Vlaamsche Arbeid. Jaargang 14(1924)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 328] [p. 328] Inzet ONS lied is telefoonrinkel in een dood kantoor. Sluikgeluiden sluipen maar de stilte houdt censuur koud is de hanglamp die wacht naar vuur een lange zenuwhand schoof draperijen voor. Maar aan het klavier op de toren is ons lied in warrelklank herboren en regent uit de vingeren van de Meester beiaardier. Over de winterstraat blijde wekroep voor hen die verdromen schalt het geluid in de rinkelbelletjes der sleden sneeuw hangt kantwerk aan de bomen. Op het toneel joedelt een komiekeling zijn tyroltriller de grote Schouwing gaat aanvangen spelers zullen zich heerlik schminken maar stiller zoet leken van zilverzangen zal ons lied naar diepe klankbodems aller muziekhart hymnies bezinken! December 1920. Victor J. Brunclair. Vorige Volgende