West-Vlaanderen. Jaargang 2(1953)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lia Timmermans, Stofplastiek Onze Lieve Vrouw van de lente Over de duinen doolt gij, blond en lauw, zo elke dag - gelijk de Lente komt elk jaar vol bloemen - moeder van dit land. Zo gaat gij stralend als de nieuwste dag. Uw mond glanst als de rozen, in een lach van zon gevangen, en uw hand omvaamt de zon die gij van Oost naar Westen draagt. Ivoren toren rijst gij door het blauw der hemelen, een mantel blank-gevoerd - zo zijn de meisjes hier, de moeder-vrouw wen zij verrijzen uit het ochtendland -. Breed waait uw mantel, of de hand van God gaat aaien over 't golven van dit land. En bloesembomen zijn uw kanten kraag, als van Madonna's in een Brugse straat. En wen gij oprijst helder uit het groen, en staat tussen de crocus in 't gazon, zijt gij fontein voor allen en voor mij. Geef van de bloemen in uw handen één aan ieder meisje, en geef aan elke knaap in dit klein land uw helder lente-hart. Gebenedijd zijt gij; en neem mijn droom neem alle dromen ook en benedijd en zegen altijd weer dit land, zijn volk en wat het wensen mag, en wat het doet. En wen gij doolt over de duinen, blond en lauw gelijk elk jaar de Lente komt, vergeet de crocus en de rozen niet. PAUL VANDERSCHAEGHE Vorige Volgende