Toneel
[Toneeldecor voor Irold van A. Rodenbach]
Om de wetten der toneelschikking, eisen van perspectief en décor in het algemeen beter en vollediger te laten begrijpen tekende A. Rodenbach veelal zelf zijn figuren (o.a. voor Gudrun en De Brugse Metten) en zelfs stak hij verschillende kleine poppentheaters in elkaar. De Heer Georges Rodenbach (Kortrijk) bezit van hem nog: een décor voor het onafgewerkt toneel-stuk Irold. Het décor stelt de Rekolettenstraat te Leuven voor, voor de ingang van de Paters Jezuieten (50 cm bij 65 cm). Al wie Rodenbach kende, erkende zeer goed in den vermomden en verkleden Irold de dichter zelf. Met een merkwaardige handigheid heeft hij drie verschillende tonelen weten te construeren en de personen ervoor zelf getekend, gekleurd en uitgeknipt. Wij hebben de juiste combinaties der verschillende onderdelen kunnen reconstrueren, met behulp van een handschrift met tekeningen van Rodenbach zelf, dat wij hier eveeens afdrukken.
Eerste toneel: Irold wacht dromend zijn geliefde op terwijl de zachte muziek van 't kerkorgel door hem zweeft. (Dreunt voort gij zoete liederen des hemels.)
Tweede toneel: Irold voor Gertrud. Links 8-10 dames en heren op terugweg; vrouwen uit het volk met jongentje; Gertrud met haar dwene in het portaal; drie kwezels, die met schuine blikken het liefdespel gade slaan, naast Irold zelf. (O donkere knecht, zijg neder in aanbidding.)
Derde toneel: Irold in bezwijming. De dwene wil op dezen vastenavond met Gertrud vluchten. Gemaskerde mannen duiken op. Vreemden willen met Gertrud mee. Irold wil haar verdedigen: worsteling. Irold valt in bezwijming. (Het herte klopt: hij ligt maar van zijn zelven...)