M.A.P.C. Poelhekke: ‘Taalbloei’. (Uitg. J.B. Wolters, Groningen.)
De samensteller heeft er naar gestreefd de verschillende genres der eigen letterkunde door de best geschikte stukken te vertegenwoordigen. Hij meent dat aan de H.B.S. de tijd best besteed wordt aan het lezen van hedendaagsche auteurs. Hij is dus bij de Nederlandsche schrijvers der 19e eeuw gebleven voor wat het eerste deel van zijn leerboek betreft. Het tweede deel volgt in chronologische orde de ontwikkeling der letterkunde van 1880 af tot nu toe. ‘Alleen in de hoofdvertegenwoordigers’ voegde Poelhekke erbij in de laatste inleiding die hij schreef in Juni 1925. Die hoofdvertegenwoordigers waren, in Vlaanderen, voor hem: Karel van de Woestijne, Aug. Van Cauwelaert, Daan F. Boens en Wies Moens.
X.
1. Bibliothèque des débutants:
J. Verne. - Michel Strogoff, I et II. |
G. Aimard. - Les trappeurs de l'Arkansas, I et II. |
Edition arrangée et annotée, par W.F. Hildebrand et J.H. Kool. - Chaque volume, fr. 0.50. -, 1925.
2. English passages for translation, selected by Dr. H.G. De Maar. - Vol. I and III, each fl. 0.80. - 1925. Beide bij J.B. Wolters.
Al zeggen de titels dat die twee reeksen anders zijn opgevat, toch moeten die verschillende brochuurtjes denzelfden dienst bewijzen: de