West-Vlaanderen. Jaargang 3
(1954)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–
[pagina 136]
| |
Monumenten en gevels van IeperER is bitter weinig in de oude, prachtige stad Ieper aan monumenten en gevels uit het verleden overgebleven. En nochtans was Ieper befaamd om zijn talrijke merkwaardige bouwwerken. Na de wereldoorlog in 1918 vond men er slechts hopen stenen en muurstompen terug. Amper bleef hier en daar een fragment gespaard. Gelukkig werden enkele van die monumenten of gevels, na de oorlog, nauwkeurig hersteld of volledig herbouwd. Daarbij bleven nog enkele vóóroorlogse foto's en tekeningen van die bouwwerken bewaard. Dat stelt ons in staat thans nog een algemeen idee van Iepers rijke architectuur op te doen. Tevens wil deze bijdrage aansluiten met onze vroegere artikels over gevelarchitectuur in Brugge en Veurne, in West-Vlaanderen (1952 en 1953, nr 5 en nr 6) verschenen. | |
I. MonumentenEen speciaal artikel van Prof. Dr Br. Firmin in dit nummer is gewijd aan de halle en het belfort. Daarom kunnen een paar beschouwingen hierover volstaan. De breed uitgestrekte gevel van de halle, niet minder dan 133 meter lang, maakt zeker een overweldigende indruk. Buitengewoon lijkt ons het rhythme van de gevel door het steeds herhalen van deuropeningen en vensters. Trouwens dat breed uitdeinend rhythme wordt nog onderlijnd door de uitspringende bandlij sten en de luchtige gekanteelde borstwering. Het rijzige belfort is zeer harmonisch als het ware midden in de langgestrekte gevel geplant. Beiden, halle en belfort, vergroeid tot één harmonisch geheel, mogen bij de markantste prestaties van onze Westerse bouwkunst gerekend worden. Het is begrijpelijk dat een groots monument als de halle een diepe weerslag heeft uitgeoefend op andere gebouwen van dezelfde periode. Zo vinden we heel wat verwantschap terug in het Tempeliershuis, nog genoemd Hooghuis (nu de Post) in de Rijselstraat. Het valt moeilijk uit te maken in hoeverre de huidige gevel overeenstemt met de corspronkelijke. Een bewaard gebleven tekening van Böhm toont ons een Steen op de Markt, waar de gevel weer een invloed van de halle vertoont. Het volledig herbouwde Vleeshuis, op de Neermarkt sinds 1858 als Museum ingericht, vertoont alleen in het gelijkvloers een zelfde geest. Het werd in 1530 merkelijk veranderd. Er werden toen twee sierlijke trapgevels opgetrokken. Naast het Laat-Gothische traceerwerk in de hoogvelden, zijn de horizontale vooruitspringende bandlij sten en de ruime vensters door accoladebogen afgedekt met voorbeelden van de Vroeg-Renaissance. Een volgroeid Renaissancewerk was het Schepenhuis van de Kasselrij, opgetrokken in 1551, herbouwd na de oorlog en thans gebruikt als stadhuis. Het was een lang gevel, vlak afgedekt, die meerdere Renaissancekenmerken vertoonde: een uitgesproken horizontalisme door bandlijsten, ronde medaillons, waaruit koppen naar voor springen die de Zeven Hoofdzonden voorstellen enz.... Het was een smaakvol geheel dat opvalt door zijn afgewogen verhoudingen. ![]()
Gevel in Baksteen. ‘Au Jardin Public’. Houtmarkt. Laat-Renaissance stijl. Foto A.C.L.
