Toneel
De Oidipoes-opvoeringen te Torhout
EEN der merkwaardigste opvoeringen in het voorbije Westvlaamse toneelseizoen is wel de Oidipoes-opvoering geweest in het St Jozefs-instituut te Torhout.
Eeuwenlang en steeds onverminderd bleef Oidipoes Koning het mensdom boeien. De meeste dramaturgen namen het als uitgangspunt voor hun vakkundige scholing. Schiller heeft over dit drama herhaaldelijk met Goethe gecorrespondeerd: Tijdens de laatste dagen ben ik veel bezig geweest om een stof voor een tragedie te vinden, die van het slag van Koning Oidipoes zou zijn en de dramaturg ook de voordelen ervan zou aan de hand doen. De voordelen ervan zijn onmetelijk, wanneer ik ook enkel vermeld dat men hierdoor als basis een ingewikkelde actie nemen kan, wat uiteraard indruist tegen de wetten van de dramatische vormgeving. Dit kan men door het feit dat de kernhandeling reeds gebeurd is wanneer het doek opgaat. Daarbij komt dat datgene, wat reeds gebeurd is, ook veel vreeswekkender is dan datgene, wat kan gebeuren. Immers, de vrees dat iets gebeurd is, beïndrukt het gemoed op een geheel andere wijze dan de vrees
dat iets zou kunnen gebeuren. De Oidipoes gelijkt eerder op een tragische ontleding. Alles is reeds aanwezig en het wordt enkel onthuld. Ik vrees echter dat de Oidipoes enig is in zijn soort en er geen tweede specimen van bestaat.
Sofokles, Koning Oidipoes. Opvoering Torhout 1955.
Vermits het hier over een uitzonderlijk drama gaat, is elke vertolking ervan ook een krachtproef, die met uitzonderlijke maatstaven mag gemeten worden. De vertolking moet het kunstwerk waard zijn. De opvoering te Torhout was het waard, over de gehele lijn. De perskritiek is eensluidend geweest in haar lof, soms tot het pompeuze toe. Men kende de vertolking zelfs de zwier van de barok toe. Barok betekent nochtans altijd een zekere vormelijke overtolligheid. Dit had de regie van Ast Fonteyne nu eenmaal niet. De gehele vertolking stond, zoals het drama zelf, in het teken van een tragische eenvoud. Het is wel de grote verdienste van Ast Fonteyne dat hij de grote klassiekers zo goed begrijpt, dat hij het gehele dekor en samenspel uit de tekst weet af te leiden. Kunst bestaat er immers in alle overtolligheden te laten vallen en enkel het essentiële uit te beelden. Vooral als het gaat over de enscenering van het Grieks drama.
Als regisseur is Ast Fonteyne een tovenaar. Een tovenaar met mensenmateriaal vooral, met klanken, intonaties, expressies, houdingen en gestalten. Dit voelt men zo goed op het ogenblik dat het dekor, het visueel-schone, zich in de verbeelding heeft vastgezet en er als verstart voor de aandacht die thans door spel en woorden worden opgeëist. Toneel is geen representatiespel, geen kijkspel. Kleuren, achtergronden, kostumering, het zijn maar indiciëen van het dramatisch gehalte van een stuk. Essentieel blijft de verwoording, de beleving, het samenspel. De plastische composities van het samenspel, ook de scenische kleurbehandeling verraden in Ast Fonteyne een grote picturale verfijndheid, vooral in de koorscenes. De kleureffekten - volgens een soort Ast-Color-procédé! - waren verrassend mooi. De toneelesthetiek van Ast Fonteyne is zo verfijnd dat hij werkelijk voor de buitenlandse animateurs de theatre niet moet onderdoen.