West-Vlaanderen. Jaargang 3
(1954)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 142]
| |
Het rijk gebeeldhouwd kerkmobilair te PoperingeTOEN we enkele jaren geleden te gast waren in de St Sixtus-abdij van West-Vleteren konden we wekenlang de kunstwerken van Poperinge bestuderen. De vele en haast onbekende beeldhouwwerken van Poperinge hebben ons dan werkelijk getroffen. In dit nummer krijgen wij de kans - een sinds lang gedroomde wens - deze te belichten. Wij willen het hier alleen hebben over het weinig gekende kerkenmobilair en niet over de drie merkwaardige kerken van Poperinge zelf. Tevens willen we meer belangstelling wekken voor de houtsculptuur. | |
Een Renaissance-doksaal in de St BertinuskerkPoperinge kan bogen op één der oudste en merkwaardigste doksalen van onze provincie. Zowel het geheel als de details vertonen een typisch laat-Renaissancestijl. Eigenaardig echter, voor die tijd, zijn nog enkele laat-gothische elementen. Om zijn stijlkarakteristieken zouden we het omstreeks 1610 willen dateren. Het onderste gedeelte, dat toegang verleent tot de kerk, is opengewerkt als een rij vensters. Het laat-gothische traceerwerk, licht en rank, wordt opgevangen door een reeks ballusters nu in Renaissancestijl. Dat opengewerkt ondergedeelte wijst op de vroeger dubbele bestemming: een koordoksaal, dat het koor afsloot en tevens als doksaal dienst deed. Het bovengedeelte is in zake sculptuur het belangrijkste. De eigenlijke doksaalleuning springt sterk naar voor en is versierd met de beelden van Christus en de twaalf Apostelen. Deze staan in nissen die telkens door zuiltjes, voorzien van compositiekapitelen,
Doksaal van St Bertinuskerk. Eikenhout. Begin xviide eeuw. Laat-Renaissance. - Foto A.C.L.
geflankeerd en dus ook afgescheiden worden. Onder en boven die leuning lopen twee horizontaal beklemtoonde friezen. Daarop vinden we friezen met loof- en rank-werk en telkens onder of boven de zuilen fijn gesculpteerde kopjes. Wat de beelden betreft zijn er later enkele door copieën vervangen. Typisch voor de laat-renaissance zijn de nissen door een rondboog gesloten, waarin ieder keer een gestyleerde schelp als versiering ingelast is. Het geheel is ongetwijfeld evenwichtig van bouw en heeft een uitgesproken horizontaal accent. Het is daarenboven rustig en smaakvol versierd. Veel details van die versiering zijn knappe blokken houtsculptuur. Het ietwat latere doksaal van Oost-Vleteren is helemaal in dezelfde geest als dit van Poperinge. | |
De mooiste Barokpreekstoel van West-VlaanderenIn dezelfde St Bertinuskerk bevindt zich een prachtige preekstoel in Laat-Barokstijl. De kerkfabriek kocht deze in Brugge en betaalde aan de timmerman Porta niet minder dan 1200 pond voor dit werk. Hij kwam van de tijdens de Franse Revolutie afgebroken Dominicanerkerk te Brugge. We laten hieeen gedeelte van het interessante verslag van 1806 der kerkfabriek volgen. Deze constateerde dat den prediekstoel teenemaele om zijne oudheid ende cadusiteit beghon defectueus te worden, ende niette genstaende dies, dat men de occasie hadde van den sehen aen eerten redelycken prijs te verkopen aen den Eerwaerden Heer Pastoor van Proven. Ze besloten daarop eenparig een preekstoel te kopen degonnen die eertijds ghestaen heeft in de kercke van de Eerwaerde Paters Predikheeren tot Brugghe, denwelcken ghereputeerd is voor eenen van de schoonste van het land.Ga naar voetnoot1 Naar het schijnt hebben vele Poperingenaren om deze beslissing nogal duchtig gekritikeerd. Gelukkig dat men er niet voor terugschrikte want anders zou daar ook wel een van die belachelijke neo-gothische prullen gestaan hebben. De drie vrijwel levensgrote beelden van (v.l.n.r.) Albertus van Keulen, Thomas van Aquino en Hyacinthus, als voet van de preekstoel opgesteld, zijn uitstekende beeldhouwwerken. De krachtige gestalten, | |
[pagina 143]
| |
vol beweging uitgewerkt, het levendig rhythmische plooienspel en niet het minst de expressieve koppen, getuigen voor de beeldsnijder. let b.v. op het rustige karaktervolle gezicht van St Thomas of nog op dit van St Albertus die met een brandende fakkel daar als aangestapt komt. Dat mager uitgeteerde gezicht lijkt als helemaal vergeestelijkt en het woelige plooienspel onderlijnt nog die gedachte. Welk contrast met het gelaten, vermoeide gelaat van St Hyacinthus! Even scherp zijn de portretten der vier kerkvaders op de kuip gesneden. Bekijk bij voorbeeld het rimpelen of spannen van de huid bij St Gregorius of het uitgedroogde gezicht van St Hiëronymus. Heel het klankbord is hier bedekt door een sierlijk golvende draperie. De grote dubbele trap met een weelde van decoratie, is een prachtige brok ornamentatie-sculptuur. Tussen die breedzwierende ranken, bladeren en bloemen stoeien tal van putti, die harmonisch met het loofwerk vergroeid schijnen. Doch welke fijn uitgedachte symbolen zijn in deze trap niet verwerkt? Dit alleen reeds is een artikel waard. Zo wordt de zucht naar geld en goed hier uitgebeeld door een leeuw met een muilband die naar een geldbeurs snakt en een wereldbol waarop we de Middellandse Zee herkennen. Doch bij aandachtig beschouwen bevat de trap en de hele preekstoel nog tal van verrassende
Preekstoel van St Bertinuskerk. Eikenhout. Begin xviiide eeuw. Laat-Barok (ca. 1710). Detail: Voet met heiligen (v.l.n.r.) Albertus van Keulen, Thomas van Aquino en Hyacinthus. - Foto A.C.L.
