Vlaamsche Arbeid. Jaargang 24 [19]
(1929)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 213]
| |||||||||||||
Het astronomisch wereldbeeld en zijn bezwarenIIIHoofdstuk XTENZIJ de astrologie een leugen is, is de dierenriem in de natuur zelve gevestigd, is hij een ordening door de natuur zelve gesteld. En samengrijpend al wat wij tot dusver beschouwd hebben kunnen wij spreken van een Dierenriemstelsel waarvan de sterrenbeelden van den dierenriem den omtrek vormen en de zon het centrum. Zoo blijkt het moederorganisme, waarin onze aarde als ongeboren vrucht gekoesterd ligt, meerdere organen te bezitten dan wij tot dusver dachten. Wat chaos het heelal verder zijn moge, ordening, cosmos, bestaat tot en met de sterren van den dierenriem, want de ervaring der astrologie wijst uit in hoe nauw contakt zij staan met en in hoe treffende analogie zij zich verhouden tot het ons vertrouwde aarde-bestaan. Niet alleen, dat ieder sterrebeeld van den dierenriem een bepaalde innerlijke hoedanigheid uitstraalt en dus een symbool is aan het firmament, maar ook de gansche gordel, een reeks van 12 symbolen vormend, is op zichzelf één groot symbool. Het is een ruimtelijke verbeelding van het wezen van het cyclisch proces der natuur, door haar zelf voor onze oogen in de eindeloosheid opgehangen. De opeenvolging der 12 teekens van den dierenriem, zooals wij ze allen kennen, moet de 12 stadiën uitbeelden van iederen in zichzelf terugkeerenden cyclus in de ontwikkeling. Het is zeer zeker niet aan iedereen gegeven dien zin te lezen, in de 12 teekens de verschillende stadia der onderscheiden cyclussen te herkennen, en omgekeerd in de stadia van de cyclussen de 12 teekens te zien. | |||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||
Wat wij echter weten is, dat de natuur overal en altijd hetzelfde vertoont in duizenderlei variatie, in duizenderlei vervorming, immer hetzelfde. De dierenriem maakt deel uit van het planeten-organisme; de 12 teekens zijn dus 12 organen. Het moederorganisme, waarin onze aarde ligt, blijkt dus meer organen te hebben dan de planeten. De Makrocosmos blijkt dus uit planeten en vaste sterren te bestaan. Wij moeten dus die laatste 12 organen ook in den microcosmos vinden, althans een indeeling, die op dit twaalfvoud berust. In de menschelijke organisatie moet deze twaalfvoudigheid blijken. In zijn boek ‘Astrologie, hare Techniek en Ethiek’ behandelt Libra den Zodiak van het hoofd, van het oog en van het geheele lichaam. De volgende parallellen blijken te bestaan:
Deze parallellen liggen ten grondslag aan de mogelijkheid van het geven van aanwijzingen in den horoscoop omtrent iemands ziektekansen. Zoo is er ook sprake van een Zodiakale aardrijkskunde, een verdeeling van het aardoppervlak naar de teekens van den dierenriemGa naar voetnoot(1). Ieder landschap heeft zijn eigen horoscoop zegt Libra.Ga naar voetnoot(2) Deze twaalfvoudigheid zal blijken zich te vertoonen in alle aardsche dingen als een twaalfvoudigheid van eigenschappen, gunstig of minder gunstig, verheven of minder verheven, duidelijk of minder duidelijk, naar gelang het milieu, waarin de cosmische eigenschappen zich weerkaatsen. In een boek: Theoretische Astrologie schrijft GreenGa naar voetnoot(3) ‘Deze stellaire dierenriem blijkt voor astrologische doeleinden in gebruik te zijn geweest bij alle volken der oudheid en hij is dat | |||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||
nog op den huidigen dag bij de Hindu's’ De moderne Westersche astrologie echter werkt met een anderen dierenriem, bestaande uit dezelfde teekens in dezelfde volgorde. Deze dierenriem is de zonsbaan in 12 gelijke deelen verdeeld, en mathematische dierenriem dus.
