zekerheid, opklinkend uit de wijsgeerige stelsels dezer laatkomende eeuw, heeft verdoofd het vredig unisono van vroegere tijden over objectieve zekerheid. De bewustzijnsstabiliteit rolde omver bij 't gedonder van oorlogsorkanen en triomfeerend heeft de stilte ingeluid den zege der zijnsstabiliteit.
Wat zijn we povere dingetjes die niet eens weten te bestendigen het stille bezit der waarheid.
We spelen met wijsbegeerte en metaphysiek in luidruchtig krakeel. We willen elkaar overrazen met banvloeken van zelfgenoegzaamheid. ‘In de hemelen heerscht de stilte, terwijl Michaël strijdt met den draak.’ Het Bijbelwoord slaat met ontzetting, want het strijdgewoel leidt naar de duisternis en het licht schijnt in de stilte der hemelen.
Povere dingetjes zijn we, die het wezen van al wat bestaat verdoezelen in den schijn van uiterlijkheden, niet opklimmen naar 't geestelijk besef van onze ontoereikendheid, versmoren den drang naar het oneindige en genoegen nemen met het gebral van voorbijgaande feestvierders.
Van op het Sinaïgebergte, in de heilige stilte van Gods aanwezigheid, klinkt over de zielen de onthulling van het levensgeheim: ‘Ik ben de Heer, uw God’. - ‘Uw leven en al wat bestaat vindt zijn zin in de verhouding van uw gedragen tot Mijn onbewogen zelf-zijn. In uw diepste ziel wordt de zaak afgehandeld tusschen u en Mij. Kniel in stomme aanbidding neer voor de kennis der glorierijke afhankelijker van uw goddelijken Schepper.’
En altoos verder weg uit woelige steden.
De heide in, tempel der zwijgzaamheid. Aan den rand der donkere dennebosschen. Op den oever van slapende vennen.
Dáár gaat de zang van den nachtegaal naar de sterren omhoog. Laat me nu, in de purpere stilte van eindelooze wijding, contact vinden met Gods wondere natuur.
Duizend onhoorbare zielenstemmen spreken tot mijn ziel.
En millioenen schepselen dragen hun werken op aan God. De bij, haar honing; het beekje, zijn babbelwateren; de struiken, hun groenend loof; de vogelen, hun lied.
Naakt staat de koning der schepping, met zijn egoïsme, te midden van die offerpracht. in zijn ledige handen: den waan van zijn hebzucht.
Want de radio-posten der moderne kultuur zenden over de wereld uit den roep naar triomfeerend zelf-aanbidden.