West-Vlaanderen. Jaargang 2
(1953)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 258]
| |
Smaakvolle gebruiksvoorwerpenDE eeuw van het liberalisme is op velerlei gebied een ramp geweest. Ze heeft ook gewurgd wat er na de Aufklärung nog kon overblijven van goede smaak en frisse kunst. Die zoutloze periode is nog niet zo heel lang geleden haar hoogtepunt voorbij. In moeders tijd werd er voor dit soort kunst nog heel wat geronseld, en op onze dagen ontmoeten we nog overal de vreemde gewrochten die toen zo kinderlijk-naïef bewonderd werden: schilderijen en beeldhouwwerken, meubels en smeedkunst, decoraties allerhande.Ga naar eind1 Hoe afschuwelijk vele zaken ons thans mogen voorkomen, die vormgeving zat vastgeankerd in het volk, - ook in de gegoede burgerij! Mogen we het in alle oprechtheid zeggen? We zijn er nog niet zo héél veel op vooruitgegaan! Wèl is er de laatste jaren een vooruitstuwende kentering geweest, en het is een niet
Decoratieve panelen naar heraldische gegevens door Hedwig Pauwels en Paul De Bruyne (Assebroek).
Foto Van Waesberghe, Gent. - Cliché Schets. Gent. geringe verdienste van de jeugdbewegingen daar een ruim aandeel in gehad te hebben. Maar alles samen beschouwd is er toch nog een hele weg af te leggen. Op enkele uitzonderingen na zijn de scholen in die zin geen opvoedingscentra tot kunstzin geweest. Denk aan de overtalrijke banale klasgebouwen en studiezalen: een zoetsappig Heilig Hartbeeld, enkele verkleurde affiches, met duimspijkers vastgehecht aan vulgaire wanden vert pistache. Dit zijn de lokalen die leerscholen moeten zijn voor het leven, en de jongens en meisjes een liefde meegeven voor alles wat schoon is. Men vergeet dat ook de ambiance een uitstekend opvoedingsmiddel is tot geestelijke verfijning. En let maar eens op de vele Kitsch die men overal in de huiskamers aantreft. Wat al middelmatigheid! Wat al banaliteit! Iemand heeft gesproken van een conspiration des médiocres. De uitdrukking is niet te sterk: een samenzweren van al wat middelmatig is. Bij het zien van de Lieve Vrouwebeeldjes van Lourdes heeft de grote bekeerling J.K. Huysmans het nog krasser uitgedrukt: c'est la revanche du diable! In alle geval is er hier volledige afwezigheid van kunst. Ik weet niet of er veel smaakvolle Heilig Hartbeelden bestaan. Er zijn wèl veel mooie Lieve Vrouwkens, maar in de huizen van onze mensen treft men nog talloze serieproducten zonder uitdrukking aan. Dikwijls ziet men bij ons volk een beeldje van de H. Theresia van het Kindje Jezus: de zoeterig glimlachende Zuster met de onvermijdelijke rozen. Goed bedoelde afbeeldingen, maar artistiek volkomen ontoereikend. Men geeft er zich gelukkig hoe langer hoe meer rekenschap van, en de laatste tijd geven de meeste biografen van de heilige een speciaal hoofdstuk over Theresia en de Kitsch.Ga naar eind2 Het ongeluk wilde namelijk dat de zuster van de H. Theresia, Céline, in de jaren tachtig op het pensionaat schilderles had gekregen en ze leverde voor de massaproductie van de devotie-industrie de norm-gevende voorbeelden voor de heiligenvoorstellingen.Ga naar eind3 Het geval van de Theresiabeelden is merkwaardig en typisch. Als men in de Vlaamse huiskamers rondkijkt, ziet men nog zovele andere gebruiksvoorwerpen die banaal seriewerk zijn: van het huisgerei tot de versiering. We mogen niet zeggen dat er geen reactie gekomen is. Maar het bleef en blijft meestal een werking van enkelen. Men wil geen namaak meer, geen banale | |
[pagina 259]
| |
Hiernaast: Johanna Schelpe, Assebroek: Buffetloper in zesschacht ‘ripsbinding’ met dun katoenen draad gespannen en met dikker wol overweven. 2,35 bij 0,40 m. - Kussen in zesschachtskeperbinding met katoen gespannen en met wiek en wol overweven. 0,45 bij 0,52 m. - Tafelkleedje in zesschachtskeperbinding uitgevoerd in wol. 1 m. bij 1 m. - Hieronder: Kristien Depiere, Brugge: Loper in kunstweefwerk. - Foto L.J. De Ghelder, Brugge.