Het beginpunt wordt gerekend te liggen in het punt, waar de zon in de ecliptica staat op 21 Maart voor het Noordelijk halfrond. Het punt van de lente-equinox is dus het beginpunt van het 1e teeken: Aries. Deze twee dierenriemen nu, de stellaire en de mathematische, bewegen zich ten opzichte van elkaar en wel op deze wijze: het beginpunt van het teeken Aries van de mathematische Zodiac, het zoogenaamde lentepunt, beweegt zich in terruggaande richting in een periode van ongeveer 26,000 jaar door den cirkel van den stellairen zodiac. Ongeveer 2200 jaar geleden vielen de 2 cirkels der dierenriemen geheel samen, d.w.z. teeken op teeken, Aries op Aries, Faurus op Faurus, enz. Tegenwoordig valt Faurus van mathematische Zodiac op Aries van den stellaire. Het lentepunt staat tegenwoordig in Aries van den stellairen Zodiac.
Op 21 Maart moest de zon dus eigenlijk gerekend worden in Aquarius te staan, maar neen, de moderne astrologen rekenen, dat hij staat O0 Aries, zij doen dus alsof alleen maar de mathematische dierenriem bestaat. Zij construeeren een kunstmatigen zodiac te beginnen vanaf het punt op de ecliptica, waarin de zon op 21 Maart staat voor het Noorderlijk halfrond. En het blijkt, dat de praktijk der horoscopie hen in het gelijk stelt, zij het ook dat hun uitkomsten niet volledig zijn omdat zij slechts rekenen met den mathematischen zodiac.
Anderzijds erkennen astrologen als Libra en Hierens den invloed van den stellairen dierenriem. Volgens hen wordt n.l. de grondtoon der geschiedenis over tijdvakken van ongeveer 2200 jaar bepaald door het teeken van den stellairen zodiac, waarin het lentepunt staat. Zoo zal ons huidig tijdperk volgens hen beheerscht worden door Aquarius van den stellairen dierenriem, in welk teeken het lentepunt nog slechts sedert korten tijd is komen te staan. Of de gansche stellaire dierenriem telt niet mee en de mathematische is het uitvloeisel van een zekere verhouding in de rotaties binnen het zonnestelsel zelf. Veel van de kracht van mijn argumenten ten gunste van het neo-geo centrisch wereldbeeldGa naar voetnoot(4) is dan weg. Maar de autoriteiten op astrologisch gebied zelven nemen een invloed en wel een zeer werkdadigen van den stellairen zodiac aan. | |||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||
Of de mathematische dierenriem berust op een misverstand en in dat geval zouden al onze horoscopen foutief zijn, ieder zodiakaal teeken in ieder horoscoop zou twee teekens terruggezet moeten worden. Iemand wiens ascendant (rijzend teeken) Gemini is zou dan werkelijk Aries tot rijzend teeken hebben, hetgeen voor de gansche horoscoop van geen gering verschil is. Diezelfde persoon, die b.v. de zon in Aquarius heeft, zou hem dan hebben in Lagitharius en zoo voor iedere planeet. Kortom het zou een andere horoscoop worden.
De praktijk stelt echter de astrologen in het gelijk en de horoscopen, zooals zij getrokken worden volgens den mathematischen Zodiak, blijken door karakter, uiterlijke verschijning en levensloop der respectievelijke eigenaars bevestigd te worden. En zulks niet eenmaal maar honderdmaal. Degeen, die Aries als ascendant heeft, vertoont, als hij het teeken sterk in zijn uiterlijk draagt de typische Aries-kenmerken en niet de Aquarius-kenteekenen.
We moeten dus rekening houden met den stellairen zoowel als met den mathematischen dierenriem, toegeven dat beiden de uitdrukking zijn eener in de natuurgevestigde ordening en trachten, die ordening voor den één zoowel als voor den ander te ontdekken en tevens het beginsel, waarop hun onderling verband berust. Voor den stellairen Zodiak is deze ordening de cirkelvormige groepeering rond het zonnestelsel van hemellichamen, die blijken zekere qualitates occultae te bezitten en te doen gelden op aarde. Voor de mathematische is het niet zoo gemakkelijk in te zien.
Enkele hypothesen zijn denkbaar.
Ten eerste: De mathematische dierenriem is een diagram, aanduidende de twaalf gelijke perioden, waarin de tijd, gedurende welken de aarde 1 maal rond de zon loopt, moet worden ingedeeld, de tijd dus van één jaar te rekenen vanaf 21 Maart.
