West-Vlaanderen. Jaargang 5

Boekenbeurs en proclamatie over de Provinciale Prijskamp voor Poëzie 1956

‘Ongetwijfeld is het boek een van de meest geschikte middelen tot ruime verspreiding van de cultuur’. Deze gedachte was de leidraad voor de korte toespraak van de heer J. Storme bij de plechtige opening van de Boekenbeurs in de zaal van het Arsenaal. Bij het ontwerpen van het programma van de Interprovinciale Cultuurdagen werd de wens uitgedrukt ook de betekenis van het boek te laten belichten. Een boekenbeurs bleek het geschikte middel om aan te tonen welke vlucht het boek in Vlaanderen genomen heeft. Zij zou ook de inhoud van bepaalde referaten helpen illustreren.

De boekenbeurs werd ingericht door de boekhandels Roeland uit Roeselare, Lescrauwaet uit Brugge en Zonnewende uit Kortrijk.

Dank zij hun inspanningen groeide het initiatief uit tot een grootse manifestatie, die dagelijks talrijke toeschouwers aanlokte.

Bij de opening noemde de heer Storme het boek ‘het getuigenis van de schrijver’ en ‘het element van volksopleiding bij uitmuntendheid’, niet alleen onder oogpunt van ontspanning, doch ook van ontwikkeling, bezinning en verdieping.

Hij dankte de inrichtende boekhandels en de uitgeverswereld, vertegenwoordigd door de heer M. De Meyer. Ook legde hij nadruk op de vlotte samenwerking welke hier was bereikt tussen de openbare besturen en het privaat initiatief. De heer De Meyer sprak een dankwoord uit.

Vervolgens hield de heer Storme proclamatie van de Prijs voor de Poëzie, uitgeloofd door de Provincie West-Vlaanderen in het jaar 1956. Hij deelde mede dat in totaal 68 dichtbundels werden ingediend. De jury was overgegaan tot opeenvolgende schiftingen. Bij de eerste schifting werden 24 dichtbundels weerhouden. Na onderlinge vergelijking bleven 12 bundels over voor de laatste bespreking. De Jury kwam tot het besluit dat de dichtbundel Windstilte, ingediend onder schuilnaam Sorenskriver, mocht beschouwd worden als de beste inzending.

Hierna volgden: Kwatrijnen, schuilnaam Evadam; Lijnen zonder kruispunt, schuilnaam Ruth Kersemans; Gedichten, schuilnaam Salvo Titulo.

[p. 15]

De laureaten van de Provinciale Prijskamp voor Poëzie, 1956. V. l.n.r. de heren Jan Schepens, Jan Vercammen, gedeputeerde J. Storme, mej. Lydia Schoonbaert en heer Andries Poppe.

De Prijs van 25.000 F werd toegekend aan de heer Andries Poppe, voor zijn dichtbundel Windstilte.

Drie premies van 5.000 F elk werden verleend resp. aan de heer Jan Schepens, voor zijn dichtbundel Kwatrijnen, aan mej. Lydia Schoonbaert, voor haar dichtbundel Lijnen zonder kruispunt, en aan de heer Jan Vercammen, voor zijn dichtbundel Gedichten. De jury was samengesteld uit de heren: J. Storme, lid van de Bestendige Deputatie, voorzitter; J. Droogmans, kabinetschef van de heer Gouverneur van de Provincie Limburg; Johan Daisne, hoofdbibliothecaris der stad Gent; Urbain Van de Voorde, literair criticus; Hubert Van Herreweghen, literair criticus; Z.E.H. Antoon Viaene, conservator van het Gezelle-museum te Brugge, leden; G. Gyselen, hoofd van de Dienst voor Culturele Aangelegenheden bij het Provinciebestuur van West-Vlaanderen, sekretaris. Tot besluit wenste de heer Storme de laureaat en de drie geprimeerden van harte geluk, waarna een receptie werd aangeboden in de Schepenzaal van het Stadhuis.