tuur. Hij woonde toen nog in Ostende. Ziekte verhinderde hem regelmatig te komen. Maar toen hij kwam was er nooit een student afwezig. Degene die zijn kronieken in de Nieuwe Rotterdamsche Courant gelezen heeft zal beseffen welk genot dergelijke lessen voor ons waren. Hij sprak keurig Nederlandsch, drukte zich in een suggestieve en beeldenrijke taal uit, wist het juiste woord te vinden om iemand of iets te typeeren.
Professor van de Woestijne heeft ons leeren een blik slaan in de ziel en in de persoonlijkheid van den dichter, hij heeft ons de incubatie aangetoond die een werk voorafgaat.
Twee cursussen van prof. van de Woestijne heb ik gevolgd. De eerste handelde over de Nederlandsche mystieke schrijvers.
Niemand zou durven beweren dat hij een specialist was in de geschiedenis der Nederlandsche mystiek, maar toch heeft hij de stof van dien leergang behandeld zooals hij dat kon.
Men bedenke: onze groote Nederlandsche mystici - met hun soms bovenmenschelijke verbeeldingen en hun goddelijke inspiraties - gezien en bewonderd door het temperamentvol gemoed heen van 'n groot dichter! Wij voelden de zeldzame schoonheid en de aangrijpende emotie in het werk van Zuster Bertken, we leerden de Hooge Minne begrijpen van Hadewijch.
Karel van de Woestijne was niet alleen een groot kunstenaar maar was ook begaafd met een scherp intellect. Hij was doordrongen van den geest der Renaissance, van de klassieke letteren en van de mythologie der Grieken en Romeinen en bezat tevens een grondige en diepgaande kennis van de moderne en van de middeleeuwsche wijsbegeerte. Dit laatste bewees hij wanneer hij het had over Eckhart en over Ruusbroec.
Zijn tweede leergang dien ik volgde handelde over Van Nu en Straks.
Was zijn leergang over de Nederlandsche mystieke schrijvers voor ons een revelatie, deze tweede cursus was als een boeiende film die zich voor onze oogen ontrolde.
Van de Woestijne werd onwillekeurig acteur wanneer hij sprak over de beweging die zulk een verstrekkenden invloed op onze letterkunde uitoefende en waaraan hij een groot aandeel genomen had.
Dan liep hij meestal op en neer in het seminarium, vertelde