gijzelf, en dat zij zonder omzien, met lichtende blik hun eigen weg gaan zoals gij ook met uw visioenaire verschijning, steeds de blik op de einders gericht uw weg zijt gegaan. Niets kon u weerhouden, alle aanvallen hebt gij grandioos langs u voorbij laten gaan, alle moeilijkheden heeft de veelheid van uw talenten een zelfzeker antwoord verstrekt, en gij hebt al de hindernissen overwonnen met de vanzelfsprekendheid eigen aan de begenadigden, gij waart een kind der Goden.
Willem,
een groot deel van uw litteraire arbeid en van uw leven hebt gij het toneel gewijd. Gij zijt als revolutionnair begonnen en gij hebt al de stadia van deze kunst doorlopen tot zelfs van het commercieel succes. Voor het eerste heeft men u vergeten, voor het tweede heeft men u de steen willen werpen; maar wij die u hebben meegemaakt achter de schermen, die uw trillende aandacht en wijding voor het magisch gebeuren hebben gezien, die uw lezingen hebben gevolgd, die uw plannen hebben gehoord en die hebben mogen meewerken aan de opbouw van uw toneeloeuvre, wij weten hoe de mooie bladzijden er kwistig gestrooid liggen, koe de stuwende slagader van een sterke levensdrift er doorheen slaat, en wij zijn ons bewust van onze eigen ontoereikendheid die niet bij machte was de glans ervan naar verdienste te doen uitstralen. Wij verlangen dan ook naar de dag dat een meer objectieve toneelleider uw werk met een eerste klas beroepsgezelschap, moge verdedigen tot het de erkenning bereike die het waardig is.
Willem, een week voor uw heengaan hebt gij mij nog een opdracht gegeven en wij hebben lang gepraat over een toneelbewerking van Uw Tweede leven. Als vroeger sta ik ook nu aan uw zijde Willem en gij moogt gerust zijn: ik aanvaard die opdracht. Want Willem, naast het beoefenen van de kunst van de roman en het toneel en zelfs de muziek, alles op de u zo eigen spontane en doortastende wijze, hebt gij toch bij God en de mensen de meeste waardering geoogst door de beoefening
Willem Putman, Marthe Dua (creëerde Marilou in toneel) en Fred Engelen
Foto Vincx, Kortrijk.
van de moeilijkste kunst van allen: de kunst van de vriendschap. De aanstekelijke manier waarop gij uw vrienden en vijanden uw optimisme meedeelde werkte als een sneeuwbal, zodat gij rond u steeds een schaar gelukkige mensen kon verenigen. Gij zijt door de mensenstroom van het leven gevloeid als de stotende ader van een warme bron en wat gij op uw weg hebt aangeraakt is teer en zacht geworden en goed, en wie het geluk had tot uw vriendenkring te behoren hebt gij betoverd en bezworen tot er niets dan goede geesten meer rond u waren en schoonheid en muziek. Gij waart als vriend een sieraad van de vriendschap.
Willem,
hiermede zou ik afscheid van u willen nemen, maar ik weet dat gij 't mij kwalijk nemen zoudt moest ik stilzwijgend voorbijgaan datgene wat wij allen weten en te dikwijls verzwijgen als zouden wij er stilaan beschaamd om worden: Willem gij waart een groot Vlaming. Heel uw leven hebt gij God toegewijd en Vlaanderen. God is op Zijn tijd barmhartig geweest en genadig en is zelfs ongeduldig geworden, 't moet zijn dat het wat saai begon te worden in zijn hemel: Hij heeft u uitverkoren en bij zich geroepen. Vlaanderen is op zijn tijd ongenadig geweest, het heeft u in de bak laten steken. Het verschil ligt natuurlijk daarin dat God oneindig wijs is en Vlaanderen nog steeds zo onmondig. Maar ook hier Willem hebt gij getoond wat een uitverkoren kind gij waart, want zonder wrok hebt gij het enige antwoord gegeven waardig van een dapper mens: uw werk. Vanuit uw eenzaamheid is de gulden reeks van uw romans begonnen met de onsterflijke Christine Lafontaine die uw tweede leven als Jean du Parc heeft ingeluid en de meest ervaren critici heeft verrast en verschalkt. En zonder u aan strijdliteratuur te bezondigen, hebt gij de Vlaamse mens in uw werk gezocht en gediend en eer bewezen.
Willem, wij zijn u veel verschuldigd. Nu plots staan wij voor een ongelooflijk feit, want wij dachten dat gij onsterfelijk waart - gij waart het niet. Maar iets toch zal blijven leven en de tijden zullen het ontdoen van overtollige rijkdom, dat is uw werk, dat is dat symbool dat gij in uw laatste uur nog aan uw vrouw gevraagd hebt: ‘mijn pen’. En daaruit zal het volk dat gij hebt liefgehad de boodschap onthouden die gij zo onfeilbaar in uw beste werk hebt neergeschreven in de woorden die uw Claudia Pilatus voor ieder van ons heeft uitgeschreeuwd:
‘De waarheid? De waarheid is in het hart van de mensen. Jij weet het. Wij weten het. Elke seconde zal de wereld het weten met een steeds helderder en onverzettelijker zekerheid.’
Slaap zacht, Willem.
fred engelen
Waregem, 8 September 1954.