Jules Lagae, Belgisch erkentelijkheidsmonument te Le Hâvre.
werpen 1852-1908) en, de in 1843 te Gent geboren Paul
Devigne.
Nog vóór de xixde eeuw ten einde loopt sterven al deze strekkingen, tenminste als dominanten, uit. De eeuwwisseling wordt beheerst door de figuur van Georges Minne die, met zijn symbolisme, de sculptuur op geheel nieuwe banen zal leiden.
*
Het Kunstleven te Roeselare, dat eerst met de oprichting der stedelijke academie ten jare 1837 ontwaakt, vertoont praktisch geen sporen van al de hierboven geschetste kenteringen. Op een paar uitzonderingen na, is de beeldhouwkunst hier beperkt gebleven tot een vaak religieus of neoclassiek getint provinciaal academisme, dat door het onderwijs van de Academie van Antwerpen waar de meeste artisten werden gevormd en door de ‘Prijs van Rome’ zorgvuldig in leven werd gehouden, en tot het domein van de toegepaste kunst waartoe wij, wegens haar bestemming en haar karakter, in dit geval zowel de portretsculptuur als het meubilair rekenen. Als domper voor een vrije ontwikkeling van de persoonlijkheid der artisten verdient de prijs van Rome ongetwijfeld een speciale vermelding. Heden ten dage kan men, in het stadhuis van Roeselare, nog enkele specimina zien van de thema's welke door de verstarde ideologie van de bewaarders der zogezegfde classieke kunst aan de candidaten werden opgelegd.
De twee beeldhouwers, welke de grenzen der locale bekendheid overschreden hebben, zijn Jules Lagae en Josue Dupon. Had het lot hem meer jaren gegund dan zou hierbij hoogstwaarschijnlijk nog Pieter Boncquet (op 34-jarige leeftijd te Parijs overleden) moeten vermeld worden.
De meest bekende der twee hierboven vermelde beeldhouwers is Jules Lagae. Lagae werd te Roeselare geboren op 15 Maart 1862. Hij volgde eerst de lessen aan de academie van zijn geboortestad en was later in de leer bij Van der Stappen en Jef Lambeaux aan de Koninklijke Academie te Brussel. Het is eigenaardig dat deze man, die door twee barokke geweldenaars werd gekweekt, later de beeldhouwer is geworden van een vaak braaf, lichtjes geidealiseerd realisme, aangetrokken door een anecdotische en intimistische thematiek zoals b.v. in het gekende ‘Moeder en kind’ en ‘Vader en moeder’. In deze sector mist Lagae's kunst ontegensprekelijk karakter en allure; hier is zij een typisch product van een bourgeois-beschaving die, op de weg der vervlakking, stap voor stap, naar haar verval gaat.
Het monumentale werk van Lagae - wij bedoelen hier uitsluitend zijn medewerking aan het Vierspan boven op de triomfboog van het Jubelpark - zal weinigen thans nog in vervoering brengen. De intriustieke academische tamheid van dit beeld wordt nog belast door een ongelukkige symmetrie.
Daarentegen mag Lagae beschouwd worden als een meester van het portret. Algemeen en terecht zijn bekend de beeltenissen van Guido Gezelle, Arnold Goffijn en Hugo Verriest. Zeker, Lagae is in dit opzicht geen baanbreker geweest. Maar het realisme dat het model met een zekere schroom exploreert, heeft nog niet alle trefkracht verloren.
Jules Lagae. Portret van Ferdinand Callebert.