25 bladzijden, maar de uitgave gewijd aan Arthur Meulemans beslaat 50 bladzijden en heeft betrekking op alle genres der muziek.
Een beperkt overzicht is zeer indrukwekkend. Voor orkest schreef Arthur Meulemans circa honderd stukken, waaronder een lange reeks concerto's. Hij schreef een concerto voor ongeveer ieder instrument en zulks bewijst zijn buitengewoon vakmanschap en kennis van het orkest. In de tijd dat Meulemans met beperkte middelen de radio-orkesten als het ware uit het niet schiep, heeft hij werkelijk alles moeten doen en heeft hij de geheimen van ieder instrument doorgrond.
Zo is Meulemans een unicum in de muziekgeschiedenis geworden op gebied van een bijna absolute veelzijdigheid.
Naast de 100 orkeststukken schreef hij 24 stukken voor kamermuziek, talrijke werken voor piano, diverse instrumenten, orgel en beiaard.
Op gebied van vocale muziek is de catalogus nog meer uitgebreid. Hij componeerde en componeert nog dagelijks een enorm aantal liederen met piano begeleiding en vele liederen met orkestbegeleiding. De koorwerken met piano- en orkestbegeleiding beslaan meer dan zes bladzijden van de catalogus. Ten slotte is er de uitgebreide catalogus van de a capella-zang, waarvan U zo dadelijk enkele voorbeelden zult horen, namelijk zeven liederen uit de Suite 1929 op teksten van Arthur Meulemans en Paul van Ostaijen.
Maar nog is het overzicht
De heer Knapen, lid van de Bestendige Deputatie van Limburg, overhandigt namens zijn provincie het huldeblijk aan Meester Meulemans.
van zijn oeuvre niet af, want Meester Meulemans is niet alleen de
veelzijdige, maar wellicht ook de meest vruchtbare van onze Vlaamse componisten. Hij schreef 3 opera's, 24 stukken toneelmuziek, waaronder een
compositie, die
West-Vlaanderen en Brugge zeer nauw ter harte gaat, namelijk de muziek voor het H. Bloedspel te Brugge. Onder de 29 delen gewijde muziek stippen we 9 missen en 3 Te Deum's aan. Een van deze missen werd later bijgewerkt voor a capella met begeleiding van blaasinstrumenten. In het kader van de Meulemansviering ingericht door de Limburgse Culturele Raad, werd deze mis gecreëerd door het Aker Domkoor en Aker Stadsorkest in de basiliek van Tongeren op 19 december 1954.
En zo kom ik na het imposant overzicht van het oeuvre van Meester Meulemans terug naar Limburg. Vijfentwintig jaar nadat de Meester uit Limburg vertrok, heeft de provincie hem een grootse hulde gebracht omdat zijn geest en zijn werk er steeds verder leeft.
Vele ouderen herinneren zich nog de komst van Meulemans in een stad en in een provincie, waar geen muzikaal leven bloeide. Maar Meulemans heeft er een vonk ontstoken, die nooit meer is gedoofd.
Hij begon bij de jeugd en het kon moeilijk anders, want in 1910 was hij slechts 26 jaar en pas afgestudeerd. Hij leerde meisjes van het Instituut der Zusters van Maria en de jongens van het college zingen. Zij zongen die liederen op hun wandeltochten en indien we nu gewoon zijn dat de jeugd al zingend op trektocht gaat, dan was dat vijfenveertig jaar geleden, bij ons althans, een grote nieuwigheid.
Maar niet alleen de jeugd, ook de intellectuelen wist Meulemans voor zich te winnen. In 1911 werd zijn cantate De Nethe uitgevoerd en hieraan verleenden de dames en heren uit de middenstand en de hoge burgerij een enthousiaste medewerking.
Voor het college schreef hij de cantate Land en België bovenal, die bij de prijsuitreikingen op het programma hoorde, en een twee-stemmige St. Jozefsmis, voor Witte Donderdag een prachtige responsaria evenals andere liturgische gezangen, die thans nog op het programma der kerkkoren staan. Inmiddels was Meulemans werkzaam als muziekleraar en in 1914 kreeg hij bericht zich ter beschikking te stellen van het atheneum te Tongeren. Dit belette hem niet enthousiast verder te gaan met de muzikale vorming op het college en in het Instituut der Zusters van Maria.
Meester Meulemans begon toen ook zijn loopbaan als grote componist. Hij schreef o.a. de opera Vikings die in 1938 door de K.V.O. te Antwerpen werd gecreëerd. In 1914 had hij reeds zijn eerste onderscheiding gekregen, vermits een bundel kinderliederen door de Koninklijke Vlaamse Akademie met de Karel Boury-prijs werd bekroond.
In de eerste oorlogsjaren aanvaarde Meester Meulemans de leiding van de schola voor kerkzang en hij wist onmiddellijk het gregoriaans tot bloei te brengen in het oude Tongeren. Hij schreef een tweestemmige mis ter ere van St. Franciscus en een heerlijke driestemmig mis Da Pacem. Zo zien we dat Meulemans steeds een geweldige activiteit aan de dag legt. Hij leert de studenten zingen en schrijft liederen voor hen. Hij leidt de kerkzang en componeert missen en liturgische gezangen.