pijn in Gods naam geleden maakte bijna oogenblikkelijk plaats voor den troost van zachten weemoed wegens het zekerheidsgevoel dat Karel van den Oever nu bij ‘den Vader’ is waar al zijn begeerten naar de oneindige Liefde zullen vervuld zijn; een zekerheidsgevoel dat ons den dag van zijn verscheiden doet aanteekenen als zijn schoone christelijke dies natalis, dag van zijn wedergeboorte tot de gelukkige eeuwigheid in den schoot Gods, waarmede wij Karel van harte geluk wenschen.
Reeds in de stemmige St. Andrieskerk, de renaissancekerk naar den geest van Karels eerste kunstperiode, scheen de hoogoprijzende prachtkatafalk het monument van Karels eindoverwinning over de wereld en dankten wij God omdat hij den edelen Kruistochter, den oer-Vlaming in zijn paradijs ontving. Hij werd in triomf van vurige gebeden, stille zachte vriendentranen, gevoelens van dankbaarheid en inwendig - in-paradisum - gejubel begraven in de milde Vlaamsche moederaarde. Op het vredige hoekje gronds, dat nog niet ingenomen werd door de smakelooze Campo-Santo-kunst onzer kerkkoven, voelden we met innige overtuiging en rustig leven: daar zal de dichter optreden als bemiddelaar tusschen God Almacht en het arme, verknechte, verongelijkte Vlaamsche land, het land van strijd en lijden, het land van het offer en van de trouwe!
Karel van den Oever was een groote vriend van Knocke en van onze werking alhier. In den heldentijd van ons beginnendwerk wist hij ons aan te moedigen en te prikkelen en onversaagd vooruit te willen.
De geschiedenis van onzen strijdlustigen praalwagen bij de inhuldiging van het station heeft hij innig meegeleefd. - Al zijn sympathie ging naar onze ‘Noordzee inrichting’ en hij bleef niet vreemd aan propaganda voor het welslagen van ons streven. - Onze Noordzee met den vuurtoren in het Hollandsch duin, de Noordzee met ‘het geel gebit van haar duinen’, - met storm en stilte, - met haar diepe mysteries, met haar stoombooten varend naar onbekende streken, - dat alles was hem een onuitputbare bron van machtige bezieling voor zijn poëzie. - De verschillende toestanden der zee waren hem de vele symbolen van de eeuwige waarheden, van onrustig verlangen der ziel naar de Oneindigheid, naar God. - In stoere, rijke synthese, sober en ongekunsteld, doch kunstig en machtig, wist hij zulks uit te drukken.
Van den Oever was een asceet, een eenzaat te midden der woelige wereld, - steeds strijdvaardig en uitgerust tegen de vijanden van de Roomsch Katholieke Kerk, en van zijn geliefde Vlaanderen.
Scherp en vinnig wist hij te hekelen en te bekampen. Zijn