vondsten en details.
Preekstoel van St Bertinuskerk. Detail van trap: Engeltjes met wegschaal. Foto A.C.L.
Men kan de preekstoel vergelijken met deze van de St Goedelekerk te Brussel of met deze van de St Romboutskathedraal te Mechelen. De levendigheid, het rhythme van het plooienspel en de vele contrasten wijzen duidelijk op een laat-barokwerk. Wie de beeldsnijder van dit merkwaardig werk mag zijn konden we nog niet uitmaken doch we durven een Antwerps meester vooropzetten. De preekstoel kan omstreeks 1710, te oordelen naar stijlcritische details, gedateerd worden. | |
Laat-Barok beeldhouwwerkSt Bertinuskerk heeft een tweede merkwaardig barokmeubel: de biechtstoel van Z.E.H. Deken, in de linkerbeuk. Ook dit beeldhouwwerk mag bij het beste van zijn soort in West-Vlaanderen gerekend worden. Hij dagtekent uit ongeveer dezelfde tijd als de preekstoel; omstreeks 1720. Ook hier blijft de beeldsnijder onbekend. Het belangrijkste zijn de vier levensgrote gestalten die de drie compartimenten scheiden. links en rechts wijzen twee engelen naar de berouwvolle Petrus en Maria-Magdalena, in het midden opgesteld. Doch hoe mooi zijn weer die gestalten uit het eikenhout gesneden! Zie naar dat verwrongen lichaam van Petrus, omzwierd door tal van plooien, maar let vooral op het gezicht en de handen. Verweerd en scherp getekend door het leven spreken ze door elk detail van aders, pezen en rimpeltjes. En bij Maria-Magdalena voelt men het leven kloppen onder de kledij. Een gevoelige uitbeelding en het rhythme van de lijnen kenmerken die beeldhouwwerken. Weer in St Bertinuskerk wijzen we nog op een kommuniehank uit die periode, die vrij eenvoudig opgesmukt is. Het loofwerk der acht panelen lijkt ons vrij droog gesneden en het beste zijn hier een reeks kwieke putti of engeltjes, die telkens de panelen scheiden. Hun dromerige, weemoedige kopjes getuigen van charme. Eerder zeldzaam als onderwerp is een kleine slaaf in de O.L. Vrouwekerk, eveneens in laat-barok doch uit de laatste jaren der xviide eeuw dagtekenend.Ga naar voetnoot1 Meerdere beelden uit die periode kunnen aangehaald worden: b.v. H. Aldegondis, H. Augustinus, H. Scholastica en andere in de St Bertinuskerk, een H. Petrus en St Jozef in de St Janskerk. | |
[pagina 144]
| |
Bloeitijd in de achttiende eeuwNa een bestudering van de sculptuur in Poperinge valt het dadelijk op dat veruit het grootste deel hiervan uit de xviiide eeuw stamt. Het grootste aantal van die beeldhouwwerken zijn dan nog uit de tweede helft van die eeuw, dus van 1750
Biechtstoel van St Bertinuskerk. Eikenhout. Begin xviiide eeuw (ca. 1720). Laat-Barok. - Foto A.C.L.