De 12 teekens van den mathematischen Zodiak geven dus aan de 12 stadiën op den cyclischen weg van de aarde rond de zon.
Dit zou echter slechts waar kunnen zijn, indien de zodiak alleen een rol speelde in verband met de zon. Maar terwijl de zon gedurende ongeveer 30 dagen in een teeken van den mathematischen zodiak staat, bevinden zich de overige planeten elk in een der 12 teekens, en zij bewegen zich door die teekens in verband met hun eigen snelheid en die der aarde rond de zon. Waar blijft de indeeling van het jaar in 12 gelijke deelen te rekenen vanaf 21 Maart? | |||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||
En meer nog, iederen dag draait de zodiak schijnbaar 1 maal rond de aarde, bezet met de 7 planeten, elk op een bepaald punt staande in dien riem. Wat is het dan dat langs den ecliptica rateert, wat staat er dan boven den horizon als wij zeggen Aries of Leo of eenig ander teeken is de ascendant op eenig bepaald oogenblik? Dit blijft onbeantwoord door de gestelde hypotese van de jaarverdeeling. Deze hypothse blijkt in genen deele de feiten te verklaren en kan dus niet juist zijn.
Ten tweede: De mathematische dierenriem berust op een deeling in twaalf gelijke parten van de wereldruimte (gesteld n.l. in geval van een eindig heelal) op de wijze van de parten van een Sinaasappel. De as van die Sinaasappel, volgens welke de deeling is geschied, moet dan door de aarde loopen, want de twaalf teekens van den mathematischen zodiak bedragen alle 30o van de ecliptica, en zijn dus gelijk. De bezwaren der vorige hypothese zijn aldus opgeheven, de planeten staan werkelijk in een soort kracht-velden - laat het ons zoo voorstellen - en ieder punt op de aarde ziet in 24 uren ieder der velden op dezelfde plaats in den hemel teruggekeerd. Dit klopt alles prachtig. Wat is in deze hypothese echter de rol van den stellairen dierenriem, wat is de rol, die de vaste sterren in de Zodiak spelen in het gebeuren op aarde? Bestaat die rol? De autoriteiten der moderne astrologie zeggen ja. Ook de anderen zeiden ja en zij noemden die sterren met name, ontdekten hun invloed van deze en nog vele niet zodiakale gesternten. Er is dus in ieder geval een invloed van den stellairen dierenriem. De twee dierenriemen schuiven echter over elkaar heen in een tijd van ongeveer 26000 jaar. Wat schuift - in geval onze hypothese juist is - over wat? Antwoord: de gesternten van den dierenriem door de 12 parten van het heelal. Om de ongeveer 2200 jaar komt elk gesternte in een ander part te liggen. Is er zoo'n verschuiving van de zodiacale gesternten ten opzichte van de gansche sterrenhemel geconstateerd? In genen deele. Wat blijft er dus over? Dat de verdeeling in 12 parten berust op een verdeeling in onzichtbare krachtvelden, die niets te maken hebben met de vaste sterren der wereldruimte, niets met de gesternten van den dierenriem en nog minder met de planeten. Maar in dit geval is de naam astrologie een verkeerde en registreert deze wetenschap niet de invloeden van sterren maar van iets geheel onbekends. Nu is echter zoolang de astrologie bestaat deze wetenschap beschouwd als te maken te hebben met sterrekrachten. Wat zou dan ook überhaupt de zin zijn van de kracht- | |||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||
centra, fonkelend aan het firmament? Ook de mystici hebben van sterrekrachten gesproken. Boehme zegt . ‘Allsoviele Sterne unter dem Himmel stehen, die doch unzählig und der Vernunft unbegreiflich, auch zun Heil unzichtlich sind, alls oviel und mancherlei is Gottes des Vaters Kraft und Weisheit. Es hat aber ein jeder Stern om Himmel eine andere Kraft und Qualität als der andere, welche auch machen so vielerlei Unterscheid in und unter der Kreaturen auf Erden in dem “Ganzen Geschöpfe.”Ga naar voetnoot(5) En in caput II, 25 zegt hij: Also auch die Erde brächte keine Frucht, auch wüchse darinnen kein Metall weder Gold, Silber, Kupfer, Eisen noch Stein, so nicht die Sterne darinnen wirketen.’ Het gaat dus om de sterren, d.i. om de werkelijk voorhanden centra van kracht en het gaat niet aan terwille van een hypothese, de vaste basis der waarschijnlijkheid te verlaten. Ook de hypothse van de 12 parten blijkt dus onbevredigend, te meer waar er in ieder geval toch ook een astrologie der vaste sterren bestaat of althans heeft bestaan. Derde hypothese: Er bestaat een Zodiak der gesternten, een stellaire Zodiak en zijn invloed doet zich op eenigerlei wijze gelden. Daarnaast echter en bij verre van evengewicht voor de praktische astrologie bestaat er een Zodiak van de aarde. Deze Zodiak is te denken als een etherische spheer, een magnetisch veld rond de aarde verdeeld in twaalf gelijke parten of krachtvelden en veroorzaakt door de draaiing van de aarde. Deze 12 parten zijn de 12 teekens van den mathematischen dierenriem. Op 21 Maart (voor het Noordelijk halfrond) wordt de zon vanaf de aarde gezien staande 0o part Aries. De aarde draait voort ten opzichte van deze parten om haar as, de parten staan stil ten opzichte van deze in 24 uur om haar as wentelende aarde. De aardbewoner ziet dus dezen Zodiak, die een verdeeling is der ecliptica, voorbij schuiven, en wel zoo, dat in 24 uur een zelfde teeken op eenzelfde plaats en op dezelfde hoogte staat. Deze hypothese dekt in zooverre de feiten. Daar de spheer van 12 parten door de aarde meegenomen wordt in haar loop rond de zon, zal de zon in een jaar in ieder der 12 parten gezien worden vanuit de aarde. De plaatsing der overige planeten in deze 12 deelen zal eveneens afhangen van den onderlingen stand van de aarde en die planeten. De stand wisselt voortdurend tengevolge van de beweging der aarde en der planeten rond de zon en zoo zal een bepaalde planeet steeds in een ander part of op een | |||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||
andere plaats in hetzelfde part door de aardbewoners worden gezien. Ook hier houdt de hypothese zich goed. De beweging van het lentepunt door de teekens van den stellairen dierenriem wordt dan veroorzaakt door een wenteling van de spheer om haar eigen as in ongeveer 26000 jaar. In deze hypothese blijkt de gansche zodiakale invloed, althans de in de horoscopen geldende, een aardsche te zijn. Dit is vreemd in een wetenschap, die zich bezig houdt of pretendeert zich bezig te houden met de invloeden van andere lichamen in hun werking op de aarde. Vreemd is ook weer de verdeeling in 12 krachtvelden, die verder geen enkele waarschijnlijkheid bezit dan alleen deze, dat zij eventueel de feiten verklaart. Zeer verwarrend wordt het beeld echter als we denken aan de huizenverdeeling der horoscoop. We zouden dan een voortdurende draaiing door elkaar heen krijgen van twee spheren, de zodiakale- en de huizenspheer, want ook de huizenverdeeling kent een twaalfvoudigheid. Maar er is nog een ander argument tegen de krachtveld-hypothese van den mathematischen Zodiak en dat is de hoek, die de ecliptica maakt met den equator. Indien de Zodiak berustte op een krachtveld, geïnduceerd in de omringende ruimte door de draaiing van de aarde, dan moest het vlak der ecliptica een hoek van 90o maken met de aardas. Het is immers door de draaiing om den positief-negatieven as, dat het magnetisch veld zou worden geïnduceerd. Het zodiakaal vlak moest samenvallen met het equatoriaal vlak. We weten echter, dat die twee vlakken elkaar snijden onder een hoek van 23 1/2o. Stond de aardas loodrecht op het vlak der ecliptica, dan zou het niet uit te maken zijn of de Zodiak berustte op een ster-werking dan wel op een magnetische inductie in de ruimte rond de aarde en opgewekt door de draaiing der aarde. Maar de hoek van 23 1/2o toont, dat een indeeling der ecliptica niet bepaald wordt door de draaiing rond de aardas. Als er al een twaalfledig krachtenveld wordt opgewekt door de draaiing der aarde, dan zou het zijn de huizenverdeeling, want zij (de huizenverd.) vormt een bolvormige spheer, welker as samenvalt met de aardas, althans voor plaatsen op den equator. Aan den equator vallen beide assen samen. Aan de polen maken zij een hoek van 90o en op iedere breedtegraad een hoek gelijk aan de Noorder- of Zuiderbreedte. Als er iets is, dat aanspraak kan maken funktie te zijn | |||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||
