Bibliographie
Dirk van Sina: ‘De deemstering der zielen’. II, Lenore. (N.V. Vlaamsche Land, Antwerpen.)
Geerten Gossuit heeft ten gronde zien gaan zijn idealen van rechtvaardigheid en liefde. 't Was de dood der Chimera's. Nu leeft hij in een vaag esthetisme, een schoonheidsafgoderij gemengd met Indische oneindigheids-droomerijen. Met Lenore wil hij dien droom beleven. Maar 't blijkt een droom. Want de zinnen stellen hun eischen. En 't vergaat in een ontzettende ramp. Geerten heeft zijn geloof verloren in hooger doeleinden, hij wil klein-menschelijk gaan genieten. Maar Lenore heeft den roep gehoord van haar broeder Guido, den Godsroep. Doch niets heeft haar daartoe voorbereid en zij drinkt den giftbeker ledig die haar leiden zal naar de eeuwigheidspoort.
Dirk Van Sina gaat stug en zeker zijn weg op. Ruim schijnt zijn opzet. Misschien te ruim. Al die problemen saam te brengen van heel den wijden zin van 't menschelijk leven: dat is durven! ‘La jeunesse ne doute de rien’. En dat maakt ons die jonge generatie van katholieke schrijvers zoo bewonderenswaardig. Zij pakken het aan vóór het aanschijn der wereld met geestdrift en fierheid. En plat trappen ze de idolen van 't vroeger naturalisme. Plat met hun onversaagden kamplust. Zij schudden 't heele boeltje wakker dat het met ontzetting komt te staan vóór 't groote probleem. Zij laten het niet los. De sfinx zál spreken. Glorieus moét het levensdoel schitteren boven de hunkerende zielen.
Laat de uitvoering nog wat zwakjes zijn. Te veel declamatie en te veel beredeneering, waar directer handelen zou gevergd zijn. Laat het karakter uitdiepen wat onvast zijn in de lijnen (- die Guido is raadselachtig vroom, en die Geert was krachtiger in het 1ste deel)... Het is kunst die verheft. 'k Weet geen schooner lof. En als het tooneel nu toch eens een prikkel wordt tot ernstig nadenken; als, met de schoonheidsaandoeningen, de ziel aan 't begeeren gaat naar 't goede, zou er dan geen loutering uitgaan van het schouwspel der mooie ficties? En zou dát ook geen vreugde zijn, omdat het vreugde brengt?
Daar was een tijd dat kunst een doel-op-zich-zelf heette. Déze kunst bewijst triomfantelijk dat zij hoeft te zijn: dienaresse van de Waarheid. Dan heeft ze heel den mensch te pakken en schenkt hem rust in totale bevrediging.
K.E.