Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

Barber shop.

HIER herleeft de pruikentijd
en Figaro heeft een lach van nikkel
hanteert hij het scheermes
het vlijm
als het fatale zwaard van Damokles
daaronder vallen gekookte kreeftkoppen machteloos in zwijm.

Onthaard is niet ontaard
daarom zal Absalon binnentreden
want hem wordt de shampooing nieuwe doop
Over het hoofd van gekke gasten
sneeuwt het dons der poederkwasten
wijl in de kijkkas wassenbeelden vol wijsheid en gipsen
glimlachen op het clair-obscur van maaneklipsen.

Maart 1925.       Victor J. Brunclair.