Een tweede twistpunt
De reus van Duinkerke. - Cliché De Sikkel, Antwerpen.
is vooral:
Zijn wij schatplichtig aan de gigantes van Spanje, of hebben de Spanjaarden hun reuzen aan ons ontleend?
Fernand Créteur houdt zijn studie voorzichtig buiten deze weg: D'aucuns estimentque l'idée fondamentale de ces jouets immenses, énormes nous vient d'Espagne où cette coutume aurait été implantée lors de l'occupation arabe. A vrai dire, cette délicate question est encore à l'étude...
Ook hier liet Dr C. De Baere niets onverlet om de eer van onze reuzen te verdedigen: Onder de veelvuldige uitingen van het bontgeschakeerde, bruisende volksleven, bekleden de ommegangen en processiën, vooral in het verleden een bijzondere plaats. Zij dateren van de xivde eeuw; de Brusselse wordt voor het eerst in 1359 vermeld, de Lierse in 1377, de Antwerpse van 1398. Van de gewone processiën verschilden de eigenlijke ommegangen in zo verre dat het H. Sacrament er nooit werd in omgedragen, maar wel de reliquiën van de heilige die ter plaats werd vereerd, of ook wel het beeld van O.L. Vrouw...
Niet zonder rechtmatige fierheid willen wij er allereerst op wijzen dat ons Vlaamse land zeer waarschijnlijk als het vaderland van dal reuzengeslacht mag worden beschouwd... Er werd wel eens beweerd dat dit gebruik tijdens de Spaanse bezetting van de Spanjaarden werd overgenomen, dat de Spaanse soldaten het onder Karel V of Filips II in onze gewesten zouden hebben ingevoerd. Maar gebeurde het niet anders om? De Spaanse soldaten hebben misschien wel het gebruik van onze voorouders afgekeken. Ze hadden gezien, wat voor plezier ons volk beleefde aan het uitgaan van die beelden. En toen ze naar hun land terugkeerden, hebben ze die plant uit de Vlaamse folklore naar eigen bodem overgebracht. Zo zouden de Spaanse reuskens veeleer de afstammelingen zijn van onze Vlaamse. Het gebruik bestond bij ons zeker in de eerste helft der xvde eeuw. Zij die het in Keizer Karel's tijd situeren zijn dus stellig op een dwaalspoor en de theorie dergenen die het in het Boergondisch tijdperk zoeken, komt de waarheid zeker het dichtsbij.
Louis Everard valt deze stelling bij: C'est de Flandre que les Espagnoles emportèrent en leur péninsule cette architecture des villes à pignon, de même qu'ils travestirent en Gigantes les Reuzen commémoratifs des Kerels de Flandre...
Van alle ommegangsdieren is de Draak de oudste, hij blijkt zelfs ouder te zijn dan de reus. De oudste is deze van Antwerpen 1394, Leuven 1401, Lier 1417, Aalst 1418, Veurne 1429...
Frankrijk bezit enkele zeer bekende drakenfiguren als Amiens: La Papoise, Rouen: la Gargouille, Reims: la Kraula, Poitiers: la Grand' Gueule, Troyes: la Chair Sallée, Metz: Kraully, Parijs: Dragon de St Michel, Vendôme: Le Dragon de St Bienheuré, Tarascon: La Tarasque, de beroemdste draak uit het land.
Vóór de Revolutie van 1789, hadden de Frans-Vlaamse reuzen hun plaats in iedere godsdienstige processie; vaak verwekten zij echter verwarring en schandaal, zodat het Episcopaat af en toe diende in te grijpen.
Gayant, de reus van Dowaai, stapte vanaf 1531 mede op in de processie ter ere van St Maurand, deze ontaardde echter spoedig tot een weinig verheven vertoon. Zo verbood Mgr Guy de Sève de Rochechouart, bisschop van Atrecht: le superstitieux, le ridicule, ce qui sent le fable et le théatre; les figures et reconstitutions de géants, de diables etc. Achteraf bekwam de bevolking nochtans de toelating, dat hun geliefde reus de processie vergezellen mocht, wanneer deze reeds de eerste statie had bereikt.
De draak van Reims, werd in 1671 uit de processie geweerd, deze van Troyes in 1727. Te Ieper brak in 1783 een grote beroering uit toen de bisschop Mgr de Wavrans, een onderzoek liet openen naar de oorzaak der wanordelijkheden, die plaats hadden gegrepen bij de ommegang van de Thuindag; er werd vooral gewag gemaakt van de onbetamelijke gedrochten die er werden in mede gedragen. De koster-keizer, schafte echter op 10 mei 1786 alle ommegangen af. Te Venlo in Nederland werden de reuzen Valuas en Gertrude in 1719 de toegang tot de processie ontzegd. Te Rijsel werd de optocht in 1655, 1688 en 1730 verdeeld in een godsdienstige en een profane groep, die afzonderlijk door de straten trokken.
Gedurende de Franse Revolutie werden de reuzen uit het openbare leven verbannen; zelfs getooid met een carmagnole en een rode muts konden zij de nieuwe heersers niet vermurwen.
Te Duinkerke besloot men op 20 juli 1792 de reuzen te verkopen. Reeds op 5 juni van datzelfde jaar werd Gayant samen met zijn familie te koop gesteld en vervangen door een levende en jonge Godin der Vrijheid, die naakt als Venus op een praalwagen plaats nam. Te Ath werden de vijf reuzen op 28 augustus 1794 op de markt verbrand, alleen Samson ontsnapte. Te Ieper verkleinde men Goliath, in naam van de Gelijkheid en Broederlijkheid. Later werd zijn hoofd verkocht aan een tuinier die dit voorwerp gebruikte als vogelschrik in zijn fruitbomen. In 1848 bevond dit hoofd zich nog trouw in de boomgaard. Toen Napoleon in 1810 op doortocht was te Wetteren en de burgers hem kwamen begroeten in gezelschap van hun reuzen, vaardigde hij onmiddellijk het bevel uit deze ter plaatse te vernietigen ten einde de keizerin niet te laten schrikken, die naar hij meende zwanger was.
Frans-Vlaanderen is een vruchtbaar gebied, 't allenkante noteert men de geboorte van nieuwe reuzen; deze die door het oorlogsgeweld werden weggemaaid verrezen in volle glorie, een korte lijst van de voornaamste geeft een beeld van hun