maar zus-en-zoo vond, in vergelijking met Paul Pons en Raoul le Boucher, waarvan de portretten meer dan levensgroot geafficheerd waren, beweerde Polleken dat zijn Vogelemarkt favori, de Pons en de beenhouwer en nog zo'n dozijntje op een 5-tal sekonden zou vloeren.
Na die sport-bevliegingen kwam er ernst. We spraken meteen over kunst. Ik leerde Polleken de verzen van Willem Kloos en hij als tegenzet openbaarde mij Streuvels. En dan begon er wederom een strijd - bij Paul van Ostayen is het altijd om meesterschap te doen geweest - ik Kloos, hij Streuvels. Over de werkelike waarde van de letterkundigen ging het natuurlijk niet, enkel over de meerderheid: wie van ons bei had de grootste kunstenaar ontdekt... jongjongen-diskussies. Er was eigenlik geen ontdekking, want beide hadden wij die schrijvers leren kennen via een ouder broeder.
In die zelfde periode schreven wij teaterstukken. Polleken een klucht. Onder de uren van klas werkte hij er duchtig aan. Het manuskript - een blauw schrijfboek - verliet hem niet. Een ding trof mij in dit stuk; de tietel was ‘De Muizejacht’ en een knecht moest muizen vangen van zijn baas. Wanneer de baas aan de knecht vroeg ‘Jan hoeveel hebt g'er al gepakt’ antwoordde Jan ‘Als ik die heb waar ik achter zit en nog een, heb ik er twee’. Dat vond ik kolossaal en 'k bewonderde zijn vondst. Maar of mijn bewondering hem wroeging gaf, bekende hij mij een paar dagen later ‘Dat heeft mijn vader me gezegd... maar al de rest is van mij’.
Eens waren wij het roerend eens, n.m. toen wij op een landkaart de naam ‘Ienikaleh’ ontdekten. Die klanken troffen ons zo dat wij het woord gebruikten te pas en te onpas. De liefde voor die klanken was een eerste aangeving van zijn later dichter-programma.
Tijdens de Russies-Japanse oorlog was hij heftig partijganger van Japan, toen ik hem vroeg waarom, was zijn antwoord ‘De Japanezen zijn maar kleine mannekens zo als ik.’
Als boven-aangehaalde feitjes zijn er nog zoveel. Er is veel vergeten geraakt, ander dingen herinner ik me nog maar vaagjes...
Ik zou nog kunnen schrijven van latere perioden, o.a. van