Vlaamsche Arbeid. Jaargang 25 [20](1930)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kerstliedje De vlam sloeg uit de rozen, 't Graan werd tot mijt getast, 'k Zag rijpe peren blozen, Weer vriest de vijver vast. Als elk jaar in de nachten Van sneeuw en Noordenwind, Komt Gij het leed verzachten Van wie U wedervindt. Gespeend van allen luister, Elk praalvertoon geknot, Wordt Gij gebaard in 't duister Van een verlaten grot. De herders liepen zoeken Naar Messiaansche pracht En vonden U in doeken, In schamelheid en nacht. Gelukkig wie als dezen, Weer simpel als een kind, Van ijlen waan genezen, Den weg naar 't Kribje vindt. De doolaars langs de wegen. Die komen blij en bloo, Lacht Gij nog immer tegen Van op uw kribbestroo. Jozef Simons. Vorige Volgende