van de draaiing der aarde rond haar as, dan is het de huizenverdeeling. Ook deze theorie kan den redelijken, den zinlezenden denker niet bevredigen. Een dergelijke twaalfdeelige spheer-hypothese op te stellen voor het gansche zonnestelsel, een spheer met de zon als centrum en punt van samenkomst der parten, een spheer, die stilstond ten opzichte der planeet-rotaties stuit op afdoende bezwaren. De aarde nl. zou zich op elk gegeven oogenblik bevinden binnen één der parten, m.a.w. de aarde zou aan alle zijden omringd zijn door het magnetisch veld van één dierenriemteeken. Er zou geen sprake zijn van een twaalfledig, maar slechts van een éénledig, een homogeen magnetisch veld, waardoor de trillingen der planeten heen moesten om de aarde te bereiken, zoodoende een bepaalde modificatie verkrijgend. Elke maand zou de aarde komen in een ander magnetisch veld en de zon zou worden waargenomen in het part tegenovergesteld aan datgene, waarvan de aarde momenteel den invloed onderging. Stond de zon dus in Aries dan was de aarde in Libra en onderging den Libra-invloed van het magnetisch veld van het zonnestelsel. Een en ander is astrologische onzin. Er moet dus naar een andere theorie worden gezocht, die rekenschap kan geven van den mathematischen dierenriem. | |||||||||||||
Hoofdstuk xiZoo ben ik er dan toegekomen om den dierenriem te begrijpen als een ‘wohltemperiertes Klavier’. Er bestaat een merkwaardige analogie tusschen den dierenriem en een chromatische toonladder van 12 halve tonen. Het frappante is ten eerste het getal twaalf en ten tweede het feit, dat beide reeksen een cyclus vormen, die in zichzelf sluit. De Zodiak begint met Aries en komt weer in Aries terug. De chromatische toonladder begint met c en komt ten slotte weer op c (resp. c', het octaaf c). Wij weten, dat de invloed der sterren een trilling is, hoorbaar voor het hart van den mysticus. En wij kunnen niet nalaten te denken aan de ‘muziek der spheren’ waarvan Pythagoras heeft gesproken. De Zodiak zou daarom beteekenen een reeks gesternten, afgestemd op trillingsgetallen, die 12 gelijke intervallen vormen en wel zoo, dat twee op elkaar volgende teekens steeds een gelijk interval maken. Interval Aries-Taurus is dan gelijk interval Libra-Scorpio, gelijk Scorpio-Sagittarius enz. Dit steeds terugkeerend interval is de halve toon, waarvan de chromatische toonladder er eveneens 12 bezit. Zoo | |||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||
zou blijken, dat de Schepper een pianostemmer is, die in den Zodiak een soort cirkelvormig klavier rond het zonnestelsel in de ruimte heeft opgehangen, en dat Hij evenals de aardsche pianostemmer ‘wohltemperiert’ heeft. Het dierenriem-probleem is op deze wijze een muzikaal problema geworden. Aries-Leo is dus een terts, Aries-Scorpio een quint, Aries-Pisces is de septiem enz. in den toonladder: Aries. De twaalf tonen van den Zodiak worden alle tegelijk aangeslagen in den cosmos en met elkaar vormen zij intervallen, zij vormen met elkaar een muziek, die op eindeloos vele wijzen opgevangen, het leven maakt tot een bont spel van vormen, de zichtbaar geworden klankfiguren dezer hemelsche symphonie. De teekens van den dierenriem zelf zijn de snaren, elk op zijn toon afgestemd en geplaatst in een cirkel ofwel zij zijn een kring van twaalf trompetters, wier instrumenten elk op een der bovengeteekende tonen zijn gestemd. Iedere toon bevat in zich boventonen, octaaf, terts, quint enz; c bevat dus in zich c', d houdt in d' enz. Dit dient goed vastgehouden te worden. Nu neem ik als eerste toon d en speel mijn chromatische toonladder op d. De septiem wordt dan c'. Neem ik e als tonicaGa naar voetnoot(6), dan worden de sext en de septiem resp. c' en d'. Op welke toon ik echter mijn chromatische toonladder ook bouw, die intervallen blijven dezelfde, de gamma levert een eendere melodie op. Waarom? Omdat de onderlinge verhouding der tonen dezelfde blijft. Daarom kan men een melodie in elk der twaalf gamma's spelen en blijft het steeds dezelfde melodie, al kan het geoefende oor ook onderkennen in welke toonladder de muziek is geschreven. De eenvoudige en aan ieder muziekbeoefenaar bekende feiten geven de oplossing voor het zoo duister schijnende probleem der beide Zodiaks.