af. Dat geldt echter niet alleen voor de sculptuur maar evenzeer voor andere kunstwerken. Ook bijvoorbeeld het meeste edelsmeed- of borduurwerk of oude gevels dagtekenen uit die zelfde periode. Het ligt dan cok voor de hand dat het voor Poperinge in die jaren een grote bloeitijd was. Het hoogtepunt lag wel tussen 1750 en de inval van de Fransen in onze streken. Vooral de opbloei van de landbouw en veeteelt hebben het meest tot die bloeitijd bijgedragen. West-Vlaanderen was bij de eersten die kunstmatige meststoffen aanwendden, waaronder het kalk. Het Ieperse mag hierbij speciaal vermeld worden. Daarbij kwam nog het rationeel toepassen van de wisselbouw, waarbij de grond telkens de kracht terugwon die hij verloren had. Tenslotte kwamen naast de tot dan gekende gewassen, enkele nieuwe culturen in gebruik; b.v. tabak en aardappelen. De lijnwaadindustrie daarenboven bleef de nijverheid bij uitstek in Vlaanderen en droeg heel wat tot die bloei bij. Ze was trouwens vergroeid met de regionale landbouw: de vlasteelt. Het was vooral het platteland dat deelde in de bloei van deze nijverheid. In het Poperingse zelf kende ook de hoppeteelt een hoge bloei. Een andere belangrijke reden voor deze opgang was de lange vredesperiode van Maria-Theresia. Al die factoren samen hebben zeker een gunstige onderbodem voor een bloeiend artistiek leven geschapen. Door die groeiende welstand konden adel, burgerij en boeren financieel heel wat bijdragen tot de uitrusting der kerken. | |
Rijke RococosculptuurDe meeste beeldhouwwerken in Poperinge zijn in Rococostijl uitgevoerd. In de eerste jaren van de xviiide eeuw komt stilaan een reactie tegen de zware en zwierige Barok. De overgang tussen beide stijlen kan men vrij nauwkeurig volgen en noemt men Vroeg-Rococo (in Frankrijk: Régence) die zich in ons land tussen 1725 en 1740 ontwikkelt. Vorm en lijnen worden lichter en enkele typische versieringsmotieven doen hun intrede: een vrij sierlijke schelp, ruit- en wafelmotieven, banden enz... Omstreeks 1750 breekt hier de Rococostijl door. Men vindt in de tijdsgeest een gevoel van levensoptimisme en luchtigheid. Dat komt tot uiting in het kunstwerk. Vooreerst in het dartel spel der lijnen en verder in de behandeling van het licht, dat nu zacht genuanceerd over de vlakken glijdt. Heel andere versieringsmotieven verschijnen: grillig uitgerafelde schelpen, krullende bladeren of medaillons. Men bespeurt met moeite een rechte lijn. Van meerdere werken uit die tijd in Poperinge kennen we de data uit archieven of inscripties. Ze laten ons toe ook de andere sculptuur tamelijk juist te dateren. Een goed voorbeeld van Vroeg-Rococo-sculptuur is het O.L. Vrouwaltaar in de St Bertinuskerk. Het middengedeelte is het rijkst opgevat. Vooral de slanke gestalten van Het Geloof en De Kerk op de hoeken van het sierlijke tabernakel en de reliefs, links en rechts, van het tabernakel zijn merkwaardig. Als bekroning is De Verheerlijking van O.L. Vrouw voorgesteld. Gestalte en plooien zijn reeds vrij soepel. Typisch is de decoratie van schelpen en bandwerk. Een koorlessenaar, eveneens in St Bertinus, vertoont de zelfde geest. Reeds sierlijk van vorm heeft hij dezelfde decoratie. Boven troont een mooi gesneden arend, die tussen zijn poten een karakteristieke Régence-schelp klemt, waarin het portret van een priester geschilderd is. Beide werken mogen omstreeks 1735-40 gedateerd worden. Ook de preekstoel van de St Janskerk behoort bij de vorige, hoewel zijn stijl reeds | |
[pagina 145]
| |
dichter de Rococo benadert. Wij zouden hem omstreeks 1745 dateren. Hij is naar vorm en versiering sterk verwant met de preekstoel van WatouGa naar voetnoot3 maar zeker enkele jaren jonger. De reliefs van de kuip, versierd met taferelen uit het leven van St Jan en De Goede Herder, zijn niet zozeer interessant om de figuren dan wel om de uitbeelding der landschappen. Natuur en atmosfeer worden opgeroepen door de hobbelige grond, bomen, planten enz... Naast de vrij soepele decoratie van de trap dienen hier nog de pittig gekapte knaapjes van de kuip vermeld. Uit de zelfde periode zijn nog een antipendium, een tweetal catalogen van Broederschappen en een reliekhouder van St Crispijn, allen in de St Bertinuskerk. | |
