Manessier
Alfred Manessier. - Glasraam in de dorpskerk van Les Bréseux. Cliché ‘Christliche Kunstblätter’ (Linz a.d. Donau)
De schouders ophalen is hun beste geheim wapen. Zij lopen de expositiezalen door, zoals de Rechtvaardigen van de kunst, verontwaardigd over die verse amokmakers, die, in plaats van netjes getrouw te werken, er maar op los kappen of borstelen terwijl ze aan iets anders denken.
Welja, en waarom niet aan iets anders denken terwijl men schildert. Is iedere Kunst niet het getuigenis van mensen die aan iets anders dachten? Ik ken artisten, enkele maar, die, denkend aan dat andere, tenslotte denken aan de naakte kunst.
Alfred Manessier behoort tot dat handjevol artisten die de gewijde kunst niet eenvoudig opvatten als een wraakneming tegen de lelijkheid van Saint-Sulpice. Hij verwijdert zich, en terecht, van die efemere artistieke bezorgdheid. Zijn non-figuratieve kunst is niet een anti-figuratieve kunst, niet een strijd tegen de vorm, maar hij heft de figuratieve kunst op tot die hoogten van overweging en aanbidding. God klinkt door dit gesprek, beter dan in bepaalde verklarende frescos van de Goede Boodschap. Hij neemt ons mee naar een volvurig pictoraal colloquium.
Er bestond en bestaat een religieuze kunst die meent dat men alles kan zeggen, alles kan uitleggen over de Schepper, één gelaat geven aan Christus, die toch alle aangezichten van de wereld heeft. Maar is het gebed figuratief?
Anderen kennen is onszelf herkennen in onze meest flagrante tegenstrijdigheden. Dat heeft Manessier begrepen, en daarom is - als een gave - die diepe aanwezigheid in zijn werk, zelfs in dit ver-af-zijn van zijn picturaal avontuur.
jean cayrol