Omdat zij groot zijn
MEN KAN ZICH EERST EN VOORAL AFVRAGEN WAT ‘ACTUELE KUNST’ IS. DE VEELVULDIGHEID van de richtingen laat niet toe op deze vraag een antwoord te geven dat waarde heeft als universele beschrijving, noch als bepaling. De kunst van onze tijd, die verwarde geesten, gemakkelijk met het kwalificatief ‘modern’ bestempelen, behelst vrij uiteenlopende pogingen, zoals die van Mondriaan en van Rouault. Men kan evenwel twee polen ontdekken vanwaaruit een onderzoek kan ingezet worden: de inkeer, en de zin voor het plastische experiment dat tot de grens van de uiterste mogelijkheid wordt doorgedreven. De twee namen die wij citeerden verduidelijken betrekkelijk goed de richtingen van dit onderzoek, zonder dat men ze nochtans té streng mag classeren. De abstracte kunst bestaat niet, en de schilders die men met licht gemoed als abstracten catalogeert, zijn de eerste om dit te bevestigen. Zij willen het leven illustreren, het inwendige leven van de mens dat tot uiting komt in het contact met de grote rhythmen van de natuur. En indien die rhythmische onderzoekingen soms de laagste graad van abstracte inspanning lijken te bereiken, dan is dit in feite alleen om de artist het middel aan de hand te doen om zijn innerlijke visie naar buiten te verduidelijken, mededeelbaar en toegankelijk te maken. Wanneer een schilder als Ubac op een zijner doeken een stapel stenen zet, en enkele lichtvlekken, dan is het spiritueel evenwicht van deze vormen voor de ziel als een wegwijzer naar klaarheid en het verwondert ons niet van de schilder te vernemen dat de eerste stoot voor dit schilderij een wandeling was langs het pad van Spaanse bedevaarders. De stenen van de weg hebben op het doek de geestelijke ruimte,
de woonplaats voor de opklimmende geest herschapen. Wanneer Bazaine te Audincourt zijn ruim mozaïekwerk schept om de openbaringen van het heilig Hart te verheerlijken, verwerpt hij alle verwaterde en verdorde symboliek, harten, vlammen, doornen en
kruisen. Hij herinnert zich de stromen van levend water, die uit het Paradijs vloeiden, en hij voelt in zichzelf het beeld van de stromen en rivieren van de aarde opstijgen, wanneer zij op bepaalde uren van de dag gebaad worden als in een onwerkelijk licht. Die levendige herinneringen worden bij hem een geestelijk beeld, en groeien, op het voorhoofd van de kerk gebeiteld, als een oproep tot beschouwing.
Fernand Léger wilde de heilige Maagd loven toen hij onder het dak van de kerk van Assy zuivere kleuren aanbracht. Ongetwijfeld is hij doorgestoten tot in het mysterie van de blankheid die in vele kleuren het beeld weerspiegelt van de maagdelijkheid van de moeder Gods, zoals ook de liturgische gezangen die in zo veelvuldige schakeringen zoeken te suggereren. De sonore klaarheden van deze tinten bezitten werkelijk de kracht van die machtige bijbelse aanroepingen. Diezelfde kracht geeft aan de Passiesymbolen in de glasramen van Audincourt een hernieuwde vurigheid. Wat de lui van de ‘grand siècle’ zeer decoratief verwerken, wat de romantiekers ons leverden met vele tranen overgoten, wist Léger aan onze bewondering te bieden, gehuld in het glanzende, maar tegelijk harde gewaad waarmee hij met zijn genie alles bekleden kan.
Het plastisch zoeken van onze tijd is niet verwarrend, op voorwaarde dat men slechts luistert naar de hele grote meesters. Daarom hebben de pogingen, die in de jongste tijd in Frankrijk werden ondernomen, een zo hoog belang. Assy, Vence, Audincourt, Les Bréseux en thans Ronchamp hebben artisten als Rouault, Matisse, Le Corbusier, Bonnard, Braque, Léger, Bazaine, Manessier, in de band van het christelijk geloof samengebracht. Zij brachten merkwaardig werk tot stand, in de traditie van een gewetensvolle eerlijkheid die steeds de hunne was. En zij zijn geslaagd. Zij hebben weer licht en klaarheid gebracht in een wereld die door de valse walmen van het romantisme en de dwalingen van het academisme sinds lang in het duister was gedompeld. Maar zij zijn maar geslaagd, omdat ze groot waren, en omdat ze zo dicht stonden bij die wereld van grootheid en adel, die de wereld is van God. Nooit liet hun plastisch zoeken de inwendige blik los waarin hun inspiratie was gedompeld en die inwendigheid, ver van hun middelen te dwingen of te beperken, liet hen toe op het platform van de mysteries van het geloof.
Maar die geestelijke rijkdom, die strengheid is niet aan alle hedendaagse artisten gegeven. Een wereld die zoekt en vooruitdringt, die ten prijze van vele weeën wordt, komt er niet zonder enige verwarring. Dit ogenblik kiezen de oude mislukkelingen en de jonge luiaards, de systematische geesten die voor de zaken in de wieg zijn gelegd, om de valse munten in omloop te brengen. Een onderscheid dringt zich dus op.
‘Art Sacré’
Revue Mensuelle, Paris.