeeld zijn reputatie gevestigd als één der meest begaafde componisten van zijn tijd. In 1920 volgt L'amour médecin een muzikale éénakter. Herberigs had alle snaren op zijn lier gespannen. In regelmatig en vlug tempo werkt hij af: symphonische suites, kamermuziek, klaviersuites, een groots werk van ruim veertig nummers voor zang en klavier, getiteld Eva's lied, negen missen waaronder verscheidene uitgevoerd door het Sint-Romboutskoor, onder leiding van Mgr. Van Nuffel. Een dozijn antiphonen, vijftig evangeliezangen: een zeer omvangrijk oeuvre tussen de jaren 1922 en '32.
In 1935 zet Herberigs een nieuwe scheppingscyclus
Robert Herberigs
in met zijn Gezelle-liederen, zijn kamermuziek
voor allerhande instrumenten, zijn concerten voor piano en groot orkest, zijn balladen, rapsodiën, capricio's, préluden, sonaten en sonatinen, zijn lyrische stukken, zijn
koorzangwerken.
Geen jaar gaat voorbij of Herberigs heeft belangrijk werk en veel kleinere
stukken gecomponeerd. De politiek van het Nationaal Instituut
De heer J. Wille, lid van de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen, huldigt Robert Herberigs
voor Radio-omroep, waar, onder het impuls van Jan Boon en Corneel Mertens, de levende
Vlaamse auteurs ten gehore worden gebracht, heeft ook voor Herberigs zijn nut gehad.
Hij componeert verder en nu met meer vreugde omdat zijn werk niet meer in de schuif zou blijven liggen. Synthese van zijn scheppend oeuvre bracht hij in één volle geut ter gelegenheid van het Lam Gods-spel, een groots en machtig werk, waarmee Herberigs een benijdenswaardige faam verwierf, ook in het buitenland.
Oost-Vlaanderen is fier op Herberigs en is blij in dit kwintet van vooraanstaande en temperamentvolle kunstenaars die hier worden gehuldigd, Herberigs in de bloemen te zetten ter gelegenheid van zijn 70 jaar.
Meer bevoegden kunnen zich wagen aan een analyse van zijn muziekscheppingen. Wat mij bijzonder treft is het feit dat deze man, die niet alleen door zijn opvoeding en het verfranste milieu te Gent waarin hij zijn loopbaan is begonnen, maar ook door andere gelegenheden nog zo sterk onder franse invloed stond, dat die scheppende kunstenaar zijn volle plaats inneemt in de Vlaamse muziekcultuur.
Hij behoort eigenlijk tot geen school, hij is een verschijnsel van zelfstandigheid, maar hij behoort wel tot een volk en hij behoort ook tot een cultuur. In Herberigs oeuvre zijn alle elementen verenigd die tot de opbouw van de Westerse muziekcultuur bijgedragen hebben, maar ze zijn verwerkt naar de moderne geest waarin plaats genoeg overgehouden wordt voor de eeuwige wetten van de muziek en waarin ruimte blijft voor een sterke persoonlijkheid. Het klankbeeld, het koloriet, het eigen rythme, de volle gevoelssfeer van Herberigs worden gedragen door een bewustzijn van intieme verwevenheid van de Vlaamse christenheid en van de Vlaamse geesteswereld.
De man die lange jaren in het buitenland heeft vertoefd, is uit nooddruft voor zijn geest naar Vlaanderen teruggekeerd. Iedereen heeft onmiddellijk aangevoeld dat hij nooit vervreemd is geweest maar dat hij door zijn kontakt met het buitenland gegroeid is, uitgewassen boven een lokale beperktheid.