***
Het lentepunt staat tegenwoordig in Aquarius en het zou dus te verwachten zijn, dat die Zodiak als volgt verliep: Aquarius, Pisces, Aries, Taurus, Gemini, Cancer, Leo, Virgo, Libra, Scorpio, Sagittarius, Capricornus. Men zou verwachten dat de zon op 21 Maart in Aquarius stond. Wij hebben echter gezien, dat de astrologen rekenen, dat de zon op 21 Maart steeds 0o Aries staat. Nu ga ik naar de piano en speel de chromatische toonladder op ais. Is dit een chromatische toonladder van 12 halve | |||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||
tonen? Het is er een. De tonica is ais, de terts is d', de quint is f'. Daar een toonladder een reeks verhoudingen is, kunnen wij in iedere toonladder spreken van tonica, terts, quint, kwart, octaaf enz. Dit zelfde geldt ook voor den Zodiak. Tegenwoordig nu de Zodiak eigenlijk begint met Aquarius (want op 21 Maart staat de zon in dit teeken van den stellairen dierenriem) is Aquarius de tonica, Gemini' de terts, Virgo' de quint. Gemini' is het octaaf van Gemini en Virgo' het octaaf van Virgo. Daar de zodiakale piano slechts één octaaf beslaat, moeten de hoogere octaven gedacht worden als geschoven in het eerste octaaf en aangeslagen, wanneer het harmonisch noodwendig is. Nu noem ik voortaan de tonica Aries, de halve toon hooger Taurus, de seconde Gemini, de terts Leo, en dan heb ik een tweede Zodiak, de zoogenaamde mathematische. Het aanslaan van een tonica is dus hetzelfde wat de zon doet op 21 Maart op het klavier van den Zodiak. De zon begint ten opzichte van de aarde een nieuwe chromatische toonladder te spelen, waarover hij één jaar doet, zijn gang nl. door de twaalf teekens. Maar in welk stellair Zodiakteeken hij ook staat op 21 Maart, het zal op dien datum de tonica worden, waarop zich de gamma opbouwt. De zon speelt derhalve de rol van orkestmeester en de lente-equinox is het beslissende moment voor de gansche zodiakale symphonie. En is dit wonderlijk? De zon als voornaamste en machtigste der hemelorganen is van nature de aangewezene voor deze funktie van orkestmeester. Wanneer nu op 21 Maart de maan staat in Pisces van den stellairen dierenriem, dan vormt Pisces een interval van een halven toon met Aquarius.Ga naar voetnoot(7) Aquarius als tonica wordt Aries, daarom wordt Pisces Taurus van den mathematischen Zodiak. De astrologen zeggen dus: de maan staat in Taurus. Zoo kan men redeneeren voor ieder teeken van den stellairen dierenriem en voor de planeet geplaatst in ieder dier teekens. De gansche reeks van 12 tonen (teekens) trilt altijd door, maar het is de plaatsing van de zon op 21 Maart in één van die tonen (teekens) die maakt, dat dit teeken, onverschillig welk, altijd per se op aarde wordt ervaren als Aries. De stellaire Zodiak wordt op aarde ervaren als de mathematische. | |||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||
De teekens van den stellairen Zodiak vormen intervallen met dat teeken, waarin de zon op 21 Maart staat. Dat teeken wordt de tonica van de toonladder, het wordt Aries van den mathematischen Zodiak. Nu laat zich vragen, waarom is het moment der lenteequinox zoo ‘maszgebend’. De lente-equinox is het oogenblik dat de dagen opnieuw gaan langer worden dan de nachten. 21 Maart is het moment van evenwicht. Op 21 December smaakt de zon zijn diepste vernedering, dan wordt het beter, maar nog steeds is de duisternis grooter dan het licht, de nachten langer dan de dagen. Op 21 Maart begint het licht de duisternis wederom te overwinnen, de dagen worden vanaf dat oogenblik langer dan de nachten. 