Westvlaamse Kunstschatten
De nieuwe St Jozefskerk van 't Molendorp te Bredene-Oostende
DE tijd van kerken te bouwen volgens archeologisch systeem, zoals dat bij ons nog gebeurde na de eerste wereldoorlog, schijnt wel definitief verstreken te zijn. Dat gebeurt nog in uitzonderlijke en verantwoorde gevallen. Zoals onlangs te Oostkerke-bij-Brugge, waar overigens de heropbouw getuigt van een zeer fijn archeologisch aanvoelen, wat in onze dagen een zeldzame gave wordt; en tegelijk van een soort artistieke visie, die, jammer genoeg, nog zeldzamer voorkomt. Op dit interessant geval hoop ik eens terug te komen, wanneer mij de gelegenheid daartoe geboden wordt. Maar, zoals ik zei, dat zijn uitzonderingen, en l'exception confirme la règle. De algemeen geldende regel is: dat we thans moderne kerken bouwen. Het is wel best zo: want blijven teren op oude formules, is verstarren en doodgaan. Daar waar kunst zegt: ontwikkelen en leven.
We bouwen dus moderne kerken. Wat nog niet zegt dat we altijd goed bouwen. Was dat maar waar! Er is machtig veel kaf onder ons koren, en het etiket modern wordt veel misbruikt om de grofste
Architect Jos. Lantsoght, Brugge. Foto Sergysels en Dietens, Brussel.
gebreken te verdoezelen. Daarop wijzen blijft altijd een ondankbare taak; daar de kritiek, ook wanneer ze zakelijk blijft en een hoffelijke toon aanslaat, gemakkelijk begrepen wordt als een belediging. Of gezeid wordt ingegeven te zijn door motieven die met de kunst geen uitstaans hebben.
Aan de andere kant, met zich gunstig uit te laten over een of ander nieuw bouwwerk, kan men ook mensen kittelorig maken. Ik verwijs naar de fabel van ‘de pad en de glimworm’. Wat me toch niet kan afhouden van hier een oprecht woordje lof uit te brengen op de nieuwe Sint Jozefskerk van 't Motendorp te Bredene-Oostende. Ik meen niet te overdrijven als ik zeg, dat we hier de meest interessante kerkbouw hebben, die, sedert de laatste twintig, dertig jaar, in onze provincie tot stand kwam.
Het ging er hier om een tamelijk grote kerk te bouwen voor een parochie van 4000 zielen, en met tamelijk beperkte middelen. Het hele gebouw, met zijn volledige uitrusting - drie altaren, preekstoel, biechtstoelen, communiebank en decoratieve afwerking, kostte negen millioen. Er is ruimte voor negen honderd kerkgangers. In vergelijking met wat elders juist in onze dagen tot stand kwam, mag men hierom alleen, reeds spreken van een record.
De kerk bestaat uit een heel ruime beuk, waar al de plaatsen uitzicht geven op het hoogaltaar. Zijgangen zijn uitgespaard in de ingebouwde schoormuren. Het koor, dat rechtlijnig afgesloten is, ligt veel hoger dan de overige kerkruimte, zodat het uitzicht op het altaar gemakkelijk verkregen wordt. Links van het koor liggen de sacristieën, met daarboven het doksaal. Rechts is een ruime kapel met een honderd plaatsen, die volledig door verglaasde wanden kan afgesloten worden. Daarmee bekomt men een ideale winterkapel, die geen verhoging van bouwkosten meebrengt; daar de ruimte, waar het nodig blijkt, ook in de grote kerk kan betrokken worden. Het koor, dat smaller valt dan de beuk, is feitelijk de onderbouw van een imposante klokkentoren.
Een van de gunstige zijden van deze moderne kerk is, dat ze niet, zoals veel zogezeide moderne kerken, een soort zolderbouw is, met bogen waarvan de aanzet tegen de begane grond komt. Zodat er haast geen opgaande muren zijn, en dienvolgens ook geen mogelijkheid is om de binnenruimte een flinke belichting te geven. Dit geheel vinden we in tal van Hollandse kerken, die bij ons als het nec plus ultra van de moderne kerkbouw worden geprezen, en dus veel navolging vinden. En was dat navolgen nu maar altijd zo gebeurd, dat we de copie naast het voorbeeld mogen plaatsen! Maar we moeten geen Hollandse kerken bouwen, wel Vlaamse; laat me zelfs zeggen Westvlaamse. Het is mijn innige overtuiging dat ook de meest moderne bouw, gezonde bouw natuurlijk, altijd de locale kleur zal eerbiedigen. Overigens die Hollanders, ik spreek van de Roomsen, zitten nog altijd geplaagd met de traditie van hun Schuurkerken; ze kunnen zich gemakkelijk wennen aan die moderne kerkbouw, die feitelijk een veredeling is van de traditionele Schuurkerk. Wij, Vlamingen, verlangen wat anders. We hebben liefst klare en blijde kerkruimten, entwat feestelijks. En dat feestelijke voelen we te Molendorp.
Het uitwendige is heel sober. Het kan geen kwaad dat we eens de nuchtere zakelijkheid van een constructie aan 't woord laten, nu men te dikwijls de goe gemeente om de tuin leidt door 't gebruik - of misbruik - van niet verantwoorde simili bouwkundige elementen en tierlantijntjes. Opvallend is de strenge eenvoud van de machtige kerkgevel - een bijzonder-