Ontmoetingen van R.M. Rilke met Veurne
Veurne schenkt schone bewogenheid. Want voor wie het intiem benadert, ligt Veurne niet in onbewogenheid bevangen. Zijn verstilling leeft, dramatisch. De matelijk zware gang van den lande gaat over de stad; de rusteloosheid der zee rukt slag op slag op haar aan. En het hart van Veurne - Veurne, 't is enkel in verstilling levend hart - ligt zo ruim bloot, en de hoofdwegen voeren er zo pal onverschillig, onverstild op toe. Dit mateloze hart kan zich niet bergen voor de zware wil van de moerenlande, die het huwde; voor de bralle, brakke verovering door de zee, de hoge roofruiter. Veurne's hart ondergaat naakt, weerloos onbeschermd laagland en hoogzee. Onbeschermd niet volledig toch. Het Belfort verweert, het Kruis staat hoog op zware voet boven zijn betwist hart gerezen; - des nemen zee en land niet in bruutste natuurlijkheid, hun aandrift is enigszins bedwongen, is enigermate vergeestelijkt. Veurne is doorbroken belokenheid, waarvoor, waardoorheen eindeloos de ruimte vloeit en de tijd niet breekt van uur op uur, maar lijdzaam kentert in getijden, van seizoen naar seizoen. Zo behoren ook zijn bewoners tot het leven van den lande, - minder tot dit der zee, al deert in mineur dezer aanvlagende onrust. De woningen schuilen om en rond het hart, in vege stegen onder kruis en belfort, maar ontgaan nimmer of nergens den lande. Dan bemoeien de mensen zich steeds weer met deerlijke pogingen allerhande Veurne naar binnen als stadje aan den buiten te onttrekken. Zij geven steeds weer, och here, wat amechtig tussenspel, dat altijd op een amerijtje uitgespeeld is. En dan ligt weer het land en zijn eeuwige dramatiek wegend over Veurne, tenzij temets moet gedoogd worden hoe, langs het loopken recht-open baan benoorden, de zee haar bedrijf de stee indriftigt.
Anders nog leeft Veurne dramatisch. Rainer Maria Rilke schouwde dit. Hij kende Vlaanderen en zijn steden uit boek en door roep, doch het weten wilde hij, het weten omtrent zijn wezen. Zo ontmoette de dertigjarige ontraadselaar Vlaanderen in 1906 van 28 Juli tot 16 oogst (zie uitvoeriger hierover: R.M. Rilke en Vlaanderen, Dietse Warande en Belfort, Maart '49, en: Nog eens: Rilke over Vlaanderen, De Vlaamse Gids, Maart '53, door de scherpzinnige Rilke-kenner, Prof. H. Uyttersprot). Maar Veurne ervoer hij het eerst en dit beleven werd hem tot rijkste inwijding in Vlaanderen. Minder wijl de stee hem haar dag der Boeteprocessie gaf (cf. het korte essay: ‘Furnes’, Berliner Tageblatt, 1 Oogst 1907; vertaling L. Simoens in de Vlaamse Gids, December '48). Neen, deze dag spelde hij, uit boek en prent, gemeenplaatselijk in zijn betekenis na, als dag van én boete én kermis, van én vroomheid én vrijbuiterij, en Vlaams(?) daarin. Deze dag bleef vreemd aan eigen ziel, werd niet beleefd, bleef anecdote, ging teloor in indrukken, die tenslotte afdrukken waren. Maar Veurne greep hem, de zwaar-eenzame, met de groot-open-liggende markt, waaraan de stee zich gans uitgegeven heeft, die voortdurend nog opneemt toevloeden van leegten, die uit alle straten in haar uitmonden. Veurne is hem leegte. Maar lèègte die vól is. Want vol leeft die leegte van de huisjes, die ten nok klauteren en kijken en de mateloosheid zien, immer groeien zien, en nog nederiger worden en mateloosheid ruggelings voelen en in gruwen krimpen. En wat heden leegte is, wàs volheid weleer. Daar blijft, rijk, op de achtergrond het getuigenis van gebouwen en hun verhaal is wonder en nooit ten einde, en deze sproke is verweven in de leegte.
De Heilige Kavel, watermolen (1642) in de Moeren. (2,80 m. onder de zeespiegel)
Veurne schonk Rilke onder de Neue Gedichte: Der Platz.
Zullen we het verraad van een vertaling bestaan. Bij Rilke, bij wie ieder woord en al wat dat duidt en beduidt, en iedere tussenpoos functioneel uit noodzaak bedwongen zijn, moet dit hoogverraad worden (zie o.a.H. Uyttersprot: Rilke over de Dichter, De Vlaamse Gids, October '52). Kom, laat het gelieven en believen deze proeven van vertaling uit kortswil luchtig een rank verwandlen in 't Nederlands te noemen, of ook maar ein Spiel mit dem Ernst.
Het Marktplein
Veurne
Wilkeurig door 't voorleden openwijkend:
door woede en oproer, door het kakelbont,
de tot der dood verwezenen begeleidend,
door kramen, door 's jaarmarktroepersmond,
en door de hertog, hoog te voren rijdend,
en door de hoogmoed van Boergond,
- (t'allenkante achtergrond):