21 December is de geboorte van Christus, van het licht, want het licht gaat weer lengen vanaf dien dag. 21 Maart is de wedergeboorte van Christus, de opstanding, de herrijzenis van het Licht. De wezens op aarde reageeren allen op de trillingen uit den cosmos, voor een zeer klein deel is die reactie bewust, voor het overgroote deel is die reactie een onbewust automatisme. Ieder wezen bestaat uit trillingen, grovere en fijnere en het zijn die fijnere trillingen in de wezens, die reageeren op de fijne vibraties, die tot ons komen uit de wereldruimte. Zal het onbewuste, maar uiterst gevoelige deel van ons wezen, zullen de lagere schepselen en dingen een symboliek zoo groot als die van de herrijzenis van het licht ongemerkt laten voorbijgaan? Zal het fijnere deel van alle wezens, dat de verhoudingen van den macrocosmos weerkaatst en wederom weerkaatst, weet tot uiting te brengen, in vorm, in kleur, in karakter, in levensloop, niet reageeren op de cosmische gebeurtenis, die de herrijzenis van het Licht verbeeldt? Het zal het geval zijn. De microcosmos weerkaatst het beeld van den macrocosmos, de cyclische processen vinden hun afdruk in den microcosmos. Dit procédé is niet mechanisch te denken maar op de organische wijze van prikkel en reactie. De macrocosmische trillingen vormen voor den microcosmos den prikkel, waarop de microcosmos reageert door een copie te worden van den macrocosmos, door analoog te worden, zij het ook niet steeds een volledige analogie. De macrocosmische elementen staan geheel dooreen gegooid in den microcosmos weerkaatst. Ieder wezen heeft zijn eigen weerkaatsingsmanier en het is dit, wat de oorzaak is van de varieteit, waarin hetzelfde zich overal openbaart. De microcosmossen op aarde reageeren op het oogenblik der lenteequinox, doordat zij hun eigen toonladders opbouwen te rekenen vanaf 21 Maart, voor hen begint de nieuwe jaarcyclus op 21 Maart, dan wordt de toonladder opnieuw | |||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||
begonnen met de tonica, dat is met Aries, en onverschillig in welk stellair teeken de zon ook staat op dat moment, dàt teeken, dié toon wordt het punt van uitgang voor de gansche symphonie, de spil, het vaststaande punt. Ieder volgend stellair teeken doet en halve toon hooger weerklinken en zoo blijft de onderlinge betrekking, d.i. de toonladder bewaard. De trillingen van de zon, die samen met de trillingen van Aquarius (stellair) op aarde komen, vormen de tonica ten opzichte waarvan ieder ander teeken terts, quart, quint, sext of septiem enz. vormt. Als eenmaal de verhouding op deze wijze is aangegeven, blijft die gedurende het geheele jaar steeds dezelfde. Het muziekstuk blijft in dien toon geschreven en ieder interval is een interval ten opzichte van Aquarius als tonica d.i. Aries. Dit neemt niet weg, dat het muziekstuk in zijn geheel in de toonladder Aquarius geschreven staat. Gedurende ongeveer 2200 jaar staat het leven op aarde geschreven in Aquarius. En het is dan ook zeer aannemelijk, dat het verschil maakt of de geschiedenis van een periode in Aries of in Taurus of in welk teeken dan ook van den stellairen Zodiak staat geschreven. De parallel met de muziek is volkomen. Op deze wijze kan toegegeven worden, dat de aarde een eigen Zodiak heeft, d.w.z. dat zij de intertonale verhouding der zodiakale teekens fixeert aan een zeker teeken als tonica. Dit laatste teeken wordt voor het levende op aarde datgene, waarin de zon op 21 Maart voor het Noordelijke halfrond staat.
(Wordt vervolgd.) L. HOYACK. |
|