West-Vlaanderen
Uitgave van het
Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond
Nummer 4 derde jaargang juli 1954
Editoriaal
Verba volant, scripta manent... Mochten deze woorden voor de stad Ieper waarheid worden. Hoeveel is er bekend over deze stad, waarvan de roem in de Middeleeuwen, vroeger dan Brugge of Gent, verspreid was over Europa en Noord-Afrika? De oorlog 1914-1918 is hiervan grotendeels de schuld geweest. Het Stadsarchief, deze onuitputtelijke bron van inlichtingen, waarvan de grote historicus H. Pirenne zegde dat het volstond om Vlaanderens geschiedenis opnieuw samen te stellen, ging jammerlijk verloren samen met de kunstschatten, welke door een rijk verleden waren nagelaten. Het is de heer J. Coomans gelukt een groot deel dezer architecturale monumenten opnieuw hun vroegere glorie te geven, doch het Archief en talloze andere kleinere kunstwerken bleven verloren. Dit is de grondoorzaak waarom Ieper in de historische literatum zo stiefmoederlijk werd behandeld. Des te dankbaarder moeten wij zijn voor het initiatief van het tijdschrift West-Vlaanderen, dat het aandurft een aantal aspecten van deze stad aan te pakken en te bewerken... Colligere fragmenta, ne pereant... ¶ Niet alleen op architecturaal gebied heeft Ieper zijn prestaties geleverd, zoals de St Maartenskerk, het Vleeshuis, de Lakenhalle, dit grootste en één der schoonste monumenten wat betreft vorm en afwerking van de burgerlijke dertiendeeuwse architectuur, dat een onvergetelijke indruk maakt op ieder vreemde bezoeker, het Godshuis Belle, welke alle uitingen zijn van de vroegere Ieperse zin voor schoonheid in deze vorm. Ook op andere gebieden zijn de Ieperlingen werkzaam geweest. Wij moeten enkel vernoemen een Broederlam voor de schilderkunst, een De Keerle voor de muziek, een Langhedul voor de orgelbouwkunst, een Baelde voor het zilversmeedwerk. ¶ De moderne tijden in tegenstelling met andere plaatsen hebben aan de stad en streek een speciaal aspect verleend. Zij hebben iets nagelaten, iets oneindig treurigs, doch aan
de andere kant iets zeer stemmigs nl. de kerkhoven, waarmede de streek bezaaid is. Daar zijn de Engelse met hun Menin-Gate en hun graven in koel, wit steen, waarop hun sprekende inscripties, ontleend aan de Bijbel, figureren. Known unto God... Daar zijn de Duitse met hun donkerbruine, bijna zwarte kruisjes, welke tot weemoedigheid stemmen. ¶ Dit alles zit niet meer als te Brugge in zijn antiek kader, doch is in een nieuw gegoten, dat het oude uiterst goed vervangt. ¶ Mochten wij hopen dat Iepers schoonheid door dit initiatief beter gekend zal worden in de Provincie en in gans België.
Mr ALBERT DEHEM, BURGEMEESTER VAN IEPER