De beste Rococo-beeldhouwwerkenPoperinge kan wel op enkele uitstekende Rococowerken bogen. De mooiste lijken ons de koorgestoelten van de O.L. Vrouwkerk en van St Jan. Dit van O.L. Vrouw, boven de deur gedateerd anno 1752 schijnt een gift te zijn van de Van Reninghe's opdat hun huwelijk met kinderen zou gezegend worden. Emmanuel Wallyn uit Poperinge is er de maker van maar niet de beeldhouwer, want in de kerkrekeningen wordt hij aangesproken als meester schrijnwerker.Ga naar voetnoot4 Daar het gestoelte van het koor tot aan de eerste pilaar reikt sluit het tevens het koor langs de zijkanten af. Alleen de opengewerkte en gesculpteerde rugleuningen interesseren ons. Speelse ranken, bladeren en grillige schelpen zijn waarlijk harmonisch rond allerlei muziekinstrumenten gevlochten. Als vergroeid met dit alles gluren daartussen geheimzinnige monsterkoppen, even grillig van lijn. Ook het gestoelte van de St Janskerk vertoont dezelfde geest en kenmerken. Het is 1770 gedateerd. Vorm en versiering gaan trouwens op het eerste terug. In de St Janskerk dient in dit verband ook gewezen op het doksaal en orgel, 1765 gedateerd.Ga naar voetnoot5 Het is weer de leuning zelf van het doksaal die een merkwaardige brok sculptuur is. In de acht opengewerkte panelen draaien weer licht en sierlijke ranken en schelpen rond muziekinstrumenten. De mooie decoratie wordt hier gekenmerkt door een innemende gratie en een speels rhythme. Ook de orgelkas, hoewel minder versierd, leunt volkomen bij het doksaal aan. Het zou ons te ver leiden al het andere beeldhouwwerk in Rococostijl van Poperinge hier nader voor te stellen. We citeren hier daarom vluchtig slechts enkele werken: Het Zuideraltaar, een boiserie, een graflegging en een kommuniebank in de O.L. Vrouwkerk. Een biechtstoel en verscheidene reliekhouders en beelden in St Bertinuskerk. De kommuniebank en het Noordelijke zijaltaar in de St Janskerk. Voor twee werken willen we nog even de aandacht vragen.
Koorgestoelte van St Janskerk. Eikenhout. Gedateerd: 1770. Rococostijl. Algemeen gezicht. - Foto A.C.L.
Vooreerst voor een Heilig Graf in de St Bertinuskerk dat zeer expressief gebeiteld is. Niet alleen de gezichten vertolken het gemoed maar ook de gestalten. De figuren vormen een aaneengesloten groep van inéénkluwende gestalten, getypeerd door een levendig rhythme. Het processiebaldakijn van St Bertinus leert ons hoe zelf een eenvoudig voorwerp voor de eredienst, door een sierlijk buigende lijn en wat sculptuur mooier gemaakt werd. Let b.v. op de vier kerkvaders van de hoeken of op de figuur van De Kerk boven! | |
Classicistische boiserie in de St JanskerkOp het speelse der Rococo volgt op het einde der xviiide eeuw in de beeldhouwkunst een stijl die vooral eenvoud en
H. Graf in St Bertinuskerk. Hout en geschilderd, midden xviiide eeuw. Rococostijl. - Foto A.C.L.
| |
[pagina 146]
| |
rust zoekt en alle elementen evenwichtig probeert te schikken. Men weert zoveel mogelijk ornamentatie en wanneer ze aangewend wordt is ze ontleend aan de vroegere Renaissance of aan de Oudheid: b.v. guirlandes, pilasters, enz. Gebeeldhouwd kerkmobilair uit die periode - dus in de stijl van het Classicisme - is weinig talrijk. Speciaal wijzen we op de boiserie van de St Janskerk, die in die stijl uitgevoerd is en van het einde der xviiide eeuw dagtekent. We vermelden deze niet zozeer om de artistieke waarde dan wel om een reeks eigenaardige symbolen die hier gebruikt worden. Op het eiken beschot, dat de muur van de Noord- en Zijbeuk bekleedt, treffen we enkele medaillons aan, waarin bas-reliefs gesneden zijn. Als onderwerpen worden daar behandeld: b.v. een zonnewagen, een tempel waarboven een duif zweeft, zee en wolken enz... Het lijken haast heidense symbolen. De bijna picturale uitbeelding van water en wolken op landschappen is wel eigenaardig. We vermelden tenslotte nog de preekstoel van de O.L. Vrouwkerk, in Laat-Classicisme, die in 1828 geplaatst werd. Behalve de heilige als voet en de vier Evangelisten heeft hij geen noemenswaardige sculptuur. Het is trouwens droog en academisch werk. Na dit alles menen we toch dat de vele beeldhouwwerken van Poperinge wel eens nader mochten belicht worden. Meerdere houtsculpturen van Poperinge - ze zijn vrijwel allen uit hout gesneden - behoren door hun kwaliteit tot de interessantste werken van West-Vlaanderen. Mocht Poperinge nauwgezet op dit bezit blijven waken!
Drs FRANS VROMMAN
Beeldje uit het doksaal van de St Niklaaskerk van Diksmuide.
|
|