Minder talrijk waren de monumenten uit de xviide eeuw en dus in Barokstijl. Vooral voor wat de tweede helft van die eeuw betreft. Al te vaak zullen de troepen van Lodewijk XIV in Ieper verschijnen om op tijd en stond door de legerbenden van hun tegenstrevers vervangen te worden. Een voorbeeld van een weelderig Laat-Barok werk was het voormalige Bisschoppelijke Paleis, in 1696 gebouwd. Het werd in 1845 door een Gerechtshof in Classicisme vervangen. Na de Vrede van Utrecht in 1713 verbetert de toestand en zien we het bouwen hoe langer hoe meer toenemen. In 1714 bouwde men in de Boterstraat, als toegang tot de Vismarkt, een rijk opgevatte Vispoort in typische Lodewijk XIV stijl. Een relief met Neptunus door de Ieperse beeldhouwer Ramaut, vulde de zwierige bekroning. Van de vele gebouwen uit de tweede helft van de xviiide eeuw in Rococostijl, halen we er slechts een paar aan, die op oude gravures zijn afgebeeld. Het Seminarie gebouwd in 1755 was een zeer rijzige gevel, met gelijkvloers en twee verdiepingen, die een luchtig aspect vertoonde. Aan de uiteinden, links en rechts, lopen telkens | |
[pagina 137]
| |
twee pilasters van beneden tot boven onder de daklijst door. Een andere gravure toont ons de Voetvolkskazerne tussen 1820 en 1822 opgetrokken in de sobere geest van het late Classicisme. | |
II. De gevelarchitectuurDe bewaard gebleven foto's en de talrijke tekeningen van Böhm en A. Heins geven een indrukwekkend beeld van de talrijke oude gevels van Ieper vóór de wereldoorlog. De Markt, de Boter-of de Rijselstraat stonden vol oude gevels. | |
Verdwenen houten gevelsHet blijkt dat Ieper tot omstreeks 1830 nog een 94-tal houten gevels telde.Ga naar voetnoot1 Eén feit is zeker: Böhm heeft er een hele reeks getekend, waarvan Heins er een 20-tal publiceerde.Ga naar voetnoot2 Voor het ogenblik bestaat er in de Rijselstraat nog één, die in 1918 gedeeltelijk bewaard bleef en vrij goed hersteld werd. Die tekeningen en die gevel geven ons toch een tamelijk goed idee over deze merkwaardige houtarchitectuur in Ieper. Bijna al die houten gevels dateerden uit de xvide eeuw, vooral uit de tweede helft. Ze vertonen heel wat gemeenschappelijke trekken. Vooreerst waren alle verdiepingen sterk beklemtoond doordat elk verdiep telkens vooruitsprong. Gewoonlijk vormt in het gelijkvloers, waarvan de basis veelal van steen was, de ingangsdeur met de vensters één geheel. Een doorlopende bovendorpel sloot deze samen. De eerste verdieping heeft meestal slechts een paar kleine vensters. De gevel loopt uit in een scherpe punt, die versierd werd met een gebroken boog of een drielobboog. Verticale flanken vullen de vlakken tussen de vensters. Onder de overkragingen boden de consoles plaats voor fijne houtsculptuur; en wel ornamenten, cariathieden of grotesken. De vooruitkomende zijgevels in baksteen sloten de houten gevel in en steunden het dak. Het slanke schema bleef Gothiek doch de uitgesproken horizontale lijnen en de decoratie waren in Renaissance-geest. Enkele verdwenen voorbeelden: Rijselstraat nr 80 en nr 144, Tempelstraat, D'Hondstraat nr 10, Boterstraat nr 38 enz. De enig bewaarde houten gevel, Rijselstraat nr 204, (hersteld) is in vergelijking met de anderen een vrij eenvoudige gevel. ![]()
Vleeshuis op de Neermarkt. Uit J.E. Cornillié, Ieper door de Eeuwen heen. Vonksteen, Langemark, 1951.
| |
Laat-Gothische baksteengevels![]()
Zicht op de grote markt in 1774. Uit J.E. Cornillie, Ieper door de Eeuwen heen. Vonksteen, Langemark, 1951.
Eén van de merkwaardiaste stenen aevels van Ieper is het Huis Biebuyck, Diksmuidestraat nr 46. Ankers in gesmeed ijzer geven het jaartal 1544 aan. Na de oorlog werd deze volledig gerestaureerd. Heel de muur is door ruime vensters en fijn traceerwerk opgelost. Zoals te Brugge zijn de vensters gevat in een nis en omsloten door een lijst. Het gelijkvloers en de | |
[pagina 138]
| |
![]()
[H]et ‘Merghelynckhotel’, 1772-74. Rococostijl Foto A.C.L.
eerste verdieping bestaan uit een smalle travee in het midden en links en rechts uit een dubbele travee. Een trapgevel sluit de gevel af en, herinnerend aan de vroegere houtbouw, is hij versierd met een gebroken boog. De weinig overgebleven muurgedeelten en hoogvelden zijn met fijn Laat-Gothisch traceerwerk versierd. In de zelfde stijl maar minder rijk opgevat kan de vroegere gevel op de Veemarkt vermeld worden. | |
Laat-RenaissancegevelsEen zeer groot aantal van de vroegere baksteengevels waren in Renaissance-stijl opgetrokken en dagtekenden bijna allen uit de eerste jaren van de xviide eeuw. Ze herinneren zeer goed aan de gevels van Veurne, die in die periode ook zeer talrijk waren. Het is vooral weer, dank zij de tientallen tekeningen van Böhm en Heins, dat we een duidelijk beeld hebben van die bloeiperiode op bouwkundig terrein in Ieper. De voornaamste kenmerken waren: de vensters zijn gevat in een nis die afgesloten wordt door afgeplatte, korf-of Tudorbogen. Vooruitspringende bandlij sten geven een horizontaal accent. Dikwijls vinden we in de trapgevel een rijk ‘Tabernakelvenster’. Er bestaan thans nog een paar herbouwde voorbeelden. Zo b.v. Het Schippershuis, Veemarkt nr 9, 1629 gedateerd. Typisch zijn hier de Laat-Renaissanceschelpen boven de vensters. Naast de vorige, gevel nr 11, is 1623 gedagtekend en vertoont dezelfde geest. Een ruimere gevel in die stijl en uit die periode is het Oud Genthuis, nr 21 in de D'Hondtstraat. Het is een dubbele trapgevel, voorzien van diep vooruitspringende bandlijsten. De gevel Au Jardin Public, op de Houtmarkt, van 1679 is een trapgevel van heel wat latere datum doch nog steeds in Laat-Renaissancestijl. De top is versierd met een mooi tabernakelvenster. | |
Gevels der XVIIIde eeuwIeper moet zeer veel gevels uit de xviiide eeuw gehad hebben, doch van die sierlijke Rococo gevels kunnen we ons thans moeilijk een idee geven. Bijna allen verdwenen tijdens de oorlog en slechts enkelen werden in hun oorspronkelijke staat herbouwd. Foto's en tekeningen van vóór 1914 wijzen duidelijk op een nieuwe bloeipericde in de tweede helft van de xviiide eeuw. Eén van de weinige bijna ongeschonden gebleven gevels uit de wereldoorlog is nr 8 in de de Stuerstraat en die 1772 gedateerd is. Hij vertoont een typisch Rococo-uitzicht. Het Merghelynckhotel, opgetrokken in 1772-74 is wel één van de merkwaardigste Rococogevels van Ieper geweest. Het is thans bijna volledig hersteld. Het is een monumentaal geheel waar de hoofdingang geaccentueerd is door een sierlijk balcon en boven door een driehoekig fronton. Rijzige en brede pilasters lopen van onderaan tot boven door. De voornaamste gevel heeft tien traveeën, zonder de ingang. Ook de binnenkoer is volledig ingebouwd, waarin tal van ijzersmeedwerk werd te pas gebracht. Het is zeker het beste voorbeeld van een bevallige voorname herenwoonst uit de xviiide eeuw.
Drs FRANS VROMMAN ![]()
Houten gevel in de Rijselstraat te Ieper. Toestand vóór 1914. - Foto A.C.L.
|