West-Vlaanderen
Uitgave van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond
Nummer 4 tweede jaargang juli 1953
Editoriaal
Schilderij Anto Diez
ROESELARE, STAD VAN RODENBACH, begroet dit Rodenbachnummer van West-Vlaanderen. Albrecht Rodenbach, ‘geboren kunstenaar, dichter van Gudrun, baanbreker van de Studentenbeweging, groot Vlaming’, werd door onze Stad en het Vlaamse Studentendiet gestandbeeld. ¶ Iedere dag zien we de eeuwig-jeugdige, in brons verstard, zijn blauwvoet tot opwieken gestrekt, aan Vlaanderen herinneren wat Moerenland verwacht om in houwe trouwe te worden herboren, ¶ ‘Vlaanderen zweefde voor Albrechts ogen, doch niet dat kleine, lieve, eenvoudige, vroom-goede Vlaanderen met zijn bloemen en kruiden, vogels en vee, stille mensen, arbeid en vlijt, niet een Vlaanderen waartoe hij zeide:..... zijt maar kleen; / Niet groter zou 'k U geren. Maar een, dat hij sloeg en geeselde om het tot grootheid terug te dwingen, of streelde, aanmoedigde, ontvlamde tot fierheid, uit dezelfde zucht; het Vlaanderen met zijn oude steden, zijn grijze reuzentorens, met de wilde Noordzee er nevens, met het sterke volk vol ontzaglijke driften, taaien moed, rijkdom en roem, Vlaanderen met het glorielicht der geschiedenis als zon, met de gemeentestrijden als winden en stormen, met de mannen der gilden als bewoners in de pracht en macht van vroeger dagen.’ (C. Verschaeve) ¶ In 1956 zal Roeselare nogmaals A. Rodenbach vieren; het zal dan honderd jaar geleden zijn dat het wonderkind aan Vlaanderen werd geschonken, dat wonderkind, waarvan Hugo Verriest profeteerde dat zijn dichtwerk ‘onsterfelijk’ zou worden, dat wonderkind waarin God het genie had gelegd en wiens hart eens ‘Gudrun’ zou baren ‘met die volheid van leven en woelend leven, waarvan het hart bij achttien- tot twintigjarigen haast barst.’ ¶ Vlaanderens jeugd zal, samen met de ouderen in 1956 te Roeselare nogmaals Rodenbachs
ideaal, dat niet alleen de rechten van de taal verdedigen wil, noch bovenal de algehele ontwikkeling van de Vlaamse mens bevorderen. Rodenbachs Vlaamse strijd is de strijd voor volle ontwikkeling van het eigen Vlaams wezen in ‘aard, zedens, gedacht, gebruiken, tale, kunst, wetenschap, handel, nijverheid.’ ¶ Vlaanderen mag geen stonde vergeten, dat een strijd blijft te strijden en dat, enkel en alléén, in ‘houwe trouwe’ van al Vlaanderens zonen, Moerenland wordt herboren.
ROBERT DE MAN
Oud-Minister. Quaestor van de Senaat.