gipsen beelden, geen geschilderd marmer, geen nagebootste eik op withouten deuren. Wit hout is wit hout, klei is klei, eik is eik. Men krijgt een eerbied voor de materie, al is ze nog zo nederig. Vervalsing is frivole burgerlijkheid. Die opvatting komt hoe langer hoe meer op de voorgrond. Dat moet ons verheugen. Niettemin mogen we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid: er rust op onze kunst nog een groot gehalte erfelijkheid. Het gaat hier niet over het conflict oud of modern. Elke periode in de kunstgeschiedenis had een hoogtepunt. Elke stijl heeft een eigen schoonheid. Het oude heeft verworvenheden die men niet zo maar over het hoofd mag zien. Ook in de huidige kunst steekt er een ware grootheid. Er zijn altijd radikalen geweest: enerzijds de verstarde traditionelen, anderzijds de brekers met alle traditie, de hals-over-kop-zetters. Maar we herhalen het: alle antiek is niet goed en alle modern is niet slecht. Ook het tegenovergestelde niet. Het oude heeft ontegensprekelijk tot luisterrijke momenten geleid en het nieuwe bezit onuitputtelijke vormenrijkdommen en uitwerkingsmogelijkheden. Het is niet dor en saai zoals velen denken. Men mag er niet tegen gekant zijn alleen maar uit een onberedeneerd gevoelen. Ook op kunstgebied is een zekere zelf-kritiek en zelf-kontrole noodzakelijk. Om de waarheid te benaderen moet men - ook de kunst! - genuanceerd leren beoordelen. Eenzijdig extremisme is tè simplistisch. Het gaat bijgevolg niet op zich te kanten tegen een of ander hoogtepunt uit de kunstgeschiedenis - hoe uiteenlopend ze ook mogen zijn. Het komt er op aan zich te verzetten tegen de smakeloosheid in de kunst. Die smakeloosheid is ten slotte niets anders dan afwezigheid van kunst. Dat men niet spreke van de smaak van het volk. We mogen die zg. volkssmaak niet als uitsluitende noch als eerste maatstaf nemen van onze kunstproductie. Het zou demagogie zijn op kunstgebied. En waar ligt dan nog het verschil met de journalisten en de politiekers die spreken en schrijven over wat het volk behaagt? Terecht zegt P. Régamey, maar in verband met de religieuze kunst: c'est sous-estimer les fidèles que de les encourager à suivre leurs pentes.Ga naar eind4 Inderdaad, er is in de mensen een adel die moet opgewekt worden, gericht en geleid. En eenvoud mag men niet verwarren met middelmatigheid! Het probleem is veelzijdig. De grote handicap voor een ruime verspreiding van kunstige gebruiksvoorwerpen is dat ze doorgaans niet goedkoop uitvallen... En anderzijds is het te begrijpen dat de kunstambachtslieden niet voor een appel en een ei kunnen arbeiden... en ondertussen droog brood eten. Ambachtelijk werk eist altijd veel tijd. Maar het is ongetwijfeld een goede stap vooruit dat men werkelijk artistieke voorwerpen ook commercieel tracht uit te baten. De prijs zal lager liggen dan het één-stuk werk, en het voorwerp zal bij het volk ruim kunnen verspreid worden. Wij zijn in Vlaanderen rijk bedeeld met kunstenaars. Voor elc wat wils: de traditionelen en de vooruitstrevenden, met ontelbare tussenschakeringen. Ze mogen er alle zijn. In bepaalde takken van de kunst wordt vooralsnog weinig gepresteerd, bij gebrek aan interesse, aan coördinatie, aan afzetgebied, aan aanmoediging en hulp vanwege de bevoegde instanties. Zo is het bijvoorbeeld met de meubelkunst gesteld. We zouden er moeten toe komen dat de massaproductie zaken voortbrengt die vormschoon zijn, zoals de Zweedse meubelindustrie dit verwezenlijkt.
Bruidskoffer. Ontwerp: Jef Boudens. (Foto: Schets. Gent).
Ook het handweefwerk bekomt bij ons niet het succes dat het zou moeten | |
[pagina 260]
| |
kennen. De techniek is niet gemakkelijk, de materialen soms moeilijk te verkrijgen, en als eindelijk naaldje bij draadje is... dan vindt men nog weinig kopers! Zo kan men praktisch alleen voor eigen gebruik werken. Zó wordt de kunst niet onder het volk verspreid. De keramiek staat op onze dagen beter aangeschreven. In vele gezinnen kunnen we kunstig aardewerk bewonderen. We hebben enkele keramiekers met goede naam, technisch en esthetisch onderlegd. De smeedkunst geniet niet zoveel aanzien. De enkelen die produceren zijn soms vaardige techniekers, maar hun werk draagt veelal een eerder traditioneel karakter. Kunstschilders hebben we bij de vleet. Ze presteren niet alle met gelijke kwantiteit en kwaliteit. Maar opgepast voor de valse profeten! We hebben nog té veel slechte amateurs die gewaardeerd worden en er is nog menig ongewaardeerd Vlaams kunstenaar. Het is onbegonnen werk alle verschillende kunstambachten na te gaan. Ze hebben een ruime horizon voor zich die langzaam maar zeker begint te verbreden. De massa wordt soms moeilijk in beweging gebracht, maar eens dat zij in beweging is komt ze niet vlug tot stilstand. Ons volk moet honger krijgen naar schone dingen. Er is nog heel wat werk op de plank, maar dat er een kentering bestaat is onloochenbaar. We kennen persoonlijk verscheidene gezinnen waar smaakvolle gebruiksvoorwerpen normaal zijn - en toch was het interieur van hun ouders' woning eerder stijlloos te noemen.
Toonkast met grafisch en decoratief werk van Jef Boudens en D. Boudens-Uleyn, Brugge. - Cliché Schets, Gent. Foto Van Waesberghe, Gent.
Lepel en vork. Ontwerp: Jef Boudens.
Het zou een bekommernis moeten worden ons huis en vooral onze woonkamer te laten getuigen van fijnheid en delikate smaak. Het zou een plaats moeten zijn waar het heerlijk is te leven, een plaats met licht en zon en kleur, en waar de ambachtelijke gewrochten met zorg werden uitgekozen en geplaatst door de huisheer en de vrouw. Plaatsen ook die een geheel vormen! Want elk voorwerp staat in functie van zijn omgeving. We moeten beginnen met ons eigen milieu. Waarom niet zorgen voor stijlvolle meubelen: stoelen, tafel, boekenkast, wieg, bruidskoffer, een zetel met handgeweven kussen? Waarom niet een spreuk in kunstschrift op een wand laten aanbrengen? Een spreuk die ons dierbaar is en een diepere zin geeft aan ons zijn en ons streven? Misschien ergens een kunstvol uitgewerkte stamboom ophangen? Het gebruik verspreidt zich hoe langer hoe meer. Waarom niet uitzien naar een waarlijk mooi kruisbeeld, naar een stijlvol Lieve Vrouwbeeldje - denk aan de mogelijkheden die ook de aangeklede Lieve Vrouwtjes bieden! Vooral voor de godsdienstige motieven van de huiskamer moeten we smaakvol tewerk gaan. De commissie voor kerkelijke kunst in Frankrijk, erkend en goedgekeurd door het Frans episcopaat, gaf in haar directieven voor de kerken o.m. de volgende richtlijn: De commissie erkent graag dat een massale productie van zoeterige liefheid (mièvrerie), waar leven en adel ontbreken, hoe langer hoe meer uit onze heiligdommen moet verwijderd worden. At te dikwijls is zij er de schande van. Ook voor onze huiskamers blijft dit waar. Laten de christelijke symbolen niet de schande vormen van onze woningen.
JEF BOUDENS |
|