ger leven;... hij deed zijn jong volk opzien, luisteren, vol hooge edele preutsche blijheid, gehecht zijn aan studie en werk, aan christelijke deugden, aan Vlaanderen, aan eigen herworden en ook aan Hem, aan den Meester...
En dan kwam de retorika (1875-76). Hugo Verriest en dat wonderlijk jaar. Naast hen die we opsomden als leraars en bewakers van Rodenbach, ook de andere leden van het leraarskorps. Superior was B. Vanhove (1859-69) en H. Delbar (1869-84). Ekonoom J.B. Catulle (1867-78). Leraar der klas van wijsbegeerte: E. De Gryse; leraar van matesis en wetenschappen J. De Lorge en in de handelsklas leraarde de lustige blijde Alexis De Carne.
Van vier studenten uit dit wonderjaar heeft H. Verriest in
Twintig Vlaamsche Koppen het portret getekend: Albrecht Rodenbach, Constant Lievens, Renaat Adriaens en Kamiel Watteeuw. In een eenvoudige opsomming vernoemen we ook de andere van dit retorikajaar 1875-76: Lod. Laevens, Roeselare; Romaan De Wilde, Diksmuide; August De Ruytter, Leffinge; Gustaaf Bouquet, Roeselare; Odiel Lootens,
De ‘Société Littéraire’ van het Klein-Seminarie, 1874-1875: Bovenste rij: 1. Vande Casteele; 2. ?: 3. Désiré Flour, Dixmuide, retorica 1875; 4. ?; 5. Camille Denys, Roeselare, retorica 1876; 6. Jules Devos. - Middenste rij: 1. ?; 2. Hugo Verriest (Directeur der ‘Société Littéraire’); 3. A. Rodenbach (secrétaire-trésorier der ‘Soc. Litt.’); 4. Pieter Reynaert, Kachtem, retorica 1876; 5. ?; 6. ?; 7. Romain De Wilde, Dixmude, ret. 1876; 8. Constant Lievens, Moorslede, ret. 1876; 9. ? 10. Gustave Vandeputte, Gullegem, ret. 1875. - Rij op stoelen: 1. Henri De Wilde, Roeselare philosophie 1875; 2. Constant Van Coillie, Hooglede, ret. 1875 (président der ‘Soc. Litt.’); 3. Julien Van Dosselaere, Torhout, ret. 1875; 4. Louis Laevens, Roeselare, ret. 1876; 5. Florimond Van Campenhoudt, Izegem, ret. 1875; 6. Camille Watteeuw, Moorslede, ret. 1876. - Rij op de mat: 1. Cyrille Vandenberghe, Rollegem, ret. 1875; 2. Isidore Goemaere, Wytschaete, 3e Latijn 1875.
(Cliché uit J. Geldof, Vliegt de Blauwvoet)
Dentergem;
Frans Roets, Beernem; Rudolf
Huyghebaert, Torhout; Aloïs Bruwier, Ichtegem; Florimond Rooms, Geluwe; Henri De Lobelle, Izegem; Pieter
Reynaert, Kachtem; Alidor Vercruysse, Werken; Arseen De Coninck, Waasten; August Vynckier,
Izegem; Octaaf Ameye, Roeselare; Kamiel De Nys, Roeselare; Henri Lerouge, Moeskroen; Jules Stichelbaut, Kortrijk; Emiel Tyberghein, Moorslede; Achiel Delputte, Zwevegem; Alfons Vanden Bulcke, Wervik; Arthur Van Tomme, Roeselare; Julius Devos was in poësis buitengevlogen.
Onder de leerlingen, die Rodenbach te Roeselare in de andere klassen heeft gekend, vernoemen we enkel: Amaat Vyncke, Zedelgem (Ret. 1871); Emiel Van Hencxthoven, Mol (Ret. 1873, laureaat); Jan De Smet, Zwevezele (Ret. 1874); Juliaan Van Dosselaere, Torhout (Ret. 1875, laureaat); Constant Van Coillie, Hooglede (Ret. 1875); Alfons Mervillie, Wontergem (Ret. 1877); Emiel Lauwers, Ingelmunster (Ret. 1878); Jules Leroy, Haringe (Ret. 1879); Robert Buyse, Rumbeke (Ret. 1880), bekend om zijn werk: Het Klein Seminarie ten tijde van Albrecht Rodenbach.
Nu een zakelijk woord over lessen en leerprogramma, waarover we ingelicht zijn doordat de programma's voor de bisschoppelijke kolleges gedrukt staan in de Collectio Epistolarum Pastoralium:
|
Rhet. |
Poés. |
3e en 4e |
5e en 6e |
Enseignement religieux |
2 h. |
2 |
2 |
2 |
Latin |
8 |
8 |
8 |
9 |
Grec |
3 |
3 |
3 |
3 |
Français et Flamand |
3 |
3 |
3 |
3 |
Histoire et Géographie |
2 |
2 |
2 |
2 |
Mathématiques |
2 |
2 |
2 |
- |
Arithmétique |
- |
- |
- |
2 |
Physique |
1 |
1 |
- |
- |
Allemand et Anglais (facultatifs) |
1 |
1 |
1 |
- |
Composition |
2 |
2 |
2 |
2 |
Volgt hier ook, beknopt samengevat, uit dezelfde bron, welke schrijvers er moesten gezien worden op poësis (1874-75) en retorika (1875-1876):
Poësis: Latijn: Uit Job, Hymnen uit brevier; uit Virgilius' Aeneïs; Horatius; Terentius, Plautus.
Grieks: Uit Joannes Chrysostomos; Homeros; Ilias; Sofokles' Elektra.
Frans: Racine: Athalie en Esther; J.B. Rousseau: Odes; een rede van Fénélon.
Vlaams: L.L. De Bo: Gedichten en Vondels Joseph in Dothan.
Retorika: Latijn: Uit Psalmen; Tacitus' Germania; Cicero's Vierde Catilinarische; Sallustius: rede van Caesar en Cato; Titus Livius: reden.
Grieks: Demosthenes: twee Philippica; Sofokles' Philoktetes; een rede van St. Basilius en van Joannes Chrysostomus.
Frans: een rede van Fénélon, Bossuet, Bourdaloue.