[Hulde aan Gaston Duribreux]
NAAR AANLEIDING VAN DE BEKRONING VAN GASTON DURIBREUX met de prof. Emiel Vlieberghprijs 1953 van het Davidsfonds, wordt eens te meer de aandacht gevestigd op de bescheiden doch begaafde romancier van de kust, tevens redactielid van West-Vlaanderen.
Geboren te Oostende op 28 Mei 1903, studeerde hij aan het plaatselijk Onze Lieve Vrouwcollege en verbleef daarop een jaar in Duitsland. Een drietal jaren bracht hij door aan de Franse Riviera om zich daarop sinds 1928 als hotelhouder te vestigen te Mariakerke-bij-Oostende.
Duribreux beproefde een eerste maal zijn kans in 1934 met het verhaal Karoen in 't aanschijn van de zee, Levensroman, onder het pseudoniem Jan van Wieren. Dit debuut werd in 1939 gevolgd door de stevige roman Bruun, onder eigen naam. Een vruchtbare periode gaf ons slag op slag De Laatste Vissers (1940), Derina of het tere spel der liefde (1941), De Roeschaard (1943) en De Bron op de Berg (1945). Een eerste aanmoediging viel hem in 1947 te beurt vanwege de Koninklijke Akademie voor Taal- en Letterkunde en aan Duribreux werd de Lode Baekelmansprijs toegekend voor zijn romans die het probleem over zee en vissersvolk behandelen.
Ten jare 1950 verscheen
Het Gouden Zeil en in hetzelfde jaar
De Grote Hemme waarvoor hem de Letterkundige prijs van de
Scriptores Catholici werd toegekend. In 1952 ontving Gaston Duribreux de Vijfjaarlijkse prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen voor zijn roman
De Zure Druiven. Over dit laatste werk getuigde Em. Janssen in
De Vlaamse Linie: Duribreux staat thans, onder de katholieke romanschhrijvers, zo goed als vooraan. Weinigen zullen overigens de geweldige tragiek, meteen de hunkerende mildheid van dit verhaal ooit evenaren... Bijna
Op 27 Januari 1953 richt het Davidsfonds Brugge een Duribreux-avond in, in de zaal Concordia, Zuidzandstraat 5. Naast een korte spreekbeurt van de gehuldigde zelf, zal het woord gevoerd worden door Prof. A. Westerlinck en zal Juffrouw M.L. De Berdt enkele fragmenten uit Duribreux's werk voorlezen.
geen werk vangt ons, zoals dit, in akeligheid tot wanhoop toe, bijna géén bevrijdt ons zozeer met een diepgeworteld vertrouwen. Zo zien wij Gaston Duribreux dan, triomferend in kunstenaarschap en geloof, maar getekend van de pijnlijke inspanning...
Onomwonden mag van Gaston Duribreux worden verklaard: doorheen zijn werk waait de adem van het schoonmenselijke en proeft men het zoute water van de zee. Als romancier bewees hij een oorspronkelijk kunstenaar te zijn. Weinig auteurs vermogen een bestendige nobele atmosfeer in hun werk te handhaven, terwijl Duribreux een der zeldzamen is die, in het kader van de gezonde roes, vanwege het individu, de echt-menselijke als onbevangen onthulling weet af te dwingen.
West-Vlaanderen verheugt zich eens te meer om deze vererende bekroning, en wenst deze edele kunstenaar van harte geluk.