Olivier Messiaen
Het spijt me het te moeten schrijven maar het kan ook niet anders: we houden niet meer van prachtkerels. Of misschien vinden we het veiliger ze te dulden of nog beter ze in een kooi te steken en ze te aanschouwen als zeer merkwaardige dieren, die niets te maken hebben met levende wezens, omdat ze gelijken op vuurspuwende bergen of kluizenaars in de woestijn en geen gewone identiteitskaart bezitten, geen plaats bekleden op het kantoor en onbekend blijven op de marktbeurs.
De namen van James Joyce, Anaïs Nin, Van Oudshoorn of Henry Miller zijn ons niet onbekend. Men heeft zelfs horen spreken van Edgar Varèse, Pierre Boulez en Olivier Messiaen. Maar wie heeft er werk gezien van Pol Mara, is geschokt geweest door de electronische muziek van Karl Heinz Stockhausen?
Nu komen we er bij dat alle spiritualistische rommel voor ons geen snars betekenis meer heeft. Niets kan ons leven veranderen. We bekommeren ons alleen om dollars of soms, als de zaken goed bollen, om kinema-vedetten of sportprestaties, als het enthousiasme niet naar een onbenullige Françoise Sagan en haar Bonjour Tristesse overzwaait.
Prachtkerels krijgen geen kans.
Heel het discografisch werk van Olivier Messiaen bestaat uit vijf langspelende platen, die praktisch onvindbaar zijn; er worden twee of drie uitzendingen aan hem besteed per jaar op de radio; koncerten, die zijn naam op het programma vermelden, ontaarden in homerische gevechten. Alleen enkele discipelen volgen in de tempel van de moderne muziek op het jaarlijkse festival van Donauschingen zijn oeuvre. Hij is geen uitvinder zoals een Schoenberg of een Pierre Schaeffer maar een groot ontdekkingsreiziger van de muziek. Mystieker, gaat hij op zoek naar de bronnen der waarheid. De schrijver Lanza del Vasto ging
naar Indië de zuiverheid weervinden. Langs de Balinese instrumentatie heen, krijgt de muziek van Messiaen zijn eerste originele taal. Niet gezocht, maar spontaan aangevoeld, klinkt deze muziek voor wie horen wil en niet aprioristisch gekant is tegenover al wat niet in het spoor blijft van onze westelijke muziekkultuur.
Sprekend over zijn muziektaal schrijft hij zelf: Je ne me suis jamais servi volontairement d'un procédé d'écriture. J'emploie modes et rythmes de façon automatique et instinctive, sans comprendre même qu'il puisse être autrement. Et pourquoi bannir ceci ou cela? S'il me plaît d'user du majeur, de le mélanger ou de l'opposer à mes modes? S'il me plaît d'imiter le chant des oiseaux ou les râgas hindous? S'il me plaît d'employer tout à coup la technique sérielle parce que j'en ai besoin tout à coup? J'ai assez travaillé l'harmonie au Conservatoire, comme élève, puis comme professeur, pour avoir la liberté d'écrire à ma fantaisie et selon les nécessités du thème, du sujet, de l'instrumentation, de l'émotion du moment. Nog dichter bij de werkelijkheid staat hij vandaag, wanneer hij zijn oeuvre Le Réveil des Oiseaux schrijft. Dit concerto voor piano en orkest is een overschrijving, alleen bestaande uit de zang van vogels, die ritmisch en melodisch hier haar volle uiting en rechtvaardiging krijgt.
Geen enkele theorie houdt stand bij het beluisteren van dit werk, alleen de naakte waarheid die schoonheid voortbrengt, die de taal doet vergeten, die niet vleit, maar aanpakt, volledig, omdat de kunstenaar mens is geworden en geen jongleur in het cirkus, zoals een Jean Cocteau, die zich tot dichter laat uitroepen.
Het spijt me: ik kan je alleen Olivier Messiaen voorstellen, geboren te Avignon in 1908. Hij studeerde aan het Conservatorium van Parijs als jongetje van amper 11 jaar. Was leerling van Paul Dukas en organist te Parijs. Later werd hij leraar aan de Normaalschool voor muziek en vormde een schaar avant-garde kunstenaars, waaronder we vooral Pierre Boulez en André Jolivet mogen citeren.
Zijn voornaamste werken zijn: La Nativité du Seigneur voor orgel, Visions de l'Amen voor piano; de orkeststukken: Trois petites Liturgies de la Présence divine, Turangalila Symfonie en Le Réveil des Oiseaux.
Verder kan ik je nog vertellen dat Olivier Messiaen zijn muziek in dienst stelt van zijn geloof en manifesten schrijft over de liefde tot God, die niet altijd overtuigend schijnen voor zekere dienaars van de Kerk, die de gewijde muziek ascetischer zouden wensen.
Misschien krijg ik nog wel eens de kans om je de figuur van Olivier Messiaen nader te belichten, maar wat baat het wanneer je niet je leven kunt veranderen door het beluisteren van zijn werk.
Ik kreeg die kans toen Radio Brussel zijn Livre d'Orgue uitzond. La plus belle oeuvre écrite pour orgue depuis J.-S. Bach was de korte belichting van de speaker van het I.N.R.
ray van goethem