Brugge, Stedelijk Museum. Detail met volkstafereel uit: delven van de Gentse Vaart, door J. Garemijn (1753). - Copyright A.C.L., Brussel.
Brugge, Langestraat, 17. Verz. Bon. Janssens de Bisthoven. Salonbekleding met de Seizoenen door J. Garemijn (1780). - Foto Breyne.
beslaan de volledige oppervlakte van de wanden. Zij werden aangebracht tussen de deuren, de vensters, te weerszijden van de schoorsteen (waar soms ook een schouwstuk prijkt) en boven de deuren. Er zijn heel wat ‘dessus de porte’ behouden gebleven, die deel hebben uitgemaakt van volledige kamers. Meestal vertonen ze
putti naakte engeltjes, die de zintuigen voorstellen, zoals de smaak en de reuk, ofwel de liefde, de muziek, of de menselijke kennis, zoals de lichtpaarse grisailles van een huis in de Sint-Jorisstraat; ook treft men in deze bovenstukken de seizoenen aan, b.v. in het voormalig huis van Dr De Meyer (thans verz. A. De Meulemeester) op de Sint-Anna-rei, de prachtige woning die Maurits Sabbe verkoos als decor voor zijn roman,
't Kwartet der Jacobijnen; ook wel havengezichten, zoals de twee ‘dessus de porte’ met hun mooie omlijstingen, die het cabinet van de Burgemeester van Brugge versieren.
In de Brugse salonstukken kan men de ontwikkeling volgen van Jan Garemijn's kunst, van een schilder die geen dag liet voorbijgaan zonder te tekenen, te schetsen, te penselen; een kunstenaar die allerminst een genie was, die geen verre reizen ondernam, maar die door zijn levenslust, zijn buitengewone werkkracht en zijn scherpzinnige, liefdevolle, waarneming van alle uitingen van het volksleven, de voortreffelijke Vlaamse genreschilder van de xviiide eeuw is geweest. Technisch kan hij de vergelijking met Boucher doorstaan, coloristisch overtreft hij de Franse hofschilder, en als uitbeelder van de volkszeden, heeft hij een genre beoefend waarvan men het vaak betreurt, dat men het bij Boucher niet voldoende aantreft.
Garemijn's kunst sluit, althans in het beginstadium, aan bij Teniers. Dit treft inzonderheid bij het aanschouwen van een beklede eetzaal op de Garenmarkt (verz. Mej. Arents de Beerteghem). Voor wie eraan mocht twijfelen, of deze niet gesigneerde en zeker niet volmaakte taferelen, wel van Garemijn's hand zijn, verwijs ik naar de door Garemijn gewaarmerkte voorstudiën van hier voorkomende personages, - o.m. de vader die zijn zoon kastijdt, rechts op de voorgrond van het groot paneel, - schetsen die thans in de Steinmetz-collectie (Stedelijk Museum, Brugge) geborgen zijn. De eetzaalbekleding van de Garenmarkt bestaat uit vier landschappen als ‘dessus de porte’, een grote boerenkermis, en twee kleinere doeken met taferelen uit het volksleven langs de openbare weg. Men ziet o.m. een Vlaamse ‘bollinge’ (bolspel). De uitgebeelde herbergen dragen uithangborden met de namen: In den Romedarus (sic) en In het Swyn.
In het genre van de volksvermaken, bestaan er te Sint-Pieters-Brugge, in een privé-collectie, prachtige eetzaalstukken, met volksfeesten en een stoet, in een wijd landschap waar Dudzele op de achtergrond verschijnt. Twee schilders hebben hier