Wanneer wij het werk van Arno Brys op zijn grafische waarde ontleden dan vinden wij daarin telkens een zeer klaar aangeduide lijn. Zijn vertolkingen zijn praktisch altijd op de wit-zwart contrasten afgestemd en hebben een stoer en zwaar karakter
Tenslotte moet daar eigenlijk geen tekst bij horen en zou het beeld ruim moeten volstaan. Maar de tekst is ook een element. Menselijk gezien is het woord het enige uitdrukkingselement dat in algemeen gebruik is gebleven: muzikale en pikturale uitdrukkingen zijn specialisatie geworden.
We zeggen Vlaanderen van Veremans zonder te beseffen dat het de tekst is die ons werkelijk zo innig verbonden heeft met de muziek. En we zijn gaan houden van andere liederen óm de tekst, we volgen machinaal de onderschriften van een film waarvan wij het gesproken woord verstaan, we keuren de tekst van een huwelijks- of geboortekaartje en we bidden geren een schoon gebed.
We houden van een goed woord, van iets dat zeer juist en in korte woorden datgene zegt wat eigenlijk in ónze mond ligt maar er niet uit kon.
Onze grafiekers blijft bijna geen andere keuze: Karamelverzen of Middeleeuwse teksten.
De plaats van de dorpsschrijver uit Conscience's tijd staat nu nog open voor jonge woordkunstenaars - de nood is dezelfde gebleven.
*
Naast de eis van een grafisch degelijke techniek, een feesteigen illustratiemotief en een illustratieverbonden, feesteigen en gaaftalige tekst komt het koloriet primeren.
De mens heeft altijd van kleur gehouden. De industrie en de speculatie voor commerciële massaverspreiding heeft ook dié smaak bedorven.
Daarover jammeren is tijdverlies. Schone kleurschakeringen onder 't volk brengen is het goede middel.
In de prentkunst is dat meer het domein van de drukker. Het mengen van de drukinkten tot een zeer fijne, korrekte tint is een gewetensvol en zorgzaam werk met daarbij de druk zelf, het zetten en inkten van teksten en drukblokken, de zuivere behandeling van het drukwerk en de juiste reperage. Hier gaat het om pure ambachtseer van grafieker en drukker. Laat hier nogmaals de samenwerking van drukker H. Walters en grafieker A. Brys een illustratie zijn van de mogelijkheid van verwezenlijking.
Zo iets is niet te betalen. Idealisme is geen cijferschrift. Misschien wordt het een cijferschrift wanneer wij het wagen over een verbetering van de uitgaven te spreken. Verbetering dan in den zin van meer luxe: meer kleuren, andere afmetingen en vormen (bv. nieuwjaarsbrieven), vouwkaarten e.d.
Over de weelde heeft men in 't Westvlaams zeer typerende spreuken en verdere uitwijding over deze mogelijkheden is niet nodig om tot het experiment te stimuleren.
't Is niet àl.
We zouden ondankbaar zijn bij het verzwijgen van een element dat in de cyclus onze jonge Nieuwjaarsgrafiek nog niet werd vernoemd: de koper.
De grote schaar geestdriftigen die telkens op zeer korte tijd een reeks Wenskaarten uitverkocht maken: Mensen die jong van harte zijn en mèt de kunstenaars het vuur onder de asse van Klaas brandend houden.
Mensen die elkaar naar d'oude en schone traditie in eigen en schone woorden (met sanctjes) een stille, vrome maar oprecht hartelijke Vrede wensen.
Zo voelen we ons telkens een jaartje cuder en toch eeuwig jong. Want we delen de jeugd van de Nieuwjaarskaart-figuren omdat die composities zo intiem ontworpen zijn dat ze ons meetrekken in hun verhalend gebeuren.
Nu eens staan we ergens bij 'n Kerststalleke in Vlaandederen, dan weer tussen Kerels of Sterrezangers, Landsknechten, Klauwaerts en Geuzen of Boeren en Vissers en heel die bonte wereld van de mensen van onze lage landen.
't Doet deugd te voelen dat er een band is met de typen die Brueghel heeft gezien en Gust De Smet en Permeke.
't Doet goed te zien dat de jonge grafiekers datzelfde gebaar volgen en in het leven van ons volk het ontstaan van hun werk zoeken.
Opdat ons Volk in het werk van onze Kunstenaars blijve voortleven is het aan óns dit